Hogere kosten ondanks niet geleverde zorg
Ondanks extra middelen lukt het de gemeente Son en Breugel nog niet om wachtlijsten in de Wmo en de jeugdzorg weg te werken.
Gemeenten weten hun ambities in het sociaal domein niet altijd waar te maken. Zo krijgen zorgvragers in Son en Breugel te maken met forse wachtlijsten, onder andere door een gebrek aan personeel. Zelfs met een som geld erbij lukt het niet om de tekorten op te lossen.
Niet in control
In het sociaal domein van Son en Breugel gaat maar liefst ruim 12 miljoen euro per jaar om. Voor zoveel geld mag het geen black box zijn, vond de raad. Die vroeg daarom de rekenkamercommissie om onderzoek te doen naar de gang van zaken in het Centrum voor Maatschappelijke Deelname (CMD), de toegangspoort voor vragen over onder andere werk en inkomen, dagbesteding, zorg, energietoeslag, schuldhulp en armoedebestrijding, maatschappelijke ondersteuning.
‘De rode draad die de rekenkamercommissie ziet, is dat het CMD al vanaf de start in 2014 niet in control is’, staat in het recente rapport. Het onderzoek was nog een hele klus, schrijft de rekenkamercommissie, die gesprekken voerde met medewerkers, inwoners en stapels documenten doorakkerde.
De wachtlijsten voor Wmo-voorzieningen en Jeugd zijn ‘fors’
Weinig voeling
Sommige medewerkers durfden niet het achterste van hun tong te laten zien, was de indruk van de onderzoekers. ‘De rekenkamercommissie heeft de indruk dat sommige respondenten niet direct de openheid hebben gegeven die wenselijk was voor de ontrafeling van het CMD. Dit is op zich al een bevinding.’ Een andere constatering: het ontbreekt leidinggevenden en ambtenaren in het gemeentehuis niet aan betrokkenheid, maar ze hebben te weinig voeling met de dagelijkse praktijk en de werkdruk.
Ziekteverzuim
Dat het stroef loopt in het CMD ligt niet aan gebrek aan inzet van medewerkers, benadrukt Sandra van Breugel, voorzitter van de rekenkamercommissie. ‘De medewerkers met de voeten in de klei zijn gemotiveerd, betrokken en kundig, zowel die van gemeente als van de ketenpartners. Ze willen inwoners zo goed mogelijk van dienst zijn.’ Maar het CMD blijkt een kluwen van taken en verantwoordelijkheden, waarbij lang niet altijd zichtbaar is wie wat doet of moet doen. In personele zin blijkt het een doorgangshuis: hoog verloop, ziekteverzuim, steeds vaker een beroep op externe inhuur. Dat leidt niet tot betere dienstverlening.
Wachtlijsten
Wat er vooral uitspringt: de wachtlijsten in het sociaal domein en dan met name die voor Wmo-voorzieningen en Jeugd zijn ‘fors’. De toegang is binnen een week geregeld. Daarna wordt het geduld van hulpvragers op de proef gesteld. De wachttijden voor een intakegesprek variëren van twee maanden (jeugd) tot vier tot zes maanden (Wmo). Veel te lang, aldus de rekenkamercommissie. ‘Met uitzondering van zware en ingewikkelde gevallen en zeer kwetsbare mensen. Die worden snel geholpen.’
Tegelijk groeit het beroep op de gemeentelijke organisatie. Vooral voor huishoudelijke hulp wordt vaker aangeklopt, nu daarvoor een inkomensonafhankelijke eigen bijdrage wordt gerekend. Soms komen er tientallen aanvragen bij in enkele weken, hetgeen fors is voor een gemeente van net onder de 18.000 inwoners. ‘Zeker gezien de beschikbare capaciteit aan menskracht’, aldus Van Breugel.
Je zou verwachten dat je geld overhoudt, maar de budgetten worden maximaal uitgeput.
Een ton extra
Op een paar centen keek Son en Breugel intussen niet. Er werd dik geld bij het CMD gedaan: 900.000 euro extra budget in twee jaar om de formatie op peil te brengen, en een jaar later nog eens een ton om wachtlijsten weg te werken. ‘De gemeente legt in het sociaal domein elk jaar ongeveer een ton extra bij op de uitvoering in het sociaal domein. Daar maakt de raad zich terecht zorgen om’, aldus de rekenkamercommissievoorzitter.
Oplopende kosten
Maar ook met extra middelen blijkt het moeilijk vacatures te vervullen, is het ziekteverzuim hoog en vallen gaten in de bezetting. ‘Sommige goede medewerkers gaan door naar grotere gemeenten, zoals Helmond of Eindhoven. Als kleinere gemeente ben je dan vaak aangewezen op mensen die net van school komen, of herintreders. Die zijn van goede wil, maar feit is dat ze nog ingewerkt moeten worden. Verder zien we op beleidsniveau dat er zoveel wisselingen en veranderingen tegelijk zijn, dat de kosten oplopen. Eén van de uitgangspunten in het sociaal beleid is om in te zetten op preventie. Hoe sneller we bij de inwoner met problemen zijn, des te goedkoper en effectiever is de dienstverlening. Het beleid is erop gericht mensen eerst problemen zelf op laten te lossen. Pas als dat niet lukt, springt de gemeente bij. Wachtlijsten helpen dan niet. De problematiek verergert zodanig, dat zwaardere zorg moet worden ingezet, die de gemeente dan weer meer kost.’
Maximaal uitgeput
Waar in enkele gemeenten sprake is van onderbesteding door het niet kunnen leveren van geïndiceerde hulp, kan Son en Breugel door de onderbezetting geen cent extra naar de algemene reserves laten vloeien. ‘Je zou verwachten dat je geld overhoudt’, aldus Van Breugel. ‘Maar de budgetten worden maximaal uitgeput. We hebben dat niet onderzocht, maar mijn indruk is dat door lange wachtlijsten de zorg complexer wordt en je meer geld kwijt bent dan als je meteen zorg of ondersteuning kunt bieden. De personele lasten zijn dan even wat minder, maar door de oogharen gezien, zijn het communicerende vaten.’
Dit artikel verscheen in Binnenlands Bestuur nummer 4.
Plaats als eerste een reactie
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.