Advertentie
sociaal / Column

Juist nu scherpe gemeenteraden nodig

Gemeenteraden moeten nu betrokken zijn bij de transitie jeugdzorg. Het gaat om kaderstelling op de inhoud − welke maatschappelijke effecten moeten worden nagestreefd, welke prestaties moeten worden behaald en hoe gaan we dat met zo min mogelijk bureaucratie volgen −, op de financiën, maar ook op de regionale samenwerking, betoogt Leonard Geluk.

05 december 2013

Gemeenten staan voor een enorme opgave. De drie grote decentralisaties in het sociale domein leiden tot een grote toename van de verantwoordelijkheid van gemeenten. De gemeente wordt met stip de belangrijkste overheidslaag. 

De Transitiecommissie Jeugd − in de wandelgangen ook wel aangeduid als de commissie Geluk −  volgt een van de drie decentralisaties. Dit is een boeiende klus. Afgelopen maanden konden we in alle regio’s een kijkje in de keuken nemen. Een aantal gemeenten bereidt de transitie jeugd voor in een gezamenlijke aanpak met de twee andere decentralisaties, zodat er sprake is van afstemming in het gehele sociale domein. Dit is terecht. De doelgroepen van de transities zijn behoorlijk overlappend en als het adagium ´één gezin één plan´ echt serieus wordt genomen is een gezamenlijke aanpak van de drie transities nodig. Het is jammer dat de andere decentralisaties geen transitiecommissie kennen. Het zou mooi zijn om te zien of de transitie op grond van de participatiewet en de Wet maatschappelijke ondersteuning (Mo) goed verloopt, of gemeenten daar klaar voor zijn en of er geen mensen tussen wal en schip terecht komen als gevolg van de decentralisatie.

Hoewel gemeenten proberen de transities te koppelen, is dit in de praktijk zeer lastig. Eén transitie in een kort tijdsbestek voorbereiden is al een hele tour, laat staan drie. Door de decentralisaties te koppelen wordt de aanpak niet simpeler en verloopt deze ook niet sneller. Het is de vraag wie nog het overzicht heeft van alle gevolgen van alle transities bij elkaar. Iedere decentralisatie heeft een eigen dynamiek en bezuinigingsdoel, iedere decentralisatie legt verantwoordelijkheid bij mensen zelf en bij de samenleving als geheel, iedere decentralisatie doet een beroep op het beschikbare aanbod van zorg en welzijn. En los van de decentralisaties wordt de markt van zorg en welzijn getroffen door reguliere bezuinigingen. Niemand kan nu overzien hoe alle veranderingen en bezuinigingen bij elkaar opgeteld uitpakken voor inwoners van gemeenten. Elke decentralisatie als zodanig kan passend zijn, de cumulatie van de decentralisaties kan fors zijn en vergt in ieder geval scherpe keuzes van gemeenten.

Om die scherpe keuzes te kunnen maken, zijn sterke en betrokken gemeenteraden nodig, die de consequenties van hun keuzes kunnen inschatten. Maar gemeenteraden zijn onvoldoende betrokken, zo bleek ook uit een recent onderzoek van de rekenkamers van vier Brabantse gemeenten. Enkele factoren maken dat gemeenteraden onvoldoende betrokken zijn bij de decentralisaties: de tijdpaden zijn uiterst kort, gemeenten werken samen in regio’s en maken daar bindende afspraken en de inhoudelijke complexiteit van de sociale vraagstukken vergt veel van raadsleden.  Een beperkte betrokkenheid van de gemeenteraad is begrijpelijk maar onwenselijk.

De vier rekenkamers van de Brabantse gemeenten riepen gemeenteraden op om snel gebruik te maken van hun kaderstellende bevoegdheid. De gemeenteraad moet zich meer met de transitie bemoeien. Deze conclusie van de rekenkamers kan ik onderschrijven. Gemeenteraden moeten nu betrokken zijn. Het gaat om kaderstelling op de inhoud − welke maatschappelijke effecten moeten worden nagestreefd, welke prestaties moeten worden behaald en hoe gaan we dat met zo min mogelijk bureaucratie volgen −, op de financiën, maar ook op de regionale samenwerking. Raden moeten ook afspraken maken over informatievoorziening vanuit het college over de financiële risico’s, het implementatietraject en de momenten waarop de raad in beeld komt.

Daarom moeten gemeenteraden nu betrokken worden en betrokkenheid eisen. Gemeenteraden moeten in gesprek met het college over ‘jeugdhulp-onderwerpen’ en de cumulatie van effecten van de drie transities. De verantwoordelijkheid van de gemeente neemt enorm toe − de gemeente is de eerste overheid − en daarmee ook de rol van de gemeenteraad. De raad is het belangrijkste politieke orgaan in Nederland. Het is wenselijk dat dit zichtbaar wordt bij de voorbereiding van de grootste transitie in het sociale domein ooit.

Leonard Geluk

Meer columns van Leonard Geluk vindt u hier.

Plaats als eerste een reactie

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

Advertentie