Doordecentralisatie schoolgebouwen
Reactie op het artikel 'Baas in eigen schoolgebouw', Binnenlands Bestuur 8.
In de gemeente Den Haag is doordecentralisatie van de onderwijshuisvesting 'geen gespreksonderwerp', staat in het stuk met de kop 'Baas in eigen schoolgebouw'. De uitkering voor onderwijshuisvesting in het gemeentefonds wordt gezien als gemeenschapsgeld, waarmee kan worden gestuurd op de spreiding van het onderwijsaanbod en het huisvestingsbeleid. Ook de gemeente Haarlem zegt 'buitenspel te staan' als geen inspraak bestaat in de wijze waarop nieuwbouw van schoolgebouwen tot stand komt. Waarom blijken gemeenten toch zo huiverig om de onderwijshuisvesting door te decentraliseren naar schoolbesturen?
Een eerste mogelijkheid is dat deze gemeenten zich - ten onrechte - verantwoordelijk achten voor zaken die het primaire onderwijsproces raken. Gemeenten wensen daarmee op de stoel van het schoolbestuur te zitten. Gemeenten hebben per 1 januari 1997 echter slechts tot taak om te waarborgen dat een minimaal basisvoorzieningenniveau bestaat. In een bilaterale overeenkomst tot doordecentralisatie kunnen echter naar believen waarborgen worden opgenomen, bijvoorbeeld met betrekking tot de minimale aanwezigheid van bepaalde soorten onderwijs in wijken of deelgemeenten. De grondwettelijke zorgplicht van gemeenten kan contractueel vorm worden gegeven.
De huiver van gemeenten heeft soms ook simpelweg te maken met geld. Omdat de gelden voor onderwijshuisvesting in het gemeentefonds geen doeluitkering betreffen, staat het gemeenten in de praktijk vrij deze gelden aan andere zaken dan aan onderwijshuisvesting uit te geven. Slechts een minderheid van de gemeenten geeft (incidenteel) meer uit aan onderwijshuisvesting dan er via het gemeentefonds voor binnenkomt. Daarnaast kan het zijn dat gemeenten aantrekkelijke grondposities liever zelf vermarkten dan dat het economisch claimrecht ervan over gaat op schoolbesturen.
Het doel van doordecentralisatie is het mogelijk maken van een win-win situatie. Een gemeente kan zich richten op primaire taken als ruimtelijke ordening en stedenbouw. Langdurige en ingewikkelde aanvraagprocedures op basis van gedetailleerde huisvestingsverordeningen, met bijbehorende beheers- en uitvoeringslasten, worden voorkomen. Grote fluctuaties in uitgaven van gemeenten en in inkomsten van schoolbesturen worden voorkomen. Het schoolbestuur kent maximale autonomie en heeft inzicht in de kapitaallasten van de benodigde investeringen voor nieuwbouw en renovatie.
Of een gemeente nu te maken heeft met grote of kleine schoolbesturen, in de discussie rond doordecentralisatie van onderwijshuisvesting moet ten minste sprake zijn van zuivere en valide argumenten. Aan schoolbesturen moet de ruimte worden gegeven om als professionals het strategisch vastgoedbeheer van schoolgebouwen op zich te nemen en huisvestingsbeleid te voeren. Dit is in lijn met de bedoeling van de wetgever en in het belang van zowel gemeente als schoolbestuur.
R.H.A.M. Kraakman, voorzitter Raad van Bestuur vereniging Ons Middelbaar Onderwijs
Plaats als eerste een reactie
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.