Advertentie
sociaal / Nieuws

‘Grotere rol ouders bij gezinscentra’

Ouders moeten zo vroeg mogelijk betrokken worden bij de opzet van de Centra voor Jeugd en Gezin (CJG). Dat benadrukte de Engelse Sue Miller vorige week op een expertmeeting in Utrecht.

06 november 2009

In Engeland worden in elke gemeente centra opgezet die enigszins vergelijkbaar zijn met de Nederlandse Centra voor Jeugd en Gezin. In 2010 moeten dat er maar liefst 3500 zijn. Miller is verantwoordelijk voor de achttien centra in de pilotregio Newcastle en vertelde over haar ervaringen. In de Engelse centra is standaard een ‘ouderconsulent’ aanwezig, die de ouders naar het centrum moet krijgen. Miller: ‘Begin daar zo vroeg mogelijk mee. Betrek ouders bij de vraag waar het centrum komt, neem hen op in adviesraden en houd bij alles wat je organiseert rekening met ze. Dus let op werktijden en zorg voor eten. En zorg voor terugkoppeling.’

 

Als het centrum er eenmaal staat, blijken huisbezoeken de beste manier om mensen die niet uit zichzelf komen een CJG in te krijgen, is de ervaring in Newcastle. Langsgaan, vertellen wat je doet en mensen uitnodigen voor een vrijblijvende activiteit. Net als in Nederland vormt in de Engelse CJG’s de jeugdgezondheidszorg de ruggengraat van het centrum. De andere diensten worden eromheen gebouwd. Dit heeft als voordeel dat een stigma vermeden wordt. Miller: ‘Iedereen moet er toch zijn. Je bent dus niet direct een probleemgeval als je in ons centrum moet zijn.’

 

Internet

 

Ook deskundigen uit andere landen vertelden op de meeting over hun ervaringen. Zo zijn er in Finland goede ervaringen met internet. Een door de overheid ondersteunde website over relatieproblemen heeft tachtigduizend hits per maand: dat is vaak, op een bevolking van vier miljoen mensen.

 

Erna Hooghiemstra, lector Jeugd en Gezin aan de Fontys Hogeschool, organiseerde de meeting. De Nederlandse CJG’s moeten meer naar ouders luisteren, vindt ze: ‘We waren eerst bezig met de structuur van de centra, vervolgens met de rol van de professionals die er moesten werken. Nu komen we eindelijk toe aan de rol van de ouders, terwijl hun behoeften eigenlijk voorop hadden moeten staan. Hopelijk zijn we niet al te laat.’

 

Correcties en aanvullingen, geplaatst in Binnenlands Bestuur 46, 13 november 2009

 

De expertmeeting over Centra voor Jeugd en Gezin zoals genoemd in het artikel ‘Grotere rol ouders bij gezinscentra’ (BB 45, 6 november, pagina 13) is georganiseerd door het Nederlands Jeugd Instituut met medewerking van het ministerie voor Jeugd en Gezin. Erna Hooghiemstra, lector Jeugd en Gezin aan de Fontys Hogeschool was dagvoorzitter; niet de organisator.

 

Reacties: 1

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

R. Windt / onbetaalde "gezond verstand bevorderaar"
Deze aanpak is de meest logische.
Maar logica is kennelijk moeilijk toe te passen door beleidmakers.
Wat een kapitaalverspilling allemaal met dit topdown beleid. Fortuyn pleitte 20 jaar terug binnen de publieke sector voor vraaggericht beleid, i.p.v. het bureaucratische aanbodgerichte beleid.

Voorbeeldje. Een huisarts kon afgelopen week absoluut geen digitale psychologische ondersteuning bieden voor een depressieve invalide geworden vader, die deze vorm wel zag zitten. Voor de moeder had de huisarts wel bij de maatschappelijk werkster mogelijkheden om beter met de depressie van haar man te leren omgaan, ach ach.......
Voor de moeder was het nou juist prettig geweest, dat iemand anders even de buien opving, zonder dat zijzelf ook de deur uit moet daarvoor als nodige begeleidster. Er is nog een lange weg te gaan in hulpland.
In een andere gezinssituatie is er momenteel geen time out plek voor een puber met gedragsstoornissen die zichzelf en het gezin volledig aan het uitputten is. Dit nu meer dan een jaar van begeleiding, zonder resultaat, door een psychologe, die de ouders inbreng nagenoeg negeerde. Intelligente betrokken ouders dus!
Nu al weer een tijdje BJZ, maar die hebben voor deze catagorie geen opvang. Dan kom je terecht tussen jongeren die misdrijven hebben gepleegd etc., als er al een plaatsje beschikbaar is. Een diagnose wat de onderliggende problematiek is bij de puber, laat veel te lang op zich wachten.
De crisisthuisbegeleiding voor 6 weken moet weer overgedragen worden naar nieuwe mensen voor het vervolg.
Logischerwijs zou je verwachten dat die puber onderzocht wordt meteen op stoornissen. Men is vaak aan het eind van hun latijn en dan komt er, net als bij de schuldhulpverlening, nog een lange tijd van intakes er bovenop.
Advertentie