Flow!
De 150ste column van Erik Gerritsen op Binnenlandsbestuur.nl. over duurzame verbeteringen in de jeugdzorg om kwetsbare kinderen veilig op te laten groeien.
Dit is mijn 150ste column. Een mooie aanleiding om een eerdere belofte in te lossen. Regelmatig schreef ik over de ontwikkelingen bij mijn eigen organisatie, Jeugdbescherming Regio Amsterdam (voorheen Bureau Jeugdzorg Agglomeratie Amsterdam). Zo schreef ik alweer enige tijd terug een reeks columns over de wijze waarop we bij JBRA de kracht van onze professionals proberen te ontketenen. Ik maakte melding van mooie resultaten zoals het terugdringen van het aantal ondertoezichtstellingen (40%) en gedwongen uithuisplaatsingen (60%) en toename van cliënttevredenheid van een 6 min naar een ruime 7. Ik beloofde op een later moment terug te komen op actuele ontwikkelingen, met name ook op de vraag of de verbeteringen ook duurzaam zijn en echt bijdragen aan de ambitie om kwetsbare kinderen blijvend veilig te laten opgroeien.
Deze jubileumcolumn is een mooi moment op die belofte in te lossen. En omdat het wat mij betreft een feestje is, ben ik maar zo brutaal om dat niet op een al te bescheiden manier te doen. Ik ben ook gewoon trots op wat mijn medewerkers de afgelopen tijd hebben bereikt. Kritische verhalen over de jeugdzorg zijn er genoeg. Zo nu en dan een positief verhaal is voor het evenwicht geen overbodige luxe. Diegenen die geïnteresseerd zijn in een meer zelfkritisch reflexief verhaal verwijs ik naar mijn blogs op www.deslimmeoverheid.nl onder de titel: 'Het einde van het contactjournaal en andere verhalen'.
Het verhaal van JBRA is een verhaal dat gaat over de hele organisatie en de hele Stadsregio Amsterdam. De organisatiebrede inrol van de nieuwe generiek gezinsgerichte werkwijze (GGW) is afgerond en de geboekte resultaten zijn dan ook eveneens organisatiebreed en stadsregio breed. Het gaat niet langer op beloftevolle ontwikkelingen in een proeftuin op kleine schaal, maar om een succesvolle transformatie van de gehele organisatie met positieve effecten in de hele Stadsregio Amsterdam. Zo realiseerden wij door vroegtijdig anticiperen met onze nieuwe werkwijze een omzetdaling van 53 mln. euro in 2013 naar 33 mln. euro in 2015, met slechts 2,5 mln. aan frictiekosten. Daarmee hebben we ons aandeel in de ombuigingstaakstelling voor gemeenten in het kader van de transitie nu al meer dan geleverd. En dan heb ik het nog niet over het fors verminderde beroep op geïndiceerde jeugdzorg dat mede als gevolg van GGW de afgelopen jaren is gerealiseerd.
De kernvraag is natuurlijk of het succes van GGW ook heeft geleid tot het dichterbij brengen van onze missie 'Ieder kind blijvend veilig'. Minder ondertoezichtstellingen en gedwongen uithuisplaatsingen en financiële besparingen zijn mooi, maar is de opgroeisituatie van kwetsbare kinderen er ook blijvend veiliger door geworden? Uiteindelijk zal wetenschappelijk onderzoek dat reeds in gang is gezet daarover meer definitief uitsluitsel gaan geven. Ondertussen moeten we het nog even doen met meer indirecte resultaten die het vertrouwen geven dat we op de goede weg zijn.
Zo blijkt uit een recent door het Athena Instituut van de Vrije Universiteit van Amsterdam uitgebracht onderzoek, dat JBRA grote stappen heeft gezet richting het realiseren van een hoogwaardige professionele reflexieve praktijk gericht op permanent tweede orde leren. Een reflexieve praktijk waarvan we weten dat die van groot belang is voor het leveren van professionele kwaliteit. De gekozen aanpak, waarbij de nieuwe werkwijze is ingerold in plaats van uitgerold, wordt door het Athena Instituut als uniek in de wereld aangemerkt.
De positieve effecten van de gekozen inrolstrategie zijn ook terug te vinden in het oordeel van de organisatie van wie wij eind 2013 het 'ISO voor de zorg' certificaat mochten ontvangen. Men was onder de indruk van de mate waarin onze visie van generiek gezinsgericht werken in woord en daad terug te vinden is in de haarvaten van de organisatie. Bijzonder om te vermelden is dat wij ons op geen enkele manier apart hadden voorbereid op het certificeringsproces. Geen inhaalacties, geen coaching van te interviewen medewerkers, geen overbodige bureaucratie die je vaak ziet bij certificeringsprocessen.
Met het oog op de vanuit het ministerie van VenJ verplichte certificering voor het normenkader JB/JR wilden wij alleen weten waar we eind 2013 stonden. Een beetje tot onze eigen verbazing kregen we direct het ISO certificaat uitgereikt. Achteraf was het ook weer niet zo gek en betaalde de gekozen inrolstrategie, waarbij alle medewerkers intensief worden betrokken bij het opnieuw uitvinden van hun eigen werk, zich gewoon uit. Omdat GGW gebaseerd is op wetenschappelijk bewezen werkzame principes en een ISO certificaat in feite verklaart dat we werken zoals we zeggen dat we willen werken, is de conclusie gerechtvaardigd dat de veilige ontwikkeling van kwetsbare kinderen de afgelopen jaren stevig is toegenomen.
Met het onlangs als eerste Bureau Jeugdzorg met goed gevolg doorlopen van de certificering door het Keurmerkinstituut voor het normenkader JB/JR, opnieuw zonder veel extra inspanning, werd nogmaals onafhankelijk bevestigd dat we er steeds meer in slagen te doen wat we zeggen.
Ook externe waardering geeft een beeld van de mate waarin JBRA de afgelopen tijd succesvol is geweest. Staatssecretarissen van Rijn en Teeven en portefeuillehouders Asscher en Hilhorst lieten zich de afgelopen tijd regelmatig positief uit over de transformatie bij JBRA. Alle 16 gemeenten in de stadsregio Amsterdam hebben er in het kader van de transitie voor gekozen om de komende twee/drie jaar het volledige GGW pakket af te nemen. We hebben bijna wekelijks mensen vanuit gemeenten, wetenschap, journalistiek en collega jeugdzorginstellingen op bezoek die kennis willen nemen van onze nieuwe werkwijze en die zijn na afloop vrijwel altijd zeer onder de indruk van wat ze ervaren hebben. De boeken die we in het kader van kennisoverdracht schrijven laten verkoopcijfers zien in de duizenden. En dan zijn daar natuurlijk de prijzen en eervolle nominaties. Gezinsmanagers die worden uitverkozen tot best presterende ambtenaar 2012 en jonge ambtenaar van 2013, mijn eigen nominatie voor overheidsmanager van het jaar (laatste drie), een nominatie voor slimste organisatie 2013 (laatste zes), de uitverkiezing van mijn twee collega directeuren tot radicale vernieuwers 2014 en de recente nominatie voor de nationale jeugdzorgprijzen.
Diegenen die denken dat we nu zelfgenoegzaam achterover gaan leunen kan ik gerust stellen met een aantal nieuwe beloftes waarover ik graag over enige tijd opnieuw een column schrijf. Wat betreft het borgen en volledig in de vingers krijgen van GGW zijn we na de inrol nu in de fase van het duurzaam indalen aanbeland. We zijn alert op de terugval in oud gedrag die nog dagelijks dreigt. Steeds weer zoeken we naar nieuwe feedbackloops die de medewerkers permanent scherp houden op het alleen leveren van waarde werk voor onze kwetsbare kinderen en gezinnen. Zo zijn we op dit moment bijvoorbeeld bezig met het doorlichten van al onze zogenaamde kauwgomzaken. Dat zijn zaken die al jaren bij ons in zorg zijn, waarbij we onszelf de vraag stellen waarom die zaken zo lang duren en of dat niet beter kan.
Ook GGW ontwikkelen we door, door onze gezinsmanagers meer wijkgericht in te zetten, door te experimenteren met meer inzet van vrijwilligers en ervaringsdeskundigen, door te werken aan verfijning voor specifieke situaties zoals vechtscheidingen en door onze kennis en ervaring over te dragen aan anderen zoals bijvoorbeeld de medewerkers in de sociale wijkteams. Permanent leren en innoveren moet onze nieuwe routine worden. De verwachting is dat dit tevens zal leiden tot een verdere daling van het aantal ondertoezichtstellingen en uithuisplaatsingen en een nog lager beroep op dure jeugdzorg. Onze droom met betrekking tot jeugdzorg zonder dwang zal daarmee weer een stukje dichterbij zijn gekomen. We maken onszelf graag zo veel als mogelijk overbodig.
Erik Gerritsen
Reacties: 5
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.
In 'mijn tijd' waa het ondenkbaar zijn dat een bestuurder, nu dan manager geheten, daar zoveel tijd voor vrij zou maken. En ik kan het weten, ik maakte onbezoldigd deel uit van tal van besturen die zich bekommerden om het lot van de zwakken in deze samenleving.