G4 pleit voor ontschotte regeling aan onderkant arbeidsmarkt
Geen aparte regeling voor mensen met een arbeidsbeperking en geen opdeling in deeldoelgroepen. Dat is één van de punten die de vier grote steden gaan inbrengen in de ‘Werkkamer’.
De G4 wil dat aan de onderkant van de arbeidsmarkt één regeling komt voor alle mensen die in de bijstand zitten. Geen aparte regeling voor mensen met een arbeidsbeperking en geen opdeling in deeldoelgroepen. Dat is één van de punten die de vier grote steden gaan inbrengen bij het overleg in de ‘Werkkamer’.
In die Werkkamer gaan de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) en de sociale partners het sociaal akkoord uitwerken. Namens de G4 zal de Amsterdamse wethouder Andrée van Es deelnemen aan het overleg.
De Participatiewet was − net als haar voorganger de Wet werken naar vermogen (Wwvn) − bedoeld om tot één regeling aan de onderkant van de arbeidsmarkt te komen waarbij de Bijstandswet (Wwb), de Sociale werkvoorziening (Wsw) en de Wajong bij elkaar moeten komen. Maar dat lijkt iedere keer niet te willen lukken, omdat voor bepaalde groepen toch weer uitzonderingen worden gemaakt.
‘Je moet die schotten er niet tussen willen zetten’, vindt wethouder Hans Spigt (PvdA) van Utrecht. ‘De gedachte is nu dat er met iemand in de Wajong standaard iets mis is, en met iemand in de Wwb niets aan de hand. Maar zo simpel is het niet. Als iemand vier jaar in de bijstand zit, is het ook niet meer zo eenvoudig hem of haar aan het werk te krijgen, hoe graag ze zelf ook willen. De G4 wil daarom dat al die mensen in dezelfde regeling vallen. Geen schotten dus, maar individueel maatwerk.’
De wethouders sociale zaken van de vier grote steden zijn eigenlijk best content met het sociaal akkoord. Een aantal hete hangijzers is uit de Participatiewet gehaald. Zo wordt het instrument loondispensatie vervangen door loonkostensubsidie. ‘Een hele vooruitgang’, aldus Spigt. ‘Loondispensatie is ingewikkeld, bureaucratisch en tijdrovend. Loonkostensubsidie is een stuk eenvoudiger.’
Inkomensdeel
Maar over de financiële consequenties van het subsidie-instrument is nog veel onduidelijk. De G4 wil dat loonkostensubsidie kan worden betaald uit het inkomensdeel dat gemeenten krijgen voor uitkeringen. Nu zijn dat nog gescheiden circuits, maar gemeenten pleiten er al langer voor dat ze de ‘bezuiniging’ die ze op het i-deel maken zelf mogen inzetten om mensen aan het werk te krijgen en houden.
‘Als we daar geen goede afspraken over maken, hol je het systeem van binnen uit’, aldus Spigt. ‘Dan ontstaat er binnen de kortste keren een enorm tekort en dat kunnen gemeenten nooit dragen.’
Ook over de bezuinigingstaakstellingen maakt de G4 zich zorgen. ‘We zijn bijvoorbeeld wel bezorgd over hoe we de bezuinigingstaakstellingen van re-integratie en van de sociale werkvoorziening moeten realiseren. En het is nog niet duidelijk uit welke middelen de loonkostensubsidie moet worden betaald.
De sociale partners willen het graag organiseren en denken dan dat de overheid het zal betalen, maar zo werkt het niet. Als we het gezamenlijk organiseren, betalen we ook gezamenlijk de rekening. Het is samen uit, samen thuis.’ Het feit dat de werkgevers zich hebben verplicht banen te creëren kan – uiteraard − wel op instemming van de G4 rekenen. ‘We zullen daarbij ook fl exibeler om moeten gaan met de Wwb-regels, want nu leidt tijdelijk werk tot veel administratie, kosten en irritatie bij klant en gemeente.’
De sociale partners, verenigd in de Stichting van de Arbeid, lijken aan te sturen op fusies van de huidige 90 sw-bedrijven naar 35 nieuwe Werkbedrijven waar het beschut werk geregeld is voor mensen die niet met loonkostensubsidie of begeleiding een baan kunnen vinden bij reguliere werkgevers. De G4 ziet hier, net als de VNG en staatssecretaris Klijnsma (SZW, PvdA) niets in. Spigt: ‘We gaan geen nieuwe loodsen bouwen waar dezelfde mensen weer achter de draaibanken plaatsnemen’. De G4 wil net als staatssecretaris Klijnsma toe naar een netwerkorganisatie. ‘Een virtueel werkbedrijf’, aldus Spigt.
Voortouw
Uitgangspunt daarbij zijn de huidige Werkgevers Servicepunten (WSPs). Die hebben we en die willen we versterken. UWV, gemeenten, sw-bedrijven, werkgevers en vakbonden komen in het Wsp bij elkaar, aangevuld met het onderwijs. ‘Die moet je er met het ook oog op ‘leren werken’ zeker bij betrekken’, aldus Spigt. De G4 wil het voortouw nemen om invulling te geven aan zo’n ‘nieuw’ WSP en om daarbinnen afspraken te maken.
Spigt vindt het daarbij van belang dat er goed gekeken wordt naar de verschillende regio’s. ‘Er zijn regio’s zoals Oost-Groningen en Zuid-Limburg waar een groot aantal mensen afhankelijk is van de Wsw en waar weinig bedrijven en dus weinig banen zijn. Dat moeten we landelijk oppakken, dat kunnen we niet aan die regio’s zelf overlaten.’
Plaats als eerste een reactie
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.