Hobbels bij aanpak van verward gedrag
Gemeenten zijn nog steeds hard bezig om een sluitende aanpak te regelen voor mensen met verward gedrag. Die moet er op 1 oktober zijn. Daarbij stuiten gemeenten en regio’s regelmatig op obstakels. Hulp van de landelijke overheid blijft nodig. De hoop is dat nieuwe colleges de aanpak goed borgen.
![verwarde-man.jpg](https://cdn.binnenlandsbestuur.nl/styles/imported_hero/cloud-storage/bb_migrate/images/Uploads/2019/2/verwarde-man.jpg?itok=5jTaQopT)
Gemeenten zijn regievoerder
Door gemeenten, de ggz, de GGD, politie en andere partners is de afgelopen jaren heel hard gewerkt om personen met een verward gedrag adequaat te kunnen opvangen en te begeleiden naar de juiste zorg en ondersteuning.
Dat wil Onno Hoes, voorzitter van het Schakelteam Personen met verward gedrag, als eerste gezegd hebben. Maar tegelijkertijd moeten veel gemeenten er nog flink aan trekken. Want ze hebben weliswaar vrijwel allemaal een plan van aanpak klaar of zo goed als klaar, maar de praktijk is weerbarstiger. Zo weet ook Tjolina Proost, projectcoördinator aanpak verward gedrag van de Gooi- en Vechtstreek. De acht gemeenten die daar tot de gemeenschappelijke regeling behoren zijn ver, maar lopen af en toe tegen muren aan. Zoals bij het regelen van passend vervoer; daarover later meer.
‘Gemeenten zijn regievoerder’, benadrukt Hoes. Daarom ook heeft het Schakelteam in april een tussenbericht uitgebracht, waarin gemeenten werden opgeroepen tempo te maken, vooral in preventie te investeren én in hun coalitieakkoorden expliciet op te nemen dat deze groep mensen niet tussen wal en schip mag vallen. ‘We gaan nu checken of de nieuwe gemeentebesturen dit ook in het collegeakkoorden hebben opgenomen. En daarna moeten burgemeesters en wethouders volhouden en de aanpak goed borgen. Maar overal waar ik kom, beginnen bestuurders al automatisch te praten over het onderwerp.
Dat is heel mooi. Dat betekent dat het heel breed wordt opgepakt. Het gaat uiteindelijk om die keten waarbij het sociaal domein, de zorg en veiligheid aan elkaar worden verbonden en waarbij je met elkaar tot een oplossing probeert te komen om de drempels voor hulp weg te nemen. De personen waar wij het over hebben, hebben soms wel te maken met dertien verschillende instanties met het grote risico dat er nog steeds partijen zijn die de dossiers niet aan elkaar koppelen. Wij leren aan gemeenten en andere ketenpartners dat ze iemand aan de hand moeten nemen en informatie warm moeten overdragen. Niet op papier, maar door actief uit te leggen wat er met iemand aan de hand is.’
Vroegsignalering
Bevlogen en betrokken is Hoes als het gaat om personen met verward gedrag. Vol verve vertelt hij vanuit zijn burgemeesterskamer in Hoofddorp (Hoes is waarnemend burgemeester van Haarlemmermeer) over mensen die, om wat voor reden dan ook, even of langere tijd niet zelf hun boontjes kunnen doppen. ‘Niet iedereen redt het zelfstandig in deze maatschappij. Mensen vallen tussen wal en het schip. Daar moet je toch een oplossing voor vinden. Als Schakelteam zijn we onder andere met gemeenten in gesprek om te kijken hoe zij dat kunnen oppakken.’
Politie en de GGD’s zijn daar al geruime tijd actief in. ‘We proberen die ketens goed op elkaar aan te sluiten.’ Heel belangrijk is om in te zetten op preventie en vroegsignalering, het liefst in de wijk, dichtbij de mensen. ‘Dan en daar kun je de eerste signalen oppikken als er problemen dreigen te ontstaan. Soms gaat het om huiselijk geweld, soms is het een kind op school waarvan je het vermoeden hebt dat het allemaal niet zo lekker gaat. Als je dat laat lopen, kom je misschien vanzelf in een periode terecht dat iemand verward of agressief wordt, of in ieder geval zich buiten alle paden aan het waden is. Hoe eerder je erbij kunt zijn, hoe beter het is.’
Die vroegsignalering is iets waar de gemeenten van de gemeenschappelijke regeling Gooi- en Vechtstreek vol op inzetten. ‘Dat hebben we samen met partners, in het bijzonder de GGD én ervaringsdeskundigen opgepakt’, zegt Tjolina Proost. In gezamenlijkheid is gekeken naar wat nodig is om tijdig te hulp te kunnen schieten en wat er moet gebeuren om dat voor elkaar te krijgen. Dat is vervat in een regionale agenda, die weer naar concrete projecten is vertaald. ‘We willen onder meer dat professionals en vrijwilligers worden getraind in het herkennen van psychisch leed: hoe herken je dat iemand afglijdt en wat doe je er dan vervolgens mee?’ Daarnaast wordt ingezet op nauwe samenwerking tussen professionals in de wijk, zodat bij zorgelijke signalen snel kan worden doorgepakt naar de juiste hulp en ondersteuning.’ Een ander onderdeel van de Gooise aanpak is de inzet van een crisiskaart. ‘Dat is een heel mooi instrument om mensen meer regie te geven, ondanks dat ze misschien die regie even zijn kwijtgeraakt’, stelt Proost.
Op een kaartje met het formaat van een bankpas staat wat een persoon nodig heeft tijdens een crisis. ‘Bijvoorbeeld: als ik in paniek raak, of ik ga heel snel praten ga dan alsjeblieft niet nog harder tegen me praten, maar laat me even zitten en geef me een glaasje water. Zo simpel kan het zijn. Het is een soort persoonlijke gebruiksaanwijzing. We zijn nu bezig die verstrekking op te zetten, en ervoor te zorgen dat het ook wordt geborgd bij een van de crisisdiensten.’
Met elk van negen bouwstenen die nodig zijn om een goed fundament te bouwen rondom de aanpak mensen met verward gedrag (zie kader) is de regio op een soortgelijke wijze aan de slag gegaan. Wat moet er op elk van de negen onderdelen gebeuren, waar zitten de gaten en hoe kunnen die worden gedicht? En dat in overleg met samenwerkingspartners en ervaringsdeskundigen. De inzet van ervaringsdeskundigen is iets wat het Schakelteam toejuicht. Samenwerking tussen alle partijen is een must voor een sluitende aanpak, benadrukken Hoes en Proost verder. Hoes: ‘In zijn algemeenheid zie ik dat mensen wel veel opener staan om met elkaar de problematiek aan te pakken. Al was het maar omdat links en rechts wordt bezuinigd; je hebt elkaar hard nodig. Maar het gaat ook wel om een cultuurverandering, een mentaliteitsshift. Dat zie ik overal wel gebeuren, dat mensen vanuit zorg en veiligheid en het sociaal domein, veel meer open staan voor het feit dat je elkaars partner bent.’
De Gooi- en Vechtstreek werkte met tal van partners al goed samen rondom een bredere aanpak voor kwetsbare personen; dat heeft geholpen om nu redelijk ver te zijn met deze aanpak, aldus Proost. ‘Maar ook wij zijn er nog niet. We hebben de afgelopen jaren echt keihard gewerkt, maar we hebben ook nog een bak met huiswerk te doen. Het is echt een veelkoppig vraagstuk.’
Passend vervoer
Passend vervoer is voor de gemeenten en hun partners in Gooi- en Vechtstreek een deel van dat huiswerk. Meer gemeenten worstelen daarmee. ‘Passend vervoer is veelzijdig’, aldus Proost. ‘Wat voor de ene persoon passend is, is dat voor de ander niet. Soms is het nodig, als iemand een strafbaar feit heeft gepleegd, dat er een politieauto komt. Een andere keer moet er een ambulance komen. Waar het gat zit, en wat wij passend vervoer noemen, is psychiatrisch vervoer. Als iemand in de openbare ruimte of thuis in crisis is, en niet zelfstandig naar de crisisdienst kan komen of de beoordeling ter plaatse opvolging nodig heeft, willen wij zorgvervoer kunnen inzetten.’ Klinkt zo logisch als wat, maar ga het maar eens regelen. Dat blijkt een zware dobber, weet Proost inmiddels. Want wie betaalt wat, wie mag het vervoer regelen en aan welke kwaliteitsnormen moet het zorgvervoer voldoen?
De Gooi- en Vechtstreek is bijna zo ver dat ze een pilot kunnen starten waarmee de ggz bij de mensen thuiskomt, hen ter plekke probeert te kalmeren en te beoordelen, maar indien nodig naar de crisisdienst of opnamelocatie brengt. Er zijn echter nog wat partijen die dwarsliggen. ‘De Wet tijdelijke ambulancezorg maakt het ons niet makkelijker’, verzucht Proost. Daarin is geregeld wie zorgbehoevenden mag vervoeren en hoe. ‘Staatssecretaris Blokhuis (maatschappelijke opvang, red.) is nu bezig met aanpassing van de tijdelijke Wet op het ambulancevervoer’, stelt Hoes. ‘Wij hopen heel sterk, en dat is ook toegezegd, dat de ervaringen die nu worden opgedaan met alternatieve vormen van vervoer worden meegenomen bij de aanpassing van de wet. Het monopolie dat ambulances nu hebben, moet van tafel. Daarmee komt de weg vrij voor mengvormen.’
Gooi- en Vechtstreek heeft op alle ‘bouwstenen’ al projecten lopen of in de startblokken staan, waarvan het Schakelteam blij wordt. Mensen die het niet kunnen betalen, hoeven bijvoorbeeld geen eigen bijdrage te betalen. ‘Het is op zich helemaal niet verkeerd dat mensen een eigen bijdrage leveren aan de zorg die ze ontvangen’, vindt Proost. ‘Maar wij vinden wel dat de eigen bijdrage niet een drempel moet vormen voor mensen om zorg te accepteren. Als iemand de stap neemt om zorg te accepteren – en dat is zeker voor zorgmijders en mensen met een verslaving echt een grote stap –, dan moeten we daar niet met ons systeem tussen zitten. Voor die beperkte groep betalen wij, als gemeenten, de eigen bijdrage.’
Grote spijt
Met het regelen van een 24/7-meldpunt zijn de gemeenten nog bezig. ‘Je ziet een ontwikkeling van meer kwetsbare mensen in de wijk. We zijn ons als gemeente ervan bewust dat die ontwikkeling ook buiten kantooruren iets van ons vraagt. Van oudsher zijn we daar niet op ingericht’, aldus Proost. ‘We regelen nu 24/7-begeleiding. Daarnaast zijn we aan het kijken hoe we dat kunnen koppelen aan de hele crisisketen. De medische sector, inclusief de psychiatrie, is heel goed in crisis, wij vooral in de fase daarna. Hoe kunnen we de handen ineenslaan om ervoor te zorgen dat het structureel goed loopt.’
Hoes en ook Proost hopen dat de landelijke overheid bij de problematiek betrokken blijft, ook als op 1 oktober het Schakelteam ophoudt te bestaan. Voor het passend vervoer hebben gemeenten echt die landelijke overheid nodig, maar ook voor adequate beschikbaarheid en toegang tot expertise en (acute) zorg. En mogelijk lopen gemeenten, of andere samenwerkingspartners, straks tegen nog meer obstakels aan. Dan moet door de ‘systeemverantwoordelijke’ worden opgetreden. Een landelijk meldnummer waar ofwel de persoon met verward gedrag of zijn omgeving terecht kan, is tot grote spijt van Hoes ook nog niet geregeld. Daarnaast vindt Hoes dat GGD-instellingen ‘moeizaam, maar wel steeds meer in de wijk aan het bewegen zijn, maar dat is nog lang niet klaar. Daar moet door zowel de staatssecretaris als de Tweede Kamer veel druk op blijven worden uitgeoefend.’
Negen bouwstenen
Het Aanjaagteam personen met verward gedrag (voorloper van het Schakelteam) heeft in 2016 negen bouwstenen opgesteld. Deze vormen voor gemeenten en samenwerkingspartners de basis voor een sluitende aanpak.
• Inbreng mensen met verward gedrag en hun omgeving
• Preventie en levensstructuur
• Vroegtijdige signalering
• Melding
• Beoordeling en risicotaxatie
• Toeleiding
• Passend vervoer
• Passende ondersteuning, zorg en straf
• Informatievoorziening
Tips uit Gooi- en Vechtstreek
• Betrek ervaringsdeskundigen; die houden je scherp
• Hou elkaar als partners goed vast
• Laat je voeden door professionals en ervaringsdeskundigen. Pas het systeem aan op hun behoeften, in plaats van dat zij zich moeten voegen naar het systeem
• Stop op een gegeven moment met praten en plannen maken en ga in de praktijk lerenderwijs aan de slag
Plaats als eerste een reactie
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.