Advertentie
sociaal / Nieuws

Groei Wajong sterk regionaal bepaald

Het aantal mensen met een Wajong-uitkering groeide in minder dan 10 jaar van 120 duizend naar 195 duizend. In de ene regio groeit de groep harder dan in de andere.

21 juni 2010

De steile groei van het aantal jonge mensen met een arbeidsongeschiktheidsuitkering, de zogenaamde Wajong-uitkering, baart de politiek veel zorgen. Om de uit de hand lopende kosten in te perken, wordt vaak gedacht aan maatregelen voor de hele groep. Zo zijn de regels vorig jaar aangescherpt. Nieuwe cijfers geven echter aan dat lokale omstandigheden een grote rol spelen: het aantal mensen met een jonggehandicaptenuitkering stijgt lang niet overal even hard. In Groningen is de toename het grootst, in Zuid-Holland het laagst.

 

Een en ander blijkt uit het onderzoek Beperkt aan het werk van het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP). Een ‘frappante uitkomst’ die om nader onderzoek vraagt, zegt SCP-onderzoekster Gerda Jehoel-Gijsbers over de grote regionale verschillen. Er is veel gezegd en geschreven over de oorzaken voor de toename van het aantal Wajongers (o.a. de groei van speciaal onderwijs, het doorverwijzen uit de bijstand en grotere bekendheid van de regeling), maar verschillen tussen regio’s zijn nieuw. Het SCP ziet twee verklaringen.

 

Jehoel: ‘Wat ten eerste opvalt is dat je eenzelfde kaart zou kunnen maken voor leerlingen met een onderwijsachterstand. Precies in de gebieden waar die concentratie het hoogst is, stijgt ook het aantal Wajongers het hardst. Het ambitieniveau in het onderwijs is in de noordelijke provincies vrij laag en mensen trekken er weg. Dan hou je een populatie over met relatief veel mogelijke Wajongers.’

 

Een andere verklaring zou kunnen liggen in de grotere instroom van jongeren in de AWBZ. Kon je eerst alleen ondersteuning uit die regeling aanvragen bij een IQ van 70 en lager, sinds 2005 is die grens gelegd bij 85. Het aantal jongeren tot 23 jaar dat een aanvraag indiende is tussen 1998 en 2008 verdrievoudigd. ‘En bij gebruik van de ene regeling wordt vaak doorverwezen naar de andere’, aldus Jehoel.

 

Eén verklaring kunnen de SCP’ers in elk geval uitsluiten. Veel Wajongers wonen in een instelling, maar er is in de ‘groeigebieden’ geen sprake van een concentratie van die groep. In Groningen wonen juist relatief weinig Wajongers in een instelling (17 procent, tegenover 26 procent in Zuid-Holland). Bovendien hebben de Wajongers in de gebieden waar hun aantal snel toeneemt, iets vaker een baan dan elders.

 

Naast de regionale verschillen valt ook de relatief sterke toename van het aantal Wajongers in Rotterdam op, in vergelijking met de andere drie grote steden. Utrecht heeft per 10 duizend inwoners de meeste Wajongers (109), maar de toename van het aantal Wajongers in de onderzochte periode (tussen 2001 en 2006) is in Rotterdam het sterkst van de G4: van 82 naar 104 per 10 duizend inwoners. Hoe dat kan? Het SCP weet het niet. Het UWV Werkbedrijf bepaalt wie toegang hebben tot de Wajong. Woordvoerder Marjanne de Groot sluit als verklaring uit dat in verschillende delen van het land anders wordt geoordeeld over wat mensen kunnen.

 

‘Als je regionale factoren als de arbeidsmarktomstandigheden en de omvang van de beroepsbevolking uit de vergelijking zou halen, dan is de instroom overal vergelijkbaar, denken wij. Lokale situaties hebben grote invloed. Er wordt bijvoorbeeld wel eens gesuggereerd dat het relatief hoge aantal autisten in de Wajong in Brabant samenhangt met Philips. Dat bedrijf vraagt mensen met hoogwaardige technologische kennis. Onder hen komt autisme vaker voor.’

 

Er zijn plannen om de Wajong, die nu nog wordt gefinancierd door het Rijk en uitgevoerd door het UWV Werkbedrijf, over te hevelen naar de gemeenten. Daarmee wordt het probleem van doorverwijzen van bijstandsgerechtigden (verantwoordelijkheid van gemeenten) naar de Wajong ondervangen, maar Jehoel wijst op een nieuw probleem.

 

’Hoe ga je dan het geld verdelen? Is daar over nagedacht?’Wajong Bij de Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten ( Wajong) gaat het om personen die arbeidsongeschikt zijn op de dag dat ze 17 jaar worden. Jongeren die na hun 17de arbeidsongeschikt werden maar daarvoor studeerden, kunnen ook een Wajong-uitkering krijgen. Onder voorwaarden kunnen ook personen na hun 30ste verjaardag recht hebben op een uitkering. Er moet dan gebleken zijn dat het gebrek of ziekte, op grond waarvan de uitkering kan worden toegekend, is ontstaan voor hun 18e verjaardag.

Plaats als eerste een reactie

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

Advertentie