Het 'waarom' van de Jeugdwet moeten we voor ogen blijven houden
Momenteel is vooral het ‘wat’ en ‘hoe’ onderwerp van discussie binnen de stelselwijziging Jeugd. Laten we vooral ook de waarom-vraag blijven stellen, betoogt Leonard Geluk in zijn nieuwe column.
Een beleidsmaatregel of een wetsvoorstel zal nooit tot inspiratie leiden; dat weten we sinds de inspirerende TED-talk van Simon Sinek. Er is maar één manier om als bestuurder te inspireren: door steeds het ‘waarom’ voorop te stellen. Momenteel is vooral het ‘wat’ en het ‘hoe’ onderwerp van discussie binnen de stelselwijziging Jeugd.
Wat gaan we doen met de taken en functies van Bureau Jeugdzorg die ook in het nieuwe stelsel noodzakelijk zijn? Hoe gaan we continuïteit van zorg organiseren in 2015 en welke afspraken maken we daarover met de zorgaanbieders? Hoe gaan we de toeleiding organiseren vanaf 2015? Het zijn vragen en onderwerpen waarover veel transitiemanagers zich nu buigen, maar het zullen niet de onderwerpen en vragen zijn waaruit zij hun inspiratie halen. Waarom deden we het ook al weer? Waarom moet het hele stelsel van de jeugdhulp op zijn kop?
Als voorzitter van de Transitiecommissie (TSJ) ben ik altijd terughoudend geweest met opmerkingen te maken over de nieuwe Jeugdwet. Dit is aan de politiek; de transitiecommissie toetst de haalbaarheid van de implementatie van een wet die door de politiek is vastgesteld. Na de Tweede Kamer is de Eerste Kamer nu aan zet. We wachten de bespreking in de senaat met belangstelling af. Wat me opvalt in het politieke discours is dat het Waarom van de wet makkelijk aan de aandacht ontsnapt. Veel aandacht en tijd gaan zitten in de wat en hoe-vragen van het nieuwe stelsel. Als Transitiecommissie doen we daar ook aan mee; het is nu eenmaal onze opdracht om kritisch te kijken naar het implementatietraject. Het Waarom wil dan nogal eens naar de achtergrond verdwijnen. Want waarom deden we het ook al weer?
Vanuit mijn ervaringen als Rotterdams wethouder en als Utrechts schoolbestuurder ben ik niet positief over de huidige vormgeving van de jeugdhulp. Een drietal waarnemingen. De eerste is dat een goede samenhang van preventie, lichte ondersteuning en geïndiceerde (gespecialiseerde) zorg ontbreekt. Pas in de aanloop naar de nieuwe wet worden hier goede stappen in gezet, maar per saldo nog marginaal. De tweede is dat voor de meest ‘ingewikkelde’ kinderen die zorg vanuit verschillende regelingen ontvangen, de zorg het slechtst is geregeld. Zorg komt te laat, is in de regel te licht, duurt te kort en voor specifieke problematiek in het gezin is te weinig aandacht. Voor de groep die de zorg het hardste nodig heeft, is de zorg dus het slechtst geregeld. De bureaucratische muren zijn, tot slot, voor de groep die de zorg het hardste nodig heeft het hoogst.
Als je als kind of gezin van één regeling gebruik maakt of één specifiek probleem kent, dan werkt het systeem prima. Voor 75 procent van de kinderen in zorg is dit het geval. Als je tot de 25 procent behoort die met meerdere instanties te maken krijgt, dan is het een stuk ingewikkelder.
Waarom maken we een nieuw systeem voor de jeugdhulp? Waarom deden we het ook al weer? We willen een nieuw stelsel om het voor de meest kwetsbare groep kinderen en gezinnen beter te regelen. Dit ‘waarom’ van de Jeugdwet verdient het om op alle niveaus met verve te worden uitgedragen. Voor de TSJ blijft het dan ook een belangrijke toetssteen bij het verrichten van onze taak.
Dit jaar is het inrichtingsjaar voor het nieuwe stelsel. Ik wens iedereen veel succes met de vele hoe en wat-vragen die in 2014 moeten worden opgepakt. Bovenal wens ik eenieder veel inspiratie: blijf de waarom-vraag stellen!
Leonard Geluk
Meer columns van Leonard Geluk vindt u hier.
Reacties: 4
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.
Soms leidt de waarom vraag tot een geinspireerd geloof.
Je hebt wel heel veel geloof nodig om tussen de hoe en wats door geinspireerd te raken. Fijn dat Geluk dat kan; mij is dat niet gegeven.