Gratis zwemles of een nieuwe fiets
Eén op de negen kinderen groeit op in armoede schreef de Kinderombudsman in 2013. In een alarmerend rapport riep hij gemeenten op meer te doen om arme kinderen te bereiken en te ondersteunen. Staatssecretaris Klijnsma (Sociale Zaken en Werkgelegenheid, PvdA) kwam met een extra geldbedrag van 90 miljoen euro per jaar over de brug. Ze riep gemeenten op dit vooral uit te geven.
Tussen het armoedebeleid van gemeenten bestaan grote verschillen. Een Schiedams gezin kan op vier keer zo veel geld rekenen als een arm gezin in de Noordoostpolder. Volgens hoogleraar socialezekerheidsrecht Gijsbert Vonk heeft een gang naar de rechter weinig zin.
Eén op de negen kinderen groeit op in armoede schreef de Kinderombudsman in 2013. In een alarmerend rapport riep hij gemeenten op meer te doen om arme kinderen te bereiken en te ondersteunen. Staatssecretaris Klijnsma (Sociale Zaken en Werkgelegenheid, PvdA) kwam met een extra geldbedrag van 90 miljoen euro per jaar over de brug. Ze riep gemeenten op dit vooral uit te geven. Dat doen ze ook, bleek vorig jaar uit een inventarisatie van de Inspectie SZW. Maar er zijn grote verschillen in beleid, aanpak en in uitvoering. En dat leidt tot grote verschillen in omvang van de ondersteuning.
Grofweg zijn er drie manieren waarop gemeenten kinderen uit armen gezinnen ondersteunen. Er zijn gemeenten die het helemaal in eigen hand houden, anderen besteden het helemaal uit aan particuliere maatschappelijke organisaties zoals stichting Leergeld, het Jeugd Sportfonds (JSF) en het Jeugdcultuurfonds (JCF). Een derde groep voert deels eigen beleid en heeft voor een deel een maatschappelijke organisatie ingezet.
In eigen hand
Westland is zo’n gemeente die het beleid in eigen hand houdt. Via een website kunnen kinderen zelf aanklikken wat ze nodig hebben. Door een keuzemenu wordt meteen duidelijk of ze voor vergoeding in aanmerking komen. De gemeente keert geen geld uit, maar vergoedt de kosten voor bijvoorbeeld een sportclub direct aan die vereniging. Om artikelen te kunnen aanschaffen in een winkel, ontvangt het kind per post een waardebon op naam. Voordeel van deze methode is dat die relatief goedkoop is. Een site ontwikkelen kost geld, maar daarna staat het systeem. Ook zijn er heel duidelijke criteria over wie wel en niet in aanmerking komen voor een vergoeding. Maar dit kan tegelijkertijd een nadeel zijn, want maatwerk is mensenwerk.
Leeuwarden en veel andere Friese gemeenten hebben het gehele bedrag voor ondersteuning van kinderen in armoede overgedragen aan stichting Leergeld. Er bestaat groot vertrouwen in de methode die de stichting hanteert. ‘Een vrijwilliger van Leergeld legt altijd een huisbezoek af zodra er een ondersteuningsvraag binnenkomt’, zegt directeur Gaby van den Biggelaar van Leergeld Nederland, de koepelorganisatie van de lokaal opererende stichtingen. ‘Die komt dan misschien langs omdat een kind een fiets nodig heeft, maar ziet meteen dat er meer kinderen zijn. En dat het goed is als die kinderen gaan sporten.’
Lokale aanpak
De Stichting Leergeld heeft inmiddels 88 lokale afdelingen waarmee het in 237 gemeenten actief is. Dat aantal groeit nog steeds, vorige maand nog werd in Wassenaar nummer 88 aan de lijst toegevoegd. Van oorsprong is Leergeld een particuliere organisatie die ook particulier wordt gefinancierd. Maar steeds meer gemeenten hevelen een deel van hun budget over in de vorm van subsidie en laten Leergeld de ondersteuning doen. ‘We werken vanuit de lokale aanpak’, aldus Van den Biggelaar.
‘Alle stichtingen zijn autonoom. Ze zijn zelf verantwoordelijk voor het beleid dat ze voeren en voor de financiën die ze binnenhalen. Gemeenten mogen geen categoriale regelingen meer hanteren. Stichting Leergeld kan dat wel.’
Leergeld keert nooit geld uit aan kinderen of ouders, maar betaalt de contributie aan een sportvereniging of het schoolreisje aan de school. Van den Biggelaar: ‘Voordeel daarbij is dat we in gesprek komen met zo’n school. We proberen dan meteen een regeling te treffen, waarbinnen ook de school zijn verantwoordelijkheid neemt en bijvoorbeeld de helft van het schoolreisje betaalt. Daarom is die lokale aanpak zo belangrijk; we maken afspraken met lokale scholen, lokale sportclubs en lokale ondernemers.’
Doordat Leergeld met vrijwilligers werkt, zijn de uitvoeringskosten laag. Bovendien wordt maatwerk geleverd, want de vrijwilligers kijken per kind of per gezin wat er nodig is. Het kan er wel voor zorgen dat kinderen binnen een gemeente die op het oog in een vergelijkbare situatie zitten, niet hetzelfde vergoed krijgen. ‘Onze stichtingen zijn autonoom’, aldus Van den Biggelaar. ‘Wij kijken puur naar het kind, niet naar of de ouders misschien een eigen huis hebben of in de schuldsanering zitten. Als dat problemen oplevert met de inkomensgrens of de andere toewijzingscriteria die een gemeente hanteert, dan kunnen we altijd nog iets vergoeden uit een ander potje. We zijn voor onze inkomsten niet alleen afhankelijk van de gemeente. We maken onze eigen afweging. Het kan niet zo zijn dat onze enige toegevoegde waarde is dat we gemeentebeleid uitvoeren. We zijn geen verlengstuk van de gemeente.’
Weinig kans
De Groningse hoogleraar socialezekerheidsrecht Gijsbert Vonk kijkt er niet van op dat er binnen en tussen gemeenten verschillen ontstaan. Gemeenten mogen met het aanvullend budget dat ze van Klijnsma hebben gekregen tenslotte ‘naar beste inzicht’ bepalen hoe ze dat uitgeven. Zolang gemeenten daar democratisch over beslissen, denkt hij dat een gang naar de rechter om verschillen in ondersteuning aan te kaarten weinig kans maakt. Anders wordt dat als een gemeente helemaal geen beleid maakt en het geld bijvoorbeeld in de pot algemene middelen stopt. Dat zou in strijd kunnen komen met sociale grondrechten. ‘Een gang naar de Nederlandse rechter heeft dan echter over het algemeen weinig zin. Die is heel terughoudend in de toetsing van sociale grondrechten. Maar internationaal ligt dat anders. Verdragen als het Europees Sociaal Handvest of het VN-Verdrag economische, sociale en culturele rechten en het VN-kinderrechtenverdrag schetsen een ander beeld. De regering kan aangesproken worden als één gemeente geen beleid hierover maakt. En Den Haag kan zich dan niet verschuilen achter “dat hebben we gedecentraliseerd”.’
Vonk spreekt van een lacune in ons stelsel van rechtsbescherming en pleit daarom voor een instantie die zich bezighoudt met het handhaven van sociale grondrechten. ‘Ik zou zeggen geef College voor de Rechten van de Mens als extra bevoegdheid om klachten in behandeling te nemen over de schending van sociale grondrechten. Dan hoeven mensen met hun klachten niet meer naar Europa of de VN en dan kunnen gemeenten aangesproken worden in plaats van Nederland als geheel.’
Vier gemeenten, vier uitkomsten
Hoe worden kinderen die in armoede opgroeien ondersteund? Ons fictieve gezin bestaat uit twee kinderen en één ouder. Ze leven van een bijstandsuitkering. Het jongste kind is acht en moet leren zwemmen en heeft een schoolreisje. Het oudste kind van twaalf gaat naar de middelbare school en heeft schoolspullen, een fiets en een computer nodig.
Heerlen: Kortingsregeling
Heerlen heeft veel armoedeondersteuning belegd bij de stichting Leergeld. De zwemlessen worden via het schoolzwemmen geregeld. Voor alle andere zaken die nodig zijn, kan het gezin bij Leergeld terecht. Naast de genoemde voorzieningen kan het gezin naar de kledingbank (twee keer per jaar), de voedselbank, Jarige Job en is het lidmaatschap van de bibliotheek gratis voor kinderen tot achttien jaar. Daarnaast komen zowel kinderen als volwassenen in aanmerking voor een gemeentelijke kortingsregeling van 70 euro per persoon per jaar voor de kosten van sportieve, sociale of culturele activiteiten.
Noordoostpolder: Meedoen-bon
Noordoostpolder voert armoedeondersteuning zelf uit. Het gezin kan voor beide kinderen een Meedoen-bon krijgen ter waarde van 150 euro. Deze bonnen kunnen ingewisseld worden voor sport, recreatie, ontmoeting en cultuur, maar niet voor schoolspullen, computers en dergelijke.
Maximale ondersteuning van dit gezin: 300 euro.
Schiedam: Gratis vervoer
De gemeente Schiedam heeft een groot deel van het beleid in huis en reserveert maximaal 280 euro voor een kind tot twaalf jaar (50 euro voor onderwijs), 330 voor oudere kinderen (100 euro voor onderwijs). In dit geval worden zwemles en schoolreisje vergoed en de computer als het kind in de brugklas zit. Hiervoor is maximaal 500 euro beschikbaar.
Maximale ondersteuning van dit gezin: 1.110 euro.
Schiedam heeft verder een regeling duurzame gebruiksgoederen, een Rotterdampas en voedsel- en kledingbank. Ook is openbaar vervoer binnen de grenzen van gemeentelijk vervoersbedrijf gratis.
Drechtsteden: Fiets vergoed
De Sociale Dienst Drechtsteden voert het armoedebeleid uit in nauwe samenwerking met de stichting Leergeld. Voor het kind van acht jaar is maximaal 250 euro beschikbaar voor onder meer zwemles, schoolreis. Voor het oudere kind worden de kosten voor schoolspullen, fiets en computer vergoed tot een maximum van 790 euro per jaar.
Maximale ondersteuning van dit gezin: 1.040 euro.
Extra: naast de voedsel-, kleding- en huisraadbank heeft Drechtsteden – Samenwerkingsverband van Dordrecht en zes nabuurgemeenten – voor toptalenten in muziek of sport de mogelijkheid maximaal 2.500 euro te krijgen voor de aanschaf van een instrument of het maken van een reis naar een WK.
Praktijkvoorbeeld: zwemlessen
Uit inventarisaties van Binnenlands Bestuur en Leergeld Nederland blijkt dat veel gemeenten het belangrijk vinden dat ook kinderen uit arme gezinnen leren zwemmen. Maar de ondersteuning loopt sterk uiteen. Er zijn gemeenten die schoolzwemmen vergoeden, of alleen voor kinderen in groep 5, 6 en/of 7, of alleen voor diploma A, of een tussenvorm. Er zijn gemeenten die particuliere zwemlessen vergoeden, of alleen voor diploma A, of de eerste twintig lessen, of alleen voor kinderen wier ouders niet meer dan 110 procent van het sociaal minimum verdien, of 120 procent. Sommige gemeenten verstrekken geld aan de ouders, andere aan zwembaden.
Reacties: 1
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.