Zoektocht naar verantwoordelijkheid voor hard beleid
Bijna zeven jaar na de invoering van de Participatiewet is het raadsleden nog steeds onduidelijk hoeveel beleidsvrijheid die wet hen eigenlijk geeft.

ANALYSE - Na een uitermate kritisch rapport over een gebrek aan menselijke maat in de uitvoering van het sociaal domein in Enschede, blijft de vraag over: wie was er verantwoordelijk voor het hardvochtige beleid? Was dat de gemeente zelf of was het de wetgever in Den Haag? De gemeenteraad is er nog niet over uit.
Medewetgever
Bijna zeven jaar na de invoering van de Participatiewet, die onder andere gaat over de bijstandsuitkering en begeleiding naar werk, is het raadsleden nog steeds onduidelijk hoeveel beleidsvrijheid die wet hen eigenlijk geeft. De gemeente is medewetgever, maar moet ook de voorschriften uit Den Haag volgen, en moet het bovendien stellen met het budget dat het rijk gepast vindt. Die gedeelde verantwoordelijk zorgt ook voor gedeelde schuld wanneer het fout gaat in de uitvoering.
Streng beleid
Dat werd onlangs duidelijk in de gemeente Enschede. De gemeenteraad liet, samen met een groep bezorgde burgers, een onafhankelijk onderzoek uitvoeren naar de menselijke maat in het sociaal domein in de gemeente Enschede. Het resultaat was een onderzoeksrapport van een commissie onder leiding van hoogleraar socialezekerheidsrecht Gijsbert Vonk dat de gemeente confronteerde met ongemakkelijke bevindingen. De conclusie: burgers waren de dupe geworden van streng beleid, waarbij de gemeente de grenzen van de wet opzocht en die soms zelfs overschreed.
Verantwoordelijk
De hele raad was blij met het rapport, bleek tijdens een raadsvergadering over het rapport. Net als de betrokken inwoners die inspraken bij het debat. Maar niet iedereen trok dezelfde conclusies uit het onderzoek. Dat gold vooral voor de vraag wie er uiteindelijk verantwoordelijk is voor het harde beleid dat de gemeente voerde. Voor René Beunders, voorzitter van stichting Sociaal Hart Enschede, een mede-initiator van het onderzoek naar de menselijke maat, bestaat er geen twijfel over. 'Voor het ontstaan en voortbestaan van de sociale misstanden vanaf 2014 achten wij zowel het huidige als vorige college als de ambtelijke organisatie als de coalitiepartijen verantwoordelijk', begint hij zijn inspreekbeurt.
Asociaal
Als hij vervolgens de achttien raadsleden die naar zijn mening '100 procent politiek verantwoordelijk' zijn bij naam gaat opnoemen, valt de voorzitter hem in de rede. 'Zullen we dat even niet doen?', zegt VVD-raadslid René Kreeft – wiens naam al dan niet toevallig ook op Beunders' lijst staat. Met tegenzin slaat Beunders de opsomming over, maar benoemt nog wel dat deze fracties wat hem betreft 'het asociale beleid van de afgelopen acht jaar' bepaalden.
Duimschroeven
Sommige raadsleden benadrukken daarentegen juist de invloed van de rijkoverheid op het Enschedese beleid. 'U moet niet vergeten dat we een bezuinigingsopdracht vanuit Den Haag hebben gekregen. En dat we daarbij destijds zware beslissingen moesten nemen', zegt Marc Teutelink van coalitiepartij Burgerbelangen Enschede tegen een van zijn collega-raadsleden. 'Het is duidelijk geworden dat we niet zo heel veel keuze hadden. Den Haag heeft ons de duimschroeven aangedraaid.'
Volle breedte
Ook het college van burgemeester en wethouders wijst op die externe factoren. 'Het in het verleden gevoerde beleid was een invulling van de politieke opdracht binnen de context en omstandigheden van de tijd', schrijft het college in een inhoudelijke reactie op het onderzoek. 'De commissie Vonk wijst er terecht op dat grote delen van het sociaal domein bepaald worden in Den Haag. Deels beleidsmatig en deels financieel.' Of dat recht doet aan de volle breedte van het rapport, is de vraag. In een interview met Binnenlands Bestuur spoort hoogleraar Vonk de decentrale overheid juist aan om meer eigen verantwoordelijkheid te nemen: 'Gemeenten moeten ophouden alleen maar naar Den Haag te kijken.’
Keuze
Een aantal raadsleden uit de oppositie nemen dan ook geen genoegen met de uitleg dat de gemeente simpelweg niet anders kon. 'Zeg nou niet: we hadden niet meer, we konden niet meer', bijt SP'er Annelies Futselaar haar collega Teutelink toe. 'Nee: we hebben de keuze gemaakt om hierop te bezuinigingen. En niet de keuze gemaakt om op andere zaken te bezuinigen.' Ook GroenLinks-raadslid Hetty Wolf zet het wijzen naar Den Haag weg als 'smoesjes'.
Willens en wetens
Margriet Visser-Voorn, raadslid voor Enschede Anders, benadrukt juist een andere bevinding van de commissie Vonk. Namelijk: dat de gemeente meer beleidsvrijheid had dan het heeft genomen. Visser-Voorn: ‘Ruimte die er is voor het toepassen van de menselijke maat wordt willens en wetens niet gehanteerd, terwijl er al die tijd er meer dan voldoende juridische ruimte was om de menselijke maat wel te hanteren.'
Bijgesteld
Ten slotte staat ter discussie in hoeverre de gemeente al stappen heeft gezet om het tij te keren. Het Enschedese college schrijft: 'De conclusie die wij uit het rapport trekken is dat de commissie Vonk op meerdere plekken duidt dat Enschede haar koers ten goede aan de menselijke maat, heeft bijgesteld.' Ook raadslid Teutelink (Burgerbelangen Enschede) benadrukt dat aspect: 'Ik heb uit de samenleving gehoord dat er wel degelijk wordt gezien dat er veranderingen zijn geweest in ons gevoerde beleid.'
Teruggefloten
Inspreker René Beunders ziet minder vooruitgang. Volgens hem worden bijstands- en zorgafhankelijke inwoners nog steeds 'geplaagd door tal van sociale misstanden'. Beunders ziet weliswaar een aantal verbeteringen, maar kan dat niet toeschrijven aan een veranderde koers van het college. De aanpassingen hebben wat Beunders betreft vooral te maken met het feit dat de gemeente op verschillende punten is teruggefloten door de rechtbank Overijssel, de Centrale Raad van Beroep en de Nationale ombudsman.
Goedwillend
De collegewissel in 2018, waarbij CDA-wethouder Patrick Welman plaats moest maken voor PvdA'er Arjan Kampman, heeft volgens Beunders niet tot wezenlijke verbetering geleid. Wel gelooft Beunders dat de huidige wethouder 'goedwillend' is. 'Hij is alleen niet opgewassen tegen de vierde macht, die van de ambtenaren.' Volgens Beunders zijn de oude werkwijzen zo ingesleten geraakt in het systeem, dat het moeilijk is om die te veranderen. Desalniettemin houdt hij zowel de wethouders en de gemeenteraad als het ambtenarenapparaat verantwoordelijk voor het meewerken aan dat systeem. Beunders bestempelt het vorige college als de 'veroorzakers van het hardvochtige en inhumane beleid', en het huidige college als de 'instandhouders' daarvan.
Vragen
Uiteindelijk blijft de gemeenteraad niet alleen achter met meningsverschillen over hoe het rapport geïnterpreteerd moet worden, maar ook met onbeantwoorde vragen. Het blijft onduidelijk hoeveel beleidsvrijheid de gemeente daadwerkelijk heeft om richting te geven aan de uitvoering van de Participatiewet. 'Naar mate ik me er meer in verdiep', zegt CDA-fractievoorzitter Ayfer Koç, 'zie ik allerlei boekjes, allerlei stukken, allerlei rapporten, die aangeven: u heeft ruimte om van de regels af te wijken. En ons is iedere keer verteld dat het niet kan. Hoe kan dat nou?'
Reacties: 2
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.
De algemene publieke opinie, tot uitdrukking komend in de discussies in de 2e Kamer na de Vinkenslag affaire, het laten werken van vluchtelingen op collectie BSN nummers en de Bulgarenfraude, hebben een desastreuze uitwerking op de fraude aansturing van ambtelijke organisaties geleid.
Alle publieke media hebben daar sterk aan bijgedragen door incidenten uit te vergroten en tot ijkpunt voor de behandeling van iedereen te bestempelen (Dat nooit meer!).
Iedereen stond erbij en keek ernaar en niemand kon deze ontwikkeling voldoende tegenspreken laat staan stoppen. (In de kerstboodschappen is het wel eens geprobeerd).
René Beunders, voorzitter van stichting Sociaal Hart Enschede, houdt er een zeer exclusieve manier van denken op na. Wat tegenwoordig overigens vrijwel iedereen in Nederland doet. Matigheid en inclusief denken zijn uit het dagelijks gedrag verdwenen. Tijd om de definitie van inclusief denken onder de aandacht te brengen:
Inclusief denken
Niets is moeilijker dan een oude denkwijze, een oud denkpatroon op te geven en zich een nieuwe wijze van denken eigen te maken. Toch is dit het eerste dat moet gebeuren. Dit omzetten van ons denken, dit omdenken, gaat aan een nieuw handelen vooraf. * Daarom kan niet voldoende nadruk worden gelegd op de primaire noodzaak van een ander denken.
Tegenover het oude antagonistische, exclusieve denken zou ik als adequaat antwoord op de totaal veranderde situatie willen stellen: een nieuw inclusief denken.
Daaronder versta ik een denken, dat er principieel van uit gaat dat mijn heil (geluk, leven, welvaart) niet verkregen wordt ten koste van of zonder de ander, maar dat het alleen verkregen kan worden als ik tegelijk het heil van de ander beoog en bevorder.
Deze uitspraak is niet idealistisch, maar realistisch. De bedoeling is niet dat het edeler of mooier is om het heil van de ander te bevorderen, maar dat het verstandiger is. En dat het daarom niet onedel en laag is om alleen voor eigen heil en welvaart te werken, maar dwaas.
* Dit betekent niet, dat men eerst met een nieuw denken klaar moet zijn, voor men tot nieuw handelen kan komen. Dit is een voortdurende wisselwerking: elk begin van nieuw handelen versterkt ook weer een nieuw denken.
Dr. F. Boerwinkel, Inclusief denken, Een andere tijd vraagt een ander denken, 1966, uitgever Paul Brand.
Welke gezaghebbende instituties gaan deze boodschap delen en uitdragen. Kerken zijn gemarginaliseerd, daar hoeven we niets meer van te verwachten.
Dan heeft Beunders een sterk punt, politieke instituties die nalaten om deze verantwoordelijkheid op te pakken zijn mede aansprakelijk.