Verkiezingen deadline voor Jeugdwet
De Eerste Kamer stelt de behandeling van de Jeugdwet niet uit, maar schuift het ietsje op in verband met de algemene politieke beschouwingen. Wel gaat de commissie VWS er vanuit dat het tot 1 maart kan duren.
Het wetsvoorstel waarin de transitie van jeugdzorg is opgenomen, gaat 1 januari niet meer halen. Daar gaat Tineke Slagter-Roukema, voorzitter van de Eerste Kamer-commissie VWS van uit. Maar de behandeling van de Jeugdwet is zeker niet uitgesteld, benadrukt Slagter-Roukema, ‘we zijn namelijk al aan het traject begonnen.’
Geruststelling
Het nieuws dat de behandeling van de Jeugdwet uitgesteld zou zijn leverde dinsdagavond een hoop reacties op. Naast een aantal enthousiaste geluiden uit de Tweede Kamer ook boze tweets van lokale bestuurders. Gemeenten en Jeugdzorg zitten nu nog langer in onzekerheid, was de teneur, terwijl de transitie op 1 januari 2015 al een feit is.
Ruimte in agenda
Tineke Slagter-Roukema stelt ze gerust. ‘De briefing is verschoven van 5 november naar 12 november. Dat komt omdat we ruimte hebben moeten maken in de agenda voor de algemene politieke beschouwingen,’ verklaart de commissievoorzitter,‘er is dus geen inhoudelijke reden.’
Complex
De commissie VWS beseft dat het wetsvoorstel spoedeisend is. Maar door het herfstakkoord ligt er op dit moment extra druk op de Eerste Kamer. Roukema verwacht dan ook niet dat de behandeling van de Jeugdwet voor 1 januari is afgerond, zoals het kabinet wil. ‘Het is een complex voorstel, het is niet voor niets geamendeerd door de Tweede Kamer. Daarom moet haast moet het niet winnen van zorgvuldigheid.’
Uiterlijk 1 maart
‘Alles hangt af van het onderzoek, eventuele vragen en het wachten op antwoorden. Pin me dus niet vast op een termijn. Maar het zal eind januari op zijn vroegst worden en 1 maart op zijn laatst. We zorgen er zeker voor dat het voor de gemeenteraadsverkiezingen is afgerond,’ aldus Tineke Roukema.
Iedereen die nu nog denkt dat met besluitvorming na 1 januari en ook nog eens geen volstrekte duidelijkheid over het financiële kader dit traject zorgvuldig door gemeenten kan worden doorlopen, inclusief contractering, is waarschijnlijk rijp voor langdurige GGZ.
De minister kan nu moreel niets anders meer doen dan nu een keiharde toezegging geven dat gemeenten de taak per 2015 op declaratiebasis overnemen. Dit wordt anders de ondergang van gemeenten en ook een drama voor zorgaanbieders en - behoevenden.