Jeugdbescherming verliest personeel door werkdruk

De jeugdbescherming kampt de afgelopen jaren met een ‘ongekende uittocht’ van personeel. Een belangrijke reden daarvoor is de hoge werkdruk in de sector. Dat blijkt uit een onderzoek van Follow the Money dat op zaterdag verscheen.

Volledig klem
De jeugdbescherming zit volledig klem, constateren de onderzoekers. Tussen 2015 en 2019 verlieten meer dan vijfduizend medewerkers de veertien jeugdbeschermingsorganisaties. Elk jaar verliet bijna een vijfde van het personeel de sector. In 2019 zat bovendien 6,9 procent ziek thuis. Honderden kinderen liepen daarom hulp mis.

Complexer
De jeugdbescherming, die wordt gezien als de ‘intensive care van de jeugdzorg’, is goed voor grofweg 10 procent van het totale jeugdzorgbudget van gemeenten. Sinds de decentralisatie van de jeugdzorg in 2015 worden de zaken steeds complexer, en is de werkdruk gestegen. Daardoor verlaten steeds meer jeugdbeschermers de sector, wat de werkdruk voor het resterende personeel nog verder opvoert.

Onverantwoord
Dat is onder andere te zien aan de caseload van jeugdbeschermers. Een gemiddelde fulltime jeugdbeschermer heeft tien tot veertien gezinnen onder zijn of haar hoede. Onverantwoord, vindt Arina Kruithof (bestuurslid bij Jeugdzorg Nederland en bestuurder bij Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond), want de ideale caseload is ‘hooguit zes tot acht gezinnen’.

Collectieve geheugen
Met de uitstroom van personeel komt het stelsel onder druk te staan, licht vakbondsbestuurder Maaike van der Aar toe: ‘Zelfs mensen die nog niet lang in dienst zijn, vertrekken snel. Inmiddels haken ook de oude rotten in het vak af, waardoor de jeugdbescherming haar collectieve geheugen verliest. Kwaliteit en kennis lopen zo de deur uit.’