Advertentie
sociaal / Nieuws

Gezondheidsverschillen? Het dorp lost ze op

Aan de slag met gezondheidsverschillen? Dat doen ze in Drenthe zonder overheid met het project ‘Dorp in beweging’.

Hardlopende man
Shutterstock

Luit Hummel kan vrolijk vertellen over ‘Dorp in Beweging’, waarbij vijf dorpen in Zuidoost-Drenthe zogenaamde beweegprojecten hebben gerealiseerd. Trots somt de adviseur plattelandsontwikkeling van de Brede Overleggroep Kleine Dorpen (BOKD) een en ander op, zoals 'een beleef- en beweegtuin, een MTB-baan, een dorpsmoestuin en vier wandelroutes met beweegtoestellen. Allemaal van onderaf gerealiseerd.’

Coördinator Planning & Control

Certus Groep in opdracht van de Bel Combinatie
Coördinator Planning & Control

Juridisch Adviseur

Certus Groep in opdracht van Gemeente Bodegraven-Reeuwijk
Juridisch Adviseur

Achterstand

Het gebied in de voormalige veenkoloniën kampt met relatief veel gezondheidsachterstand. Welke behoeftes en plannen op het gebied van gezondheid leefden in Zuidoost Drenthe? Vijftien dorpen schreven op de uitvraag in, vijf bleven over. Alle projecten zijn bedacht en gerealiseerd door dorps­organisaties. Sinds de oplevering in 2021 worden de voorzieningen intensief gebruikt door bewoners en gasten uit andere dorpen, vertelt Hummel.

Bemiddelaar

Zijn BOKD is vaak bemiddelaar tussen initiatiefnemers en gemeenten in Drenthe. ‘De projecten bleken te groot voor gemeentelijke subsidies en te klein voor Europese subsidie. Dus hebben we ze gebundeld in ‘Dorp in Beweging’ om samen groot genoeg te zijn voor een LEADER-subsidie uit Brussel. Een van de voorwaarden was dat je onderling kennis uitwisselde en dat heeft tot een verrassende samenwerking geleid. De dorpsmoestuin in het ene dorp inspireerde het zorgcentrum in het andere dorp tot een grotere rol voor de groentetuin in hun beleeftuin. En de manier om het gebruik van een beweegroute te stimuleren bleek ook te werken bij bestaande beweegtoestellen op een andere plek.’

Kafkaiaans

Weinig stimulerend was de Brusselse bureaucreatie, vertelt Hummel iets minder vrolijk verder. ‘Die was kafkaiaans. Het duurde erg lang voordat de verantwoordingen goedgekeurd waren, dat ging soms over wel vier schijven. Ontbrak een handtekening, dan kon je gekort worden. Alles was gebaseerd op wantrouwen. Het toppunt was het bezoek afgelopen februari van mensen van de Europese Rekenkamer. Zij kwamen bij een deelproject de bomen één voor één tellen. Waren de beloofde bomen ook inderdaad allemaal geplant? We zijn blij dat we met de vrijwillige inzet van actieve bewoners in de dorpen onze projecten konden realiseren, dat we konden bijdragen aan de gemeenschap, maar met LEADER? Dat willen de dorpen nooit meer.’

Indrukwekkende besparingen

Hummel is ook landelijk actief, bij Nederland Zorgt Voor Elkaar (NLZVE). Met Jan Smelik als voorzitter werkt NLZVE aan de continuïteit van zorgzame gemeenschappen. De term zit in de lift. Iedereen verwacht er alles van, maar op boter bij de vis hoeven lokale gemeenschappen nog weinig te rekenen. Terwijl ze volgens Smelik voor indrukwekkende besparingen op het zorgbudget kunnen zorgen. ‘Alle onderzoeken pakken positief uit. Zo is in Dongen vanuit een zorginstelling een zorgzame gemeenschap gebouwd, per kwetsbare oudere bespaart dat jaarlijkse 50.000 euro.’

Waarom moeten bewonerscollectieven hun meerwaarde aantonen?

Meerwaarde

Het liefst zou hij één groot onderzoek laten doen naar de meerwaarde van zorgzame gemeenschappen. ‘Zodat we in één keer van alle gezeur af zijn. Maar waarom moeten bewonerscollectieven hun meerwaarde aantonen, terwijl de meeste organisaties in Nederland zich daar nooit zorgen over hoeven te maken?’ reageert Hummel. ‘Een bewonerscollectief is gewoon lekker bezig op lokaal niveau, waar je vooral sociale meerwaarde ziet, voor vrijwilligers en voor mensen die van de voorzieningen gebruikmaken. Zij lopen nou niet meteen warm voor het aantonen van hun economische of financiële meerwaarde. Als het dorp gelukkig is en het prettig wonen is – dat vinden ze het belangrijkste.’

Subsidie

Toch is het berekenen van de opbrengst van belang voor het verkrijgen van noodzakelijke financiering, weet ook Hummel. ‘Zorgcoöperaties en bewonerscollectieven zie je vaak ongelooflijk goed opstarten, dan volgt een heel actieve periode en dan komt er een punt waarop ze hun organisatie moeten versterken. Dan is subsidie nodig en als dat niet komt, gaat het toch minder goed lopen.’ Een paar jaar geleden liet NLZVE een monitor maken. ‘Ook daaruit blijkt dat zorgzame gemeenschappen in hun groei en bloei belemmerd worden door gebrek aan structurele financiering,’ aldus Smelik.

Onder druk

Hij wijst op alle verschillende potjes en wetten, die nog steeds veelal op individuele zorg gericht zijn. ‘Ook de WMO. Daar staan de voorliggende voorzieningen onder druk, omdat gemeenten veel individuele ondersteuning moeten verlenen.’ Zorgkantoren, zorgverzekeraars en gemeenten proberen incidenteel gemeenschapsinitiatieven wel buiten de reguliere kanalen om te financieren, erkent Smelik. ‘Maar dat gaat lastig. Er moet structureel geld komen.’

Lees het hele verhaal deze week in BB11 (inlog).

Plaats als eerste een reactie

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

Advertentie