Advertentie
sociaal / Nieuws

Iedereen de 'normale' arbeidsmarkt op

Eén nieuwe regeling voor iedereen die niet zelfstandig het mimumloon kan verdienen lost de problemen in de sociale werkvoorziening op, meent de 'Commissie fundamentele herbezinning Wsw' onder voorzitterschap van Bert de Vries.

10 oktober 2008

Mensen met een arbeidsbeperking moeten bijna allemaal de reguliere arbeidsmarkt op. Om hen daarbij te helpen krijgt iedereen een vergelijkbaar reïntegratiebudget en wordt het voor werkgevers aantrekkelijker gemaakt om deze mensen in dienst te nemen. Dat is de kern van het advies dat de 'Commissie fundamentele herbezinning Wsw' gisteren aanbood aan PvdA-staatssecretaris Ahmed Aboutaleb van Sociale Zaken. De commissie, onder leiding van Bert de Vries (onder meer voormalig minister van Sociale Zaken en CDA-fractievoorzitter in de Tweede Kamer), moest een oplossing bedenken voor de grote problemen in de sociale werkvoorziening, een sector die wordt geplaagd door lange wachtlijsten en voortdurende tekorten bij bedrijven.

 

Zo'n 150 duizend mensen die door een lichamelijke, verstandelijke of psychische beperking niet in staat zijn zelf voor een inkomen te zorgen werken nu in de sociale werkvoorziening. Nog zo'n tien duizend mensen staan op de wachtlijst. Maar Commissie-De Vries schat dat daarnaast nog een groep van 250 duizend mensen door een beperking ook niet zelfstandig een baan kan vinden. Zij vallen door strenge toelatingseisen buiten de Wsw, maar komen ook voor andere reïntegratieregelingen niet in aanmerking.

 

Om de hele groep aan het werk te krijgen, stelt de voormalig bewindsman voor één nieuwe regeling te creëren voor iedereen die niet zelfstandig het volledig minimumloon kan verdienen. Daarbij staat voorop dat iedereen die, onder begeleiding, kan werken in een gewoon bedrijf, dat ook gaat doen. Een baangarantie in een beschutte werkomgeving zoals de sociale werkvoorziening die nu biedt, is in het voorstel alleen nog open voor een beperkte groep mensen, die minder dan 20 procent van het minimumloon kunnen verdienen. Alle anderen moeten zo veel mogelijk geprikkeld worden te werken.

 

Daarvoor stelt de commissie een speciale beloningsstructuur voor. Het inkomen van de werknemer bestaat daarin uit drie componenten: het loon, een vast bedrag als ‘participatievergoeding’ en eventueel een aanvullende uitkering. Het loon wordt betaald door de werkgever en de hoogte ervan bepaald door iemands ‘loonwaarde’. Wanneer iemand 30 procent van het loon ‘waard’ is, is dat wat een werkgever de werknemer betaalt. Dat moet het voor de werkgevers aantrekkelijk maken iemand met een beperkte productiviteit in dienst te nemen.Gezocht wordt nog naar een instrument dat iemands loonwaarde kan meten.

 

Erkenning

 

De participatievergoeding is voor iedereen in de doelgroep gelijk en wordt uitgekeerd bovenop het loon, als erkenning voor het feit dat iemand niet zelf voor zijn of haar handicap heeft gekozen én als prikkel om te gaan werken. Wie al een uitkering heeft, bijvoorbeeld bijstand of wajong, krijgt daarbovenop dan nog een bedrag om het loon aan te vullen. De participatievergoeding en kosten van begeleiding en reïntegratie moeten worden betaald uit een nieuwe geldstroom, het zogenaamde Flow-budget. Dat wordt onder andere gevuld met het geld dat volgens de commissie gemeenten besparen op uitkeringen, doordat meer mensen gaan werken. De rol van de sw-bedrijven zal dan ook moeten veranderen, vindt de commissie-De Vries. Meer dan nu moeten dat ‘mensontwikkelbedrijven’ worden.

 

Plaats als eerste een reactie

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

Advertentie