‘Gemeenten betalen geen 3 ton’
‘Overbodig’ en een uiting van ‘wantrouwen’. De wethoudersnorm - geen enkele ambtenaar verdient meer dan een wethouder- valt niet in goede aarde bij gemeenten.
Het invoeren van een wethoudersnorm treft grote en kleine gemeenten. In grote gemeenten gaan goede, dure ambtenaren weg en kleine gemeenten kunnen niet meer concurreren op de arbeidsmarkt van ambtenaren. Deze reacties vielen op te tekenen nadat bekend was geworden dat de Tweede Kamer een motie van SP-Kamerlid Ronald van Raak had aangenomen om een wethoudersnorm in te voeren. De norm stelt dat geen enkele medewerker van een gemeente, gemeentelijke instelling of gemeentelijk bedrijf meer mag verdienen dan de wethouder.
Het inkomen van wethouders is afhankelijk van het aantal inwoners van de betreffende gemeente. Het meest verdienen de wethouders in de vier grote steden (meer dan 375 duizend inwoners): maximaal 9.098 euro bruto per maand. Een wethouder in een gemeente tot achtduizend inwoners krijgt bij een fulltime betrekking 4.380 euro. In gemeenten met 24 - tot 40 duizend inwoners, de grootste groep, krijgen wethouders 5.827 euro bruto.
Burgemeester Jan Hendrik Klein Molenkamp van Rozendaal (1518 inwoners), de kleinste gemeente op het vaste land, kwalificeert de SPmotie als dogmatisch. ‘Er zijn altijd omstandigheden waardoor je iemand tijdelijk meer moet betalen’, aldus het voormalige VVD-Tweede Kamerlid. ‘Door deze norm moet je op de financiële arbeidsvoorwaarden steeds lager gaan zitten. Ik vraag mij af of de taak van een gemeentesecretaris in een gemeente minder zwaar is dan die van een wethouder. Een wethouder heeft er belang bij dat hij ondersteund wordt door goede ambtenaren.’
De motie van Van Raak, die het kabinet oproept met gemeenten te overleggen over de wethoudersnorm, haalde het met steun van SP, PvdA, GroenLinks, Partij voor de Dieren, ChristenUnie en PVV. Minister van Binnenlandse Zaken Piet-Hein Donner (CDA) heeft gezegd geen behoefte te hebben aan de motie, omdat het vaststellen van salarissen een zaak is van gemeenten. Donner gaat de motie bespreken in het kabinet. Volgens Van Raak is de Kamer er om normen te stellen.
Arjan van Gils, gemeentesecretaris in Rotterdam en voorzitter van de Vereniging van Gemeentesecretarissen (VGS), noemt een wethoudersnorm een ‘teken van wantrouwen’. ‘Bij gemeenten worden geen salarissen van 3 ton of meer betaald. Het is vervelend dat het beeld van een graaicultuur wordt geschapen. In 99 procent van de gevallen geldt al dat ambtenaren minder verdienen dan wethouders. Uitzonderingen moeten mogelijk zijn.’
Een wethoudersnorm als bepalende factor voor wat een (top)ambtenaar mag verdienen is volgens Van Gils het ten onrechte combineren van twee verschillende markten. ‘De kiezersmarkt, die bepalend is of iemand wethouder wordt, is niet hetzelfde als een arbeidsmarkt. De Ajax-voorzitter verdient ook niet hetzelfde als de voetballer Suarez.’
Volgens de VGS-voorzitter draagt een wethoudersnorm ook niet bij aan het streven naar een overheid die kan concurreren met andere werkgevers. ‘Externen mogen we niet inhuren want die zijn te duur. Investeren in loopbaan en coaching wordt ook al snel als te duur beoordeeld. Als we dan ook geen uitzonderingen meer mogen maken, vraag ik me af wat voor type overheid we overhouden. Als VGS staan wij voor de kwaliteit van de ambtelijke organisatie en een goed presterende overheid, maar dat wordt zo wel erg ingewikkeld. Met de gekozen besturen en ondernemingsraden zitten er voldoende mechanismen in ons systeem die ervoor zorgen dat we niet uit balans raken.’
Wormerland is voor
In Wormerland is de wethoudersnorm nog niet ingevoerd. ‘Ik ben voorstander maar ik wacht eerst het gesprek tussen VNG en regering af’, zegt SP-wethouder Anna de Groot. De Groot is de enige SP-wethouder die verantwoordelijk is voor personeelsbeleid. Ze is niet bang dat Wormerland ambtenaren kwijtraakt: ‘Er worden in Wormerland geen mensen getroffen door de wethoudersnorm.’
Reacties: 9
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.
Zeer terecht dat Van Raak een motie heeft ingediend om aan die ongelijkheid een einde te maken.
Waar zit dan de winst?