‘Ik wil de wereld in’
Vorig jaar werd Edwin Jacobs (47) benoemd tot directeur van het Stedelijk Museum De Lakenhal in Leiden. Hij noemt zichzelf een procesbeest en allesbehalve autoritair, maar weet wel zijn stempel op de organisatie te drukken. Eerder was Jacobs cultuurmakelaar in dienst van Tilburg en directeur van het Museum Jan Cunen in Oss. De gemeente investeert 14 miljoen.
Hoe is u dat gelukt?
Veertig jaar geleden waren er al plannen om de Lakenhal uit te breiden. Iedere keer werd gekeken hoe. Komt er een theater bij of een parkeergarage? De plannen werden steeds ambitieuzer en het beginpunt werd steeds meer uit het oog verloren. Het werd een soort waterhoofd. Het was lastig om dat verhaal te keren en te durven zeggen dat al die plannen te hoog gegrepen waren. Maar dat hebben we gedaan.
Wie zijn we?
Ad Jansen van de afdeling grondzaken van de gemeente heeft me toen ik hier net werkte een enorm dossier gegeven. Daardoor ben ik realistischer naar de mogelijkheden van het gebied gaan kijken. Ook zit ik erg op één lijn met de nieuwe cultuurwethouder Jan-Jaap de Haan. Hij durft zijn nek uit te steken en heeft een goed gevoel voor mogelijkheden. Uiteindelijk draait het om het gebouw zelf. Een prachtig gebouw dat we gaan opwaarderen. De nieuwe combinatie van mensen zorgde voor een opening.
Heeft u nog meer plannen tegen de stroom in?
Ik heb het aankoopbudget even geparkeerd om een pas op de plaats te maken wat een hele ingreep is voor een museumdirecteur. Maar de depots zijn overvol. Ik vind dat we eerst in kaart moeten brengen wie we zijn en wat we hebben verzameld. Je moet niet blijven groeien om te groeien. Dan raak je verweesd van je eigen collectie.
Hoe stuurt u het museum aan?
Ik viel op mijn derde werkdag meteen met mijn neus in de boter. De cursus anders werken werd voor de hele gemeente georganiseerd en omdat de Lakenhal onderdeel is van de gemeente deden we mee. De essentie van de nieuwe aanpak is dat je als ambtenaar eerst je plicht ziet en dan pas je rechten. Het gaat om meer reflectie en sturen op resultaat, elkaar aanspreken op integriteit, samenwerken.
Hoe heeft u dat naar de Lakenhal vertaald?
Veel afdelingen werkten eerst apart. Nu vinden er meer cross-overs plaats en werken conservatoren en medewerkers van educatie en publieksvoorlichting in teams aan een project. Daar ben ik erg trots op. Ik ben een procesbeest en ik denk dat anders programmeren leidt tot anders werken. Er is beweging in het museum. Kijk naar onze lopende tentoonstelling over de beroemde Leidse familie Kamerlingh Onnes. Wij belichten de artistieke tak en in museum Boerhaave worden de natuurkundige experimenten van de familie getoond. Een topproduct dat eerst niet mogelijk was op deze manier. Een clubsandwich.
Clubsandwich?
Dat is het schakelen van terreinen. Kunst naast historie. Kleine verhalen naast grote verhalen. Een tentoonstelling naast een debat. bèta naast alfa. Uiteindelijk willen we toch mensen verleiden hun blikveld te verruimen. En de museummedewerkers stonden hiervoor open? Als ze het niks vonden waren ze niet vooruit te branden geweest. Die tentoonstelling over Onnes hebben collega’s met elkaar gedaan. Dat vind ik geweldig.
Was de overgang groot van Tilburg naar Leiden?
In het begin was het wel wennen. Brabant is zand en klei. Leiden water en lucht. Ik moest wennen aan het scherpe licht. Mijn vak heeft ook te maken met kijken en gewaarworden. Dus ik ben daar gevoelig voor. Maar ik heb geen heimwee meer. Ik wil de wereld in en voor mij is Leiden de wereld. Het is een haven van vrijdenkers.
Plaats als eerste een reactie
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.