Advertentie
sociaal / Achtergrond

Investeer in statushouder

Zoetermeer spreekt via maatwerk het potentieel van lokale statushouders aan, in plaats van meteen ‘een baan’ als doel te stellen. Zelfwerkzaamheid van de vluchteling staat voorop. ‘Het uitgangspunt is dat mensen zelf ontdekken waar ze goed in zijn’, zegt wethouder Vugs.

24 februari 2017

Zoetermeer stelt capaciteiten vluchteling centraal

Zoetermeer is voortvarend aan de slag met de integratie van vluchtelingen. Zoals de gemeente al langer bezig is om mensen die buiten de boot dreigen te vallen met extra aandacht een duwtje in de goede richting te geven. ‘We hebben die mensen straks keihard nodig in de zorg, in de huishoudelijke hulp of in de ict’, vindt Vugs (onderwijs, zorg, D66). ‘Bij nieuwkomers moet je snel handelen. De kosten gaan voor de baat uit, want als ze te lang niets doen, kweek je een enorm bestand voor de bijstand.’

In september 2016 startte de gemeente met het ‘participatieverklaringstraject’, ingegeven door de Haagse plannen om nieuwkomers in Nederland hun participatie te laten vastleggen. ‘Om mensen zo’n papiertje te laten ondertekenen, dat betekent volgens mij vrij weinig’, aldus wethouder Vugs. ‘In Zoetermeer hebben we het daarom omgedraaid en maken we er een kans van. Daarbij hebben we heel goed gekeken naar het rapport van de Wetenschappelijke Raad voor Regeringsbeleid over de integratie van vluchtelingen. Taal, taal en nog eens taal, zegt dat rapport.’ Statushouders die in Zoetermeer komen wonen, beginnen binnen twee weken met het traject. In drie maanden tijd volgen ze minimaal zesentwintig taallessen en een aantal workshops: financiën, werk en opleiding, zorg, wonen, vrijetijdsbesteding, politiek, democratie, geschiedenis en cultuur van Nederland en Zoetermeer en de Nederlandse waarden. ‘

Maar ik ben ervan overtuigd dat je een taal niet alleen op een cursus leert’, zegt Vugs. De gemeente biedt daarom naast het ‘rondje Zoetermeer’ de koppeling met vrijwilligerswerk of bijvoorbeeld een sportclub. ‘Een man uit Eritrea die heel goed kon hardlopen hebben we gekoppeld aan de atletiekvereniging. De mensen van de vereniging vinden het heel leuk dat hij er is en hij oefent enorm goed zijn Nederlands.’

Piëzomethode
Eén van de interventies die het Kennisplatform Integratie en Samenleving (zie kader) onderzocht, heeft Zoetermeer nu toegepast op vluchtelingen. Het is de zogenaamde Piëzomethode: een ‘bottom- up’-werkwijze die al jarenlang wordt gebruikt om mensen in een kwetsbare positie zich te laten ontwikkelen. Mensen worden individueel benaderd en gestimuleerd hun eigen oplossing te vinden aan de hand van vijf stappen, in plaats van meteen ‘een baan’ als doel te stellen. De oplossing is gericht op meer zelfwerkzaamheid en gaat uit van talent, vaardigheden en zelfcontrole.

‘Het uitgangspunt is dat mensen zelf ontdekken waar ze goed in zijn’, aldus Vugs. ‘Per persoon is dat verschillend en via deze methode krijgen ze de rust en ruimte om dat uit te zoeken. Bij vluchtelingen werkt het op dezelfde manier. Kleine stapjes. Heel veel vluchtelingen vinden het eng om naar buiten te gaan en deel te nemen aan allerlei activiteiten. Piëzo gaat op huisbezoek en komt ook in de ouderkamers bij het primair onderwijs. Daar zitten de kinderen van statushouders op school en zo komen ze in gesprek met vluchtelingen. Die rustige manier van benaderen en in contact komen werkt heel goed. Als het gesprek gestart is – waarbij Nederlands leren dus meteen wordt meegenomen – is er contact met bijvoorbeeld Vluchtelingenwerk om vluchtelingen te koppelen aan vrijwilligerswerk of aan sportverenigingen.’

Buiten de boot
Al veel langer investeert Zoetermeer in het opleiden van mensen die vaak buiten de boot vallen, zoals vrouwen met een grote afstand tot de arbeidsmarkt. Zij kunnen een mbo-1 kwalificatie halen op kosten van de gemeente. Ze worden gestimuleerd ook mbo-2 te halen, een startkwalificatie op de arbeidsmarkt. ‘Al zeven groepen hebben zo’n mbo-1 certificaat gehaald’, aldus Vugs. ‘Prachtig om te zien dat ze op hun paasbest en met de hele familie zo’n diploma op komen halen. Vaak gaat het om vrouwen die voor het eerst van hun leven een diploma in handen hebben.’ Deze route is ook opengesteld voor vluchtelingen.

Natuurlijk hangt er aan dat actieve integratiebeleid een kostenplaatje. Vanuit het rijk zijn de middelen voor integratie, participatie en het bieden van zorg per statushouder vorig jaar verhoogd van 1.000 euro tot 2.370. Daarnaast zet de gemeente uit de middelen voor maatschappelijke begeleiding 40.000 euro eigen budget in voor de coördinatie- en toezichtstaken. ‘Je moet als gemeente investeren als je dit wilt oppakken’, aldus Vugs. ‘Maar als de kosten érgens voor de baat uitgaan, is het wel hier. Dus hang er een budget aan en geef het een kans. Anders veroordeel je mensen tot een levenslang in de bijstand. En we weten allemaal dat dat tonnen per jaar kost. Zo’n participatietraject dat wij hebben is daarmee vergeleken echt peanuts.’


Kleine stappen werken beter
Om te zorgen dat vluchtelingen snel integreren is het van belang kleine stapjes te zetten en aandacht te hebben voor de leefwereld van de vluchtelingen. Dat bleek uit de Interventiewijzer die Kennisplatform Integratie en Samenleving (KIS) onlangs maakte. In de wijzer worden op zes gebieden – ontmoeten, voor anderen zorgen, zelfredzaam zijn, financieel gezond zijn, betaald werk en bijdragen aan de samenleving – interventies beschreven die gemeenten in kunnen zetten om de participatie van vluchtelingen te bevorderen. Vaak gaat het om methodes die niet specifiek voor vluchtelingen zijn opgezet, maar voor andere kwetsbare groepen. Toch kunnen ze soms ook heel goed werken voor statushouders.

Succesvolle projecten kenmerken zich doordat er geen grote doelen als ‘een baan’ worden gesteld. Veel belangrijker is dat er kleine stappen gezet worden en dat er veel aandacht is voor het feit dat deze mensen uit een heel andere cultuur komen en veel meegemaakt hebben. Daarnaast is aandacht voor de opvoedkundige vraagstukken belangrijk en zijn activiteiten succesvoller als vluchtelingen bij de opzet betrokken worden. Succes komt ook sneller als interventies en initiatieven laagdrempelig zijn en een ‘funfactor’ hebben. Sportactiviteiten bijvoorbeeld of culturele activiteiten. Vluchtelingen worden vaak – vanuit goede bedoelingen – overvraagd en zijn soms schuw. Dan is het lastig ze in beweging te krijgen. Een potje voetballen, muziek maken of dansen is heel laagdrempelig én het verbindt mensen.

Plaats als eerste een reactie

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

Advertentie