Decentralisatie kan anders en moet beter
In de zorgsector wordt in het algemeen gemakkelijk geld uitgegeven aan lichte zorg, waarbij lang niet altijd de effectiviteit aantoonbaar is
Bij de decentralisatie van jeugdzorg, WMO of passend onderwijs kunnen betere resultaten worden geboekt. Het huidige systeem van aanbesteding met haar perverse prikkels vraagt om bijsturing vanuit de landelijke overheid. Het betreft sturing op het soort problemen, de hoeveelheid problemen en de juiste balans tussen eenvoudige en complexe problemen van cliënten of leerlingen.
In de zorgsector wordt in het algemeen gemakkelijk geld uitgegeven aan lichte zorg, waarbij lang niet altijd de noodzaak van zorg is te rechtvaardigen of de effectiviteit aantoonbaar is. Deze werkwijze kan ten koste gaan van de complexe zorg die meer investering, expertise en samenspraak vereist.
Ook bij de WMO is er sprake van disbalans. In feite is het absurd dat iedereen, ongeacht het inkomen, dezelfde hoeveelheid huishoudelijke hulp krijgt. In de onderwijssector moet de vraag worden gesteld wat passend onderwijs is, of de juiste doelgroep wordt bereikt, en of kinderen het best geholpen zijn met individuele ondersteuning of meer door van elkaar te leren.
De politiek is aan zet bij het regelen van randvoorwaardelijke zaken, maar ook bij het toetsen van plannen en procedures. Het is gemakkelijk om van de overheid te verwachten dat deze de middelen regelt, en zich verder niet met de invulling van de decentralisaties bemoeit. Maar politiek betekent maatschappelijke doelen stellen, richting geven aan de weg waarlangs en de middelen waarmee de doelen het beste kunnen worden bereikt.
Zowel bij de zorg, als de WMO en het passend onderwijs worden de kaders vaak vanuit het marktdenken opgesteld, en de inhoud staat dan niet ter discussie. We zouden dat juist wel moeten doen, en dat vereist een cultuuromslag bij de overheidsorganen. Zij moeten niet alleen sturen en toetsen op basis van kaders en procedures, maar durven denken en richting geven op basis van de vraag wat het beste is voor de samenleving. Om een voorbeeld te geven: we kunnen het toenemend probleem van obesitas bestrijden door medische ingrepen zoals een maagverkleining, maar ook investeren in gezonde voeding en stimuleren van bewegen.
De eerste aanpak is voor de overheid de gemakkelijke weg: we laten medisch deskundigen en de verzekeraar toetsen of iemand aan de voorwaarden voldoet, en dan kan de ingreep plaatsvinden. De tweede aanpak is een stuk lastiger omdat we dan in de menselijke levensstijl ingrijpen, en daarmee wordt een standpunt ingenomen over collectieve waarden en normen. In dat geval moet de samenleving uitdragen dat niet alles wat mogelijk ís ook gedaan moet worden, en dat je niet alles hoeft te hebben wat je kunt krijgen. In de huidige individualistische, op behoeftebevrediging gerichte maatschappij is dat een lastige boodschap, maar wel noodzakelijk om de samenleving leefbaar te houden.
Ook in het onderwijs geldt dat de sterke nadruk op individuele cognitieve leerprestaties ter discussie kan worden gesteld en dat het samenwerken en de creatieve en sociale ontwikkeling meer aandacht moeten krijgen.
Bij indicatie voor zorghulp, zoals huishoudelijke hulp of de verstrekking van medische hulpmiddelen zou het niet moeten gaan om het “recht hebben op”, maar om de vraag van de noodzaak en vooral de alternatieven en perspectieven die er bij de betreffende persoon en in de omgeving zijn. Het gesprek hierover aangaan is veel lastiger dan toetsen op vooraf vastgestelde criteria, maar het biedt wel meer mogelijkheden om betrokken maatschappelijke netwerken in kaart te brengen en te versterken. Het gaat om buurtbeheer, contactpersonen, verenigingen, zorgmedewerkers, personeel van scholen, ouderenwerkers, enz., die uitgedaagd worden om het welzijn in de buurt te verbeteren door op individueel niveau contact te leggen, mensen te activeren en met anderen in contact te brengen en op maat te ondersteunen of waar nodig te signaleren voor meer specialistische hulp.
Politiek betekent keuzes maken in samenlevingsdoelen en de wijzen waarop en middelen waarmee deze kunnen worden bereikt. Daarbij geldt dat standaardprocedures volgen vaak sneller gaat, maar dat samen overleggen en samenwerking van betrokken partijen tot betere en langduriger oplossingen leidt. Daarvoor is het wel nodig om een omslag te maken in denken en handelen; van marktgerichte naar waarde gedreven keuzes.
Raf Daenen, oud-wethouder en docent maatschappelijke ontwikkeling
Plaats als eerste een reactie
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.