Essay: Nieuw perspectief om schulden aan te pakken
Zijn mensen die schuldhulpverlening afwijzen ongemotiveerd? Recent hersenonderzoek leert dat obstructie vaker voorkomt uit onvermogen. Dat heeft consequenties voor de lokale dienstverlening, betogen Nadja Jungmann en Helga Koper. Experimenten in de Verenigde Staten tonen aan dat een integrale en andere aanpak loont.
‘Als mijn jongen schoenen van 150 euro wil, dan krijgt hij die! En die bewindvoerder die hebben we helemaal niet nodig’, zegt Ron in de veelgeprezen Human-documentaire Schuldig. Hij is vlak daarvoor met zijn vrouw Ramona, zijn moeder en twee kinderen uit huis gezet. Een gloedvol en indringend beroep van de directeur om onder bewind te gaan, kon hen niet vermurwen. Ze gaan hun situatie zelf wel oplossen, terwijl ze inwonen in de kleine eengezinswoning van zijn schoonmoeder, waar ook zijn schoonzus met haar familie inwoont.
Het verhaal van Ron en Ramona is een van de vele voorbeelden waarbij je jezelf thuis op de bank met verbazing allerlei vragen stelt. Hoe kon het zo ver komen? Waarom grijpen ze de hulp die ze aangeboden krijgen niet aan? Is 150 euro voor een paar schoenen niet wat veel als je ook grote schulden hebt?
Wie zich verdiept in recente onderzoeken uit de medische wetenschap, de genetica, gedragseconomie en de cognitieve neurowetenschappen ziet opeens hele nieuwe verklaringen voor het veel voorkomende improductieve gedrag van mensen die leven in armoede en met schulden. De verbazing verandert na lezing van de snelgroeiende hoeveelheid onderzoek naar de impact van armoede en schulden op gedrag al snel in (enig) begrip. Niet zozeer begrip voor het feitelijke gedrag maar wel voor de achtergronden die het verklaren.
Chronische stress
Wie opgroeit in grote dynamiek en veel stress ervaart, gaat ander gedrag vertonen. Gedrag dat kan worden verklaard uit de invloed die chronische stress heeft op de ontwikkeling van zowel onze hersenen als ons lichaam. MRI-scans maken inzichtelijk dat mensen die opgroeien onder chronische stress gemiddeld genomen een andere hersenstructuur ontwikkelen. Kenmerkend voor die ‘stress-structuur’ is dat je meer bij de dag gaat leven, wantrouwender wordt en veel minder nadenkt over de consequenties van je handelen. Je reageert gemiddeld genomen emotioneler en bent aanmerkelijk minder goed in het maken van plannen en de uitvoering daarvan.
Ramona had Ron niet verteld dat de deurwaarder met een ontruiming dreigde. Door het er niet over te hebben, creëerde ze op korte termijn een soort van rust. Ze schoof het probleem voor zich uit. De deurwaarder gaf aan dat de ontruiming toch niet als een verrassing kon komen. Het gezin had al twee keer op ontruimen gestaan. Maar als je bij de dag leeft, dan kan iets wat anderen zien aankomen je toch echt overvallen.
Ook onze lichamen ontwikkelen zich anders onder chronische stress. De langdurige aanmaak van bepaalde hormonen draagt er aan bij dat we sneller verouderen, ontvankelijker worden voor ziekten en als we ze oplopen trager herstellen. Opgroeien onder chronische stress heeft dus grote gevolgen voor ons gedrag. Er zijn inmiddels zelfs studies die aantonen dat chronische stress onze genen beïnvloedt en daarmee ook de constitutie van onze kinderen.
Maar ook als je pas op latere leeftijd te maken krijgt met chronische stress wordt je gedrag erdoor beïnvloed. Ook dan wordt het moeilijker om je verlangens en behoeften te beteugelen, weloverwogen beslissingen te nemen, door te zetten en je emoties te sturen. Wie met de bovenstaande inzichten in het achterhoofd nadenkt over de aanpak van armoede en schulden, realiseert zich dat de opgave waar gezinnen zoals die van Ron en Ramona voor staan steeds ingewikkelder wordt.
Uitval
Betaald werk dat voldoende oplevert en het oplossen van de schuldenproblematiek is de enige manier om de dynamiek van de geldstress te doorbreken. Maar voor steeds meer functies die je met weinig opleiding binnen bereik hebt, geldt dat je er eigenlijk niet genoeg mee verdient om zonder geldstress voor je gezin te kunnen zorgen. De hiervoor beschreven improductieve dynamiek van bij de dag leven blijft dan dus in stand, met alle negatieve uitwerkingen op het werknemerschap en andere levensdomeinen van dien. Als chronische stress er onder meer toe leidt dat je een korter lontje hebt, vaker en langduriger ziek bent en meer moeite hebt om je tot dingen te zetten die je eigenlijk niet aanstaan, dan is uitval op de arbeidsmarkt een bijna logisch gevolg.
Daarnaast is de incassodruk op gezinnen de afgelopen jaren enorm toegenomen. Met name de rijksoverheid heeft zichzelf vergaande bevoegdheden gegeven om betalingsverplichtingen te innen. Onder meer de motorrijtuigenbelasting, de waterschapsbelasting en gemeentelijke heffingen mogen zonder toestemming direct van iemands bankrekening worden afgeschreven.
De constatering dat je de huur of het avondeten niet kan betalen omdat de waterschapsbelasting zonder jouw betrokkenheid van je bankrekening is afgeschreven geeft grote stress. En wie maar vijf kilometer te hard reed maar de boete niet betaalt, hangt na forse verhogingen een week cel boven het hoofd. Het behoeft waarschijnlijk geen toelichting dat ook dit een grote bron van stress is.
Paradox
Kortom, gezinnen die proberen om hun armoede en schulden aan te pakken leven in een paradox: om een leven zonder geldstress te realiseren is het nodig dat ze hun verlangens uitstellen, hun emoties sturen, doorzetten en bij tegenslagen niet bij de pakken neer gaan zitten. Maar de dynamiek van chronische stress maakt dat ze al die dingen die ze juist moeten doen gemiddeld genomen veel minder goed kunnen dan ieder ander. Gedrag dat we in het publieke domein vaak labelen als ongemotiveerd is met de ‘bril’ van de recente hersenwetenschap veel beter te labelen als (tijdelijk) onvermogend. Ze zijn simpelweg niet in staat om het gedrag te vertonen dat wij van hen verlangen.
Als we het beeld van ongemotiveerd inruilen voor het beeld van (tijdelijk) onvermogend, heeft dit grote betekenis voor de wijze waarop we onze dienstverlening inrichten. Dan vraagt dit een herijking zodat we mensen ondersteunen om ondanks de beperkingen die de stress hen geeft, toch doelen te kunnen stellen en die te kunnen realiseren. In Boston heeft de lokale social work-organisatie EMPath in nauwe samenwerking met Harvard University deze nieuwe inzichten verwerkt in een aanpak die zij ‘Mobility Mentoring’ noemen.
Twee sporen
Het besef dat chronische stress gedrag (duurzaam) verandert vormt het vertrekpunt van de aanpak. In de toepassing werkt Mobility Mentoring langs twee sporen. Enerzijds wordt er in de dienstverlening op allerlei manieren ingezet op stressreductie. Anderzijds wordt er voorzien in een manier van coachen (mentoring) en in specifiek ontwikkelde instrumenten die deelnemers in staat stellen om de vicieuze cirkel veroorzaakt door chronische stress te doorbreken. Mobility Mentoring brengt deelnemers in een context waarin ze (weer) succesvol kunnen zijn. Het uiteindelijke doel van de aanpak is het realiseren van economische zelfredzaamheid. De achterliggende gedachte is dat een tekort aan geld leidt tot stress die doorwerkt op andere levensdomeinen en vanuit dat perspectief zowel de veroorzaker als de instandhouder is van schulden en armoede.
In de VS is er een groot aantal organisaties dat de nieuwe aanpak of elementen daaruit toepast. De positieve uitkomsten van onaf- hankelijke evaluaties spelen daarin een belangrijke rol. De Wereldbank beschouwt Mobility Mentoring als een veelbelovende aanpak en voor staten als Massachusetts en Washington zijn de uitkomsten van de evaluaties zo stevig dat zij de toepassing van de nieuwe aanpak bij de van overheidswege gefinancierde programma’s inmiddels voorschrijven. Ook in Canada en Australië wordt de aanpak inmiddels verweven in de lokale dienstverlening. In Nederland gaan onder meer de gemeente Alphen aan den Rijn en de Stadsbank Oost-Nederland hun dienstverlening doorontwikkelen in het licht van de nieuwe inzichten.
Aanknopingspunten
Mobility Mentoring is geen interventie die elke organisatie die werkt met mensen die te maken hebben met chronische geldstress zo kan uitrollen. De nieuwe inzichten uit de onderliggende literatuur en de concrete vertaling die daarvan in de VS is gemaakt, bieden wel aanknopingspunten om ook in Nederland de dienstverlening aan gezinnen zoals die van Ron en Ramona effectiever te maken. In de handreiking Mobility Mentoring, een verkenning en eerste vertaling voor de Nederlandse praktijk, is uitgewerkt hoe een toepassing in de Nederlandse context eruit zou kunnen zien. Hierin zijn de specifiek ontwikkelde instrumenten, de wijze van begeleiden en de stressreducerende dienstverleningsprincipes uitgewerkt.
De vertaling van Mobility Mentoring resulteert onder meer in twee beleidsmatige vraagstukken die de nodige discussie opleveren. Dat is in de eerste plaats de herijking van zelfredzaamheid en eigen verantwoordelijkheid. De literatuur onder Mobility Mentoring daagt daartoe uit. Wat beteken zelfredzaamheid en eigen verantwoordelijkheid nog als MRI-scans laten zien dat een substantieel deel van de groep waar we dit van verwachten, waarschijnlijk (tijdelijk) niet de mogelijkheid heeft om gevraagd gedrag te vertonen?
In de eerder genoemde handreiking wordt onder andere toegelicht hoe deelnemers maximale ondersteuning krijgen om te realiseren wat zij zichzelf ten doel stellen. Concreet betekent dit dat de deelnemers voorzien worden van sms-jes om hen te herinneren aan afspraken, weekkalenders om hen te helpen plannen et cetera. De redenering onder dit soort ondersteuning is dat de literatuur laat zien dat chronische stress eraan bijdraagt dat je zaken vergeet, snel afgeleid bent en dat je meer moeite hebt met plannen. De dienstverlening is zo ingericht dat die je compenseert voor wat je tekortkomt als gevolg van chronische stress. De redenering aan de andere kant van de oceaan is dat mensen juist in staat worden gesteld om hun eigen verantwoordelijkheid te nemen als ze geholpen worden met reminders of structurerende ondersteuning.
Belonen
Het tweede discussiepunt is of belonen een effectief instrument is om mensen die in geldstress leven te ondersteunen om stappen te zetten. Chronische stress leidt ertoe dat je bij de dag gaat leven. Terwijl het aanpakken van armoede en schulden doorgaans van je vraagt dat je in het heden stappen zet of concessies doet die je pas op de langere termijn iets opleveren. De literatuur over stress vraagt aandacht voor het gegeven dat de korte-termijnfocus van de deelnemer niet matcht met de baten op lange termijn. Die mismatch verklaart waarom mensen die in chronische stress leven zich moeilijk zetten tot gedrag dat hen op de lange termijn verder brengt.
Door in het heden te voorzien in materiële en immateriële beloningen synchroniseert Mobility Mentoring als het ware het perspectief van de deelnemer. De beloningen worden gegeven op de korte termijn die overeenkomt met de korte-termijnfocus van de deelnemer en ingezet volgens een doordacht systeem dat aangrijpt op de risicomomenten voor uitval.
De nieuwe wetenschappelijke inzichten geven ons een nieuwe bril om ongemotiveerd en improductief gedrag van mensen die in armoede en schulden leven heel anders te duiden. Een vertaling van een effectieve aanpak zoals Mobility Mentoring naar de Nederlandse context vraagt onder meer van ons dat we concepten zoals eigen verantwoordelijkheid en zelfredzaamheid herijken en een concept zoals belonen durven te verkennen. Als we dit aandurven, dan kunnen we misschien net als in de VS in het komend jaar grotere stappen zetten dan we in de afgelopen jaren hebben gedaan.
Nadja Jungmann is lector schulden en incasso aan de hogeschool Utrecht en Helga Koper werkt bij Platform31, kennisorganisatie voor stad en regio
Plaats als eerste een reactie
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.