Tip 59: Doe snel een echte praktijk stresstest
Gemeenten zouden met het oog op de transitie van de jeugdzorg een praktijkstresstest moeten doen, meent Erik Gerritsen.
De afgelopen weken was er weer veel wapengekletter te horen tussen alle bij de transitie jeugdzorg betrokken partijen. Ik verwacht dat dit helaas nog wel een tijdje door zal gaan. Helaas, omdat het wapengekletter zich vooral lijkt te concentreren op het met beschuldigende vingers naar elkaar wijzen.
Gemeenten en jeugdhulporganisaties wedijveren om wie de luidste noodkreet kan slaken. Hoe zich dit, wat betreft de gemeenten, verhoudt tot bijvoorbeeld de reactie van de VNG en vele wethouders dat men op koers ligt, puzzelt me nog wel. De staatssecretarissen blinken uit met geruststellende brieven aan de Tweede Kamer met een hoog “kir” (kluitje in het riet) gehalte. Daar kan minister Opstelten nog een puntje aan zuigen. Principiële tegenstanders van de transitie kruipen weer uit hun schulp en roepen: “zie je wel, ik had hiervoor gewaarschuwd”, terwijl een chaotische voorbereiding natuurlijk geen argument is om inhoudelijk tegen de transitie te zijn.
In alle strijdgewoel lijkt de bedoeling van de transitie als hefboom voor de transformatie die moet leiden tot een verbetering van de situatie van kwetsbare kinderen meer en meer uit beeld te raken. Sterker nog, door alle gedoe wordt de kans dat kinderen in de knel tussen wal en schip gaan raken steeds groter. Uitstel van de transitie is niet de oplossing. Dat zal de chaos alleen nog maar groter maken en de transitie is gewoon hard nodig om de zieke jeugdzorg gezond te maken. Natuurlijk had het allemaal een stuk zorgvuldiger gekund, als bijvoorbeeld de vele goede aanbevelingen van de Transitiecommissie Stelselherziening Jeugdzorg gewoon waren opgevolgd. Maar doorgaan met noodkreten en vingerwijzen is weinig productief. Er zijn nog circa 70 werkdagen te gaan op weg naar 1-1-2015. Op zich voldoende tijd de grootste dreigende ongelukken te voorkomen. Daarvoor is het nodig dat alle partijen er gezamenlijk de schouders onder gaan zetten en actie gaan ondernemen in plaats van blijven praten en schrijven. Onder erkenning dat het een chaos is, want hij die de chaos beschrijft stelt orde op zaken.
Daarom ga ik vol goede moed door met de reeks extra tips[i] gericht op de vraag wat gemeenten de komende paar maanden nog aan “damage control” kunnen doen om de transitie jeugdzorg zonder al te grote ongelukken te overleven. Tip 59 gaat over het zo snel mogelijk uitvoeren van een echte praktijk stresstest.
Het idee van een stresstest is op zich niet nieuw. De Transitiecommissie Stelselherziening Jeugdzorg adviseerde er eerder al over. Een advies dat ook voortvarend door de VNG en veel gemeenten lijkt te worden opgepakt. In mijn, mogelijk beperkte, waarneming gaat het daarbij vooral om simulaties op basis van gefingeerde casuïstiek. Daar is op zich niets mis mee als eerste kennismaking. Maar de ervaring met dit soort simulaties leert, dat ze altijd in vergaande mate vereenvoudigd zijn en dus geen realistisch beeld geven van hoe het straks in de echte werkelijkheid zal gaan. Het voordeel van dit soort simulaties is dat bestuurders en ambtenaren in een veilige leercontext een eerste gevoel kunnen krijgen over wat er straks op ze af komt. Zo’n eerste opstapje is prima, zolang men maar niet denkt dat via een per definitie vereenvoudigde simulatie sprake is van een robuuste stresstest.
Een robuuste stresstest is alleen mogelijk op basis van een echte praktijktest. Je begrijpt de jeugdzorg pas echt goed als je hem zelf diepgaand hebt ervaren. Zo’n praktijkstresstest komt helaas te laat om nog een rol te spelen bij de aanstaande door de gemeente te nemen aanbestedingsbeslissingen. Toch is het van groot belang dat gemeenten uiterlijk in oktober een praktijkstresstest uitvoeren. Dat is relatief makkelijk te organiseren, zonder inhuur van dure externe adviseurs. Je vraagt de jeugdzorginstellingen om een aantal actuele “hot cases” te selecteren die bij elkaar een representatief beeld geven van het soort casussen dat zich ook in 2015 weer voor zal doen. In plaats van die casussen op de 2014 manier af te handelen, handel je die casussen af op de manier zoals op papier bedacht voor 2015. Met de gemeente in de regie rol, met een virtueel AMHK en een jeugdwijkteam, uiteraard in samenwerking met de betrokken instellingen en overlegplatforms (centrum voor jeugd en gezin, zorg adviesteam, veiligheidshuis). Dit alles begeleid door een bestuurlijke leertafel met daarin de betrokken wethouders, topambtenaren en bestuurders van instellingen. Op basis van de ervaringen met de afhandeling van de “hot cases” kunnen vrij snel en concreet weeffouten en knelpunten worden opgespoord. De maand november kan dan worden gebruikt om die weeffouten en knelpunten zo veel als mogelijk nog op te lossen. En er wordt tegelijkertijd op werkvloer en bestuurlijk niveau geleerd. Er ontstaat op alle lagen van de verschillende betrokken organisaties heen een heel concreet beeld over wat er vanaf 1-1-2015 in massale vorm op hen afkomt. En een gewaarschuwd mens telt nu eenmaal voor twee.
Sommigen zullen zich afvragen wat de toegevoegde waarde van zo’n praktijkstresstest is ten opzichte van de in veel gemeenten al lopende proeftuinen. Ook de proeftuinen zijn er immers op gericht om concrete praktijkervaring op te doen met de vanaf 1-1-2015 beoogde nieuwe werkwijze. Die proeftuinen concentreren zich echter vooral op de vormgeving van de nieuwe wijkteams die maar een deel van het nieuwe stelsel uitmaken en hebben nauwelijks betrekking op de meest zware doelgroep (kinderen die in hun veilige ontwikkeling worden bedreigd). Tevens ontbreekt bij die proeftuinen veelal eveneens de bestuurlijke leertafel die nodig is om het hele systeem te laten leren. Het zou dus naïef zijn te denken dat de ervaringen met de proeftuinen voldoende ervaringsdeskundigheid oplevert om op 1-1-2015 goed beslagen ten ijs te komen.
Erik Gerritsen
[i] De eerste 55 tips staan in het boek “Hoe kun je als gemeente de transitie jeugdzorg overleven: 55 tips voor deskundig opdrachtgeverschap, voor slechts 12,50 euro te bestellen bij communicatie@jbra.nl.
Plaats als eerste een reactie
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.