Advertentie
sociaal / Nieuws

Werkbedrijven richten zich op brede doelgroep

Een kleine meerderheid van de Regionale werkbedrijven richt zich op een grotere doelgroep dan voor de banengarantie zou moeten.

24 juli 2015

Een kleine meerderheid van de 35 Regionale werkbedrijven richt zich op een grotere doelgroep dan alleen de mensen die in aanmerking komen voor een garantiebaan. Dat blijkt bij navraag onder 30 Werkbedrijven. 53 procent richt zich op een brede doelgroep. 40 procent focust zich op het aan het werk helpen van de ‘prioriteit’ doelgroep.

Geen bedrijven
Nu alle 35 Regionale werkbedrijven gevormd zijn, is het interessant te kijken hoe deze georganiseerd zijn en wat ze zich tot doel stellen. ‘Wat meteen opvalt’, vindt Hélène Oppatja van de Programmaraad waarin VNG, UWV, Divosa en Cedris, ‘is dat de structuur van de werkbedrijven over het algemeen zeer vergelijkbaar is. Bovendien zijn het eigenlijk geen bedrijven, er is geen juridische bedrijfsstructuur.’


Primaire taak 

Wat wel anders is, is de intentie van de Werkbedrijven. In grote lijnen vallen die in twee modellen uiteen. 40 procent van de regio’s kiest voor een ‘nauwe benadering’. Daarbij beperkt de doelstelling van het werkbedrijf zich tot de primaire taak: de matching voor uitvoering van de Banenafspraak. Met andere woorden, de bedrijven richten zich op het zorgen dat er garantiebanen komen voor de mensen in het doelgroepregister, te beginnen met Wajongers en mensen met een Sw-indicatie die nog op de wachtlijst staan. 53 procent kiest voor een brede benadering en 7 procent focust eerst op de nauwe doelgroep en wil die in de toekomst uitbreiden.


Vertegenwoordiging
De werkbedrijven bestaan altijd uit gemeenten, UWV, werkgevers en werknemers. Van de 30 werkbedrijven die ondervraagd zijn, is daarnaast in 8 bedrijven ook het onderwijs vertegenwoordigd. Ook praten in 8 bedrijven de sociale werkvoorziening mee. Bij twee zijn Ondernemersverenigingen onderdeel en ook bij twee werkbedrijven zijn uitzendbureaus vertegenwoordigd. In één werkbedrijf praat de cliëntenraad mee en in één bedrijf is het werkplein vertegenwoordigd.

Evaluatie
In 2016 moeten de Werkbedrijven voor het eerst geëvalueerd worden. Dan zal wellicht duidelijk worden welke vormen beter werken dan anderen. Oppatja durft nog niet te zeggen of de ene vorm succesvoller zal zijn in het aan het werk helpen van arbeidsgehandicapten dan de andere. ‘Het is heel lastig om te zeggen welk model beter is. ‘We zijn als programmaraad wel op zoek naar goede voorbeelden en die willen we delen met andere regio’s. Maar we gaan geen advies uitbrengen in de vorm “zo moet je het doen”. Wat in de ene regio werkt, hoeft in de andere immers niet te werken?’

De nieuwe Werkbedrijven zijn nog maar net aan de slag. Hoe het loopt met het plaatsen van mensen is niet bekend. De VNG zegt dat er ‘volop wordt geplaatst uit de voorkeursgroepen’ maar cijfers ontbreken. In de zomer komt het ministerie van SZW met aantallen mensen dat onder de Banenafspraak aan het werk is gegaan.

Lees het hele artikel in Binnenlands Bestuur van deze week (inlog) 

Plaats als eerste een reactie

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

Advertentie