‘Herhaal straatintimidatie niet in campagnes’
In een handreiking voor gemeenten adviseert Movisie te kiezen voor interventies die bewezen werken bij het tegengaan van straatintimidatie.
Bij de aanpak van straatintimidatie is het essentieel dat gemeenten een intersectionele aanpak gebruiken en waken voor campagnes die neigen naar victim blaming. Dat schrijft Movisie in een handreiking aan lokale overheden. Het nut van meldpunten is volgens het kennisinstituut beperkt.
Werkende interventies
De uitspraak ‘baat het niet dan schaadt het niet’ klopt niet als het gaat om straatintimidatie en seksueel geweld. ‘Baat het niet, dan schaadt het soms wel’, aldus Movisie. ‘Het is belangrijk dat beleid gebaseerd is op wat we weten dat werkt. Als je werkt met interventies die niet bewezen effectief zijn, kan het zijn dat ze niet het gewenste effect hebben.’
Sociale norm
Wat wel bewezen werkt is het stellen van een duidelijke sociale norm. Dat kan allereerst door je als gemeente structureel uit te spreken. ‘Denk aan reactie op incidenten of tijdens belangrijke dagen of campagnes zoals Orange the World. De burgemeester of wethouder kan bijvoorbeeld uitspreken dat geweld tegen meisjes en vrouwen niet getolereerd wordt.’ Ook publiekscampagnes met de eenduidige norm dat dat grensoverschrijdend gedrag niet oké is kunnen werken.
Niet nadoen
Bij dat soort campagnes moeten gemeenten ervoor waken dat ze niet vervallen in stereotypes. ‘Herhaal niet het gedrag dat je juist niet wilt. Speel bijvoorbeeld geen situaties van straatintimidatie na in een campagne’, aldus Movisie. Ook is het niet verstandig om een open dialoog of discussie te voeren over straatintimidatie. Daarmee stel je geen duidelijke norm, maar suggereer je dat het mogelijk is om er een andere interpretatie op na te houden.
Victim blaming
Preventie-activiteiten die de verantwoordelijkheid voor het tegengaan van straatintimidatie direct of indirect bij het slachtoffer neerleggen zijn af te raden. Dit zijn bijvoorbeeld weerbaarheidstrainingen en zelfverdedigingscursussen, die zich richten op het vergroten van de weerbaarheid van slachtoffers. ‘Deze interventies dragen bij aan wat we victim blaming noemen: slachtoffers het gevoel geven dat het hun eigen schuld is.’ Ze dragen niet bij aan het voorkomen van intimidatie op straat.
Intersectioneel
Movisie adviseert gemeenten daarnaast om te gaan voor een intersectionele aanpak. Dat wil zeggen dat er gekeken wordt naar meerdere factoren van diversiteit. Zo zijn bijvoorbeeld transgender vrouwen en bi+ vrouwen risicogroepen voor geweld, blijkt uit cijfers van het CBS. Andere voorbeelden van groepen die meer risico lopen zijn jongeren met een beperking, jongeren met schadelijke opvattingen over genderrollen, lhbtiqa+ jongeren en jongeren in de jeugdzorg. Gemeenten doen er daarom goed aan beleid te focussen op deze risicogroepen.
Meldpunten discutabel
Meerdere gemeenten hebben de afgelopen jaren meldpunten ingericht om straatintimidatie tegen te gaan. De eerste resultaten vallen tegen, onder andere omdat er onvoldoende meldingen binnenkomen om conclusies te kunnen trekken. Ook Movisie wijst op de tekortkomingen van deze meldpunten. ‘De meldingen die bij een meldpunt binnenkomen zijn het topje van de ijsberg. Ze dragen niet direct bij aan het verminderen of voorkomen van de oorzaken van onveiligheid. Er is geen onderzoek dat laat zien dat meldpunten helpen bij het uitdragen van een sociale norm. Over sociale norm verandering weten we wél dat onder andere campagnes en trainingen goed kunnen werken.’
Plaats als eerste een reactie
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.