Gericht gezonder
Met het programma ‘Gezond in…’ bestrijden gemeenten sinds twee jaar gezondheidsachterstanden bij kwetsbare burgers. Het rijk levert budget, gemeenten mogen het naar eigen believen inzetten. Ambassadeur Rinda den Besten: ‘De kracht van het programma is dat burgers er zelf een grote rol in hebben.’
Gebrekkige welzijn van kwetsbare groepen aangepakt
In sommige gemeenten is het aantal mensen met een gezondheidsachterstand structureel veel hoger dan in andere. De 164 gemeenten die twee jaar geleden beneden het landelijk gemiddelde zaten, hebben steun gekregen van het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. Via GIDS (Gezond In De Stad) is er voor een periode van vier jaar 70 miljoen euro beschikbaar gesteld om te werken aan de gezondheid van lager opgeleiden en migranten. Naast het geld krijgen gemeenten ook advies en hulp.
‘De landelijke overheid levert nadrukkelijk geen blauwdruk hoe de gemeenten het moeten doen’, vertelt Rinda den Besten, oud-wethouder volksgezondheid in Utrecht en sinds twee jaar ambassadeur van het programma ‘Gezond in…’. ‘Het geld dat het rijk beschikbaar heeft gesteld is ook niet gelabeld. Vier jaar lang mogen gemeenten hun eigen lokale aanpak hiermee vormgeven. De lokale gemeenteraad is het orgaan waaraan verantwoording wordt afgelegd.’
Het gevolg van die vrijheid is dat gemeenten heel verschillend om gaan met het Haagse geld. Zo wordt het in Emmen deels uitgegeven aan een huisarts die hierdoor een aantal uur per week kan vrijmaken om een verbindende rol tussen huisartsen en gemeente te vervullen. Maar de Drentse gemeente heeft ook een schoolgebouw laten staan dat op de lijst stond voor sloop. Omwonenden hebben er een buurtrestaurant van gemaakt, gerund door vrijwilligers en wijkbewoners. Mensen uit de buurt met een krappe portemonnee kunnen er gezond koken en gezond eten voor een gering bedrag. Bovendien is er een werkervaringsplaats voor een kok. In samenwerking met de school gaan bejaarden met kinderen tuinieren, de opbrengst van de tuin komt ten goede aan het restaurant.
Gericht
Het programma ‘Gezond in…’ richt zich op het ondersteunen van lager opgeleiden. Mensen met lagere inkomens en een lagere opleiding leven gemiddeld zeven jaar korter dan mensen met een hoge opleiding, en zelfs negentien jaar minder in goed ervaren gezondheid. ‘Vroeger zag je dat gemeenten interventieplannen voor bijvoorbeeld jeugd of ouderen hadden’, vertelt Den Besten. ‘Maar echt een aanpak voor gezondheidsachterstanden was er niet. Het besef is er nu dat dit iets anders is dan algemeen beleid voeren.
Dit is echt gericht op een andere groep.’ Soms is het lastig te verdedigen dat beleid niet voor iedereen uit een bepaalde groep is bedoeld, weet Den Besten. Daarom is het belangrijk om te kunnen zien waar de problemen precies zitten. 70 procent van de gemeenten die meedoen heeft inmiddels een wijk- of een gebiedsscan gemaakt. Den Besten: ‘Echt een fundamentele scan waarop je kunt zien waar de achterstanden zitten en de oorzaken daarvan helder kunt krijgen. Bijvoorbeeld in gebieden waar veel sociaal isolement zit. Of gebieden waar veel schulden zijn. Met zo’n wijkscan kan de wethouder tegenover de raad goed verantwoorden waarom er in een specifiek gebied moet worden geïnvesteerd.’
Granieten bestand
In Amstelveen wordt het geld van ‘Gezond in…’ voor een deel ingezet om mensen uit het granieten bestand te helpen. Dat zijn mensen die al jaren in de bijstand zitten en waarvan min of meer wordt aangenomen dat ze er ook niet meer uitkomen. Gebrek aan zelfvertrouwen is daarbij vaak een groot probleem. Met behulp van het geld én het advies kunnen mensen in gesprek met een coach iets aan het gebrek aan zelfvertrouwen doen en zo misschien weer meer kans op een baan maken. Den Besten: ‘We hebben in ieder geval al één mooi voorbeeld gehoord van iemand bij wie dat gelukt is.’
Vaals doet het heel anders. Daar is een ‘beweegmakelaar actief’ die haar functie heel letterlijk neemt. Niet alleen worden projecten als sport voor bejaarden of loopclubjes voor jongeren opgezet, maar ze probeert mensen echt uit de stoel te krijgen. Den Besten: ‘Ze belt bijvoorbeeld aan bij mensen die weinig sociale contacten hebben en vraagt wat ervoor nodig is hen weer in beweging te krijgen. Samen bepalen ze wat er nodig is en zorgen ze dat iemand weer meer onder de mensen komt.’
Ze noemt het de kracht van het programma dat bewoners zelf een grote rol hebben in het bepalen hoe ze geholpen willen worden. ‘Geen blauwdruk die wordt uitgerold of geïmplementeerd. Maar echt een decentralisatie waarbij gemeenten zelf, mét de inwoners, bedenken hoe het geld besteed wordt.’ Na twee jaar is het lastig om met harde resultaten te komen, maar effecten zijn er zeker, vindt Den Besten. ‘Twee jaar geleden werden nog weleens wenkbrauwen gefronst als wij binnenkwamen. Dan vroegen ambtenaren zich af wiens portefeuille het was en moesten mensen van de afdelingen welzijn, de sociale dienst, de GGD en sport zich aan elkaar voorstellen. Dat is voorbij, dus de integraliteit is versterkt, de schotten zijn verdwenen. Maar we merken ook dat het een hardnekkig probleem is dat soms al generaties lang bestaat. Gezondheidsachterstand is soms bijna erfelijk. Daar moeten we doorheen breken.’
Praktisch programma
Het programma ‘Gezond in…’ wordt uitgevoerd in het kader van het Nationaal Programma Preventie, door Pharos en Platform31, en wordt gefinancierd door het ministerie van VWS. Gemeenten kunnen bij ‘Gezond in…’ terecht voor informatie en praktische instrumenten om gezondheidsachterstanden aan te pakken. Daarbij wordt breder gekeken dan de alleen leefstijl van mensen. Het advies spitst zich toe op de dieperliggende oorzaken van gezondheidsachterstanden via vijf sporen: gedrag & vaardigheden, participatie, preventie & zorg, fysieke omgeving en sociale omgeving. Ook worden er landelijke- en regionale bijeenkomsten georganiseerd. Het programma loopt nog tot eind 2017.
Plaats als eerste een reactie
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.