Driekwart raadsleden heeft geen last van werkdruk
Raadsleden beschouwen werkdruk niet als een probleem. Maar 83 procent ondervindt de druk wel. Een plezierige fractie is belangrijk.
Bijna driekwart (71 procent) van de raadsleden heeft geen last van werkdruk. Dat wil niet zeggen dat de overgrote meerderheid geen werkdruk ervaart. Voor meer dan de helft (53 procent) geldt dat zij ‘soms’ werkdruk ervaren, voor 33 procent is dat zelfs ‘regelmatig’ en voor 7,5 procent is werkdruk ‘altijd’ een probleem. Dit blijkt uit een onderzoek onder tweehonderd raadsleden in Flevoland, Friesland en Gelderland.
Gemiddeld besteden de raadsleden zeventien uur per week aan raadswerk. Het liefst zouden zij het raadswerk in een uurtje minder doen. Werkdruk is niet alleen een kwestie van lang vergaderen. De werkdruk wordt vooral veroorzaakt door het aantal vergaderingen, de hoeveelheid informatie afkomstig van het college en de complexiteit van onderwerpen.
Jan Dirk Pruim, raadsgriffier in Almere en betrokken bij het onderzoek: ‘Je ziet dat werkdruk een relatief fenomeen is. Uit eerdere onderzoeken naar werkdruk door ChristenUnie, CDA, PvdA en de commissie-Aarts bleek dat de lange vergaderingen en de hoeveelheid stukken die je moet lezen de werkdruk bepalen. Uit dit onderzoek blijkt dat het ook om minder harde kanten gaat, zoals de complexiteit van onderwerpen en de mate van plezier die men aan het raadswerk beleeft. Het is heel belangrijk of je een plezierige fractie hebt en of de raadsvergadering plezierig is. Als dat allemaal ellende is en er alleen maar sprake is van een rattenspel is elk uur dat zo’n vergadering duurt te zwaar.’
Volgens Pruim is er nog te weinig aandacht voor de mentale belasting van raadsleden. Raadsleden hebben snel de neiging om alles te willen doen. Het beperken van de werkdruk voor raadsleden is volgens Pruim niet alleen een kwestie van minder vergaderuren en een betere financiële vergoeding. Raadsleden moeten ook meer tijd besteden aan de onderlinge, informele relaties, ook met mogelijke politieke tegenstanders. Raadsleden zouden vooral hun werk beter moeten organiseren. De gemeenteraad moet niet de neiging hebben om ‘mee te besturen’.
Een raadslid dat zijn tijd aan werkzaamheden besteedt waarvoor het college verantwoordelijk is, vergroot zijn eigen werkdruk onnodig. Het aantal uren vergaderen kan ook aanzienlijk worden beperkt als raadsleden alleen debatteren over onderwerpen waaraan een collegevoorstel, collegemededeling, motie of initiatiefvoorstel ten grondslag ligt.
‘Vragenhalfuur, vrije inspraakmogelijkheid voor burgers, mededelingen van het college, bespreking van ingekomen stukken: het kost te veel tijd en levert te weinig of niets op voor raad, college én burger’, aldus een van de adviezen in het rapport Raadsleden en Werkdruk dat alle gemeenteraden ontvangen. Een van de andere tips is dat de raad niet ongericht om informatie moet vragen. Dat leidt tot een infomania met als gevolg dat het college omvangrijke dossiers op het bordje van de raadsleden deponeert. ‘Niet meer behapbaar en het leidt maar tot het kwijtraken van de rode draad.’
Schrappen commissies succesvol
Gemeenteraden hebben na de invoering van het dualisme in 2002 nieuwe vergadermodellen ontwikkeld. Het loslaten van de commissiestructuur is het succesvolst gebleken, zo leert een enquête van de Tilburgse School voor Politiek en Bestuur waaraan raadsgriffiers uit 227 gemeenten hebben meegewerkt.
Het schrappen van commissievergaderingen leidt tot minder werkdruk voor raadsleden, een doelmatiger vergaderstelsel, een sterkere rol van de raad en meer inbreng van inwoners. De drie belangrijkste doelen om het vergaderregime te veranderen zijn volgens de griffiers: afstand tussen burger en raad verkleinen (62,2 procent), debat niet dubbel doen (48,1 procent), kwaliteit besluitvorming verbeteren (47,6 procent).
Het vernieuwen van het vergadermodel had slechts in 33 procent van de gemeenten tot doel de vergaderuren te verminderen. De resultaten zijn gepubliceerd in het onderzoek ‘Nieuwe vergadervormen van gemeenteraden: meer doelmatigheid, meer democratie en meer debat’. De invoering van het dualisme heeft in 85 procent van de gemeenten geleid tot een nieuw vergadermodel.
Opvallende nieuwigheden waren de wekelijkse Politieke Markt in Almere, het koken met raadsleden in Den Helder (om inwoners meer bij het raadswerk te betrekken) en vergaderingen op locatie in Menterwolde (voor meer informeel contact met burgers).
Plaats als eerste een reactie
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.