De hervorming van de langdurige zorg gaat een beslissende fase in. Groot strijdpunt is de persoonlijke verzorging. In het regeerakkoord is bepaald dat de verantwoordelijkheid voor deze voorziening overgaat van de AWBZ naar de Wmo. De zorgaanbieders en de verzekeraars schrokken zich een hoedje. Hun handel komt in gevaar. Ze bedachten met z’n allen het argument dat er een knip dreigt te komen in de dienstverlening. Een knip tussen verzorging en verpleging. Een beetje vergezocht. Er zijn nu ook knippen en die zullen er altijd zijn. Het is gewoon een kwestie van goed organiseren van de dienstverlening.
Het feest van de AWBZ
Er is meer aan de hand. Daarvoor moeten we even terug in de tijd. Vanaf midden jaren negentig van de vorige eeuw werd er groot feest gevierd in de wereld van de AWBZ. Van hoog tot laag vierde iedereen het feest mee. Vooral hoog. De thuiszorgorganisaties bouwden steeds grotere hoofdkantoren en ze kregen steeds meer managers. En de absolute top verdienende vele malen de Balkenendenorm. Zorgkantoren en thuiszorgaanbieders spraken onderling de productie af. Kwamen ze halverwege het jaar nog geld te kort? Geen nood. Gezamenlijk togen ze naar Den Haag en hupsakkee: weer honderden miljoenen euro’s erbij. Met de vrome belofte van eens maar nooit weer, was het jaar erop hetzelfde liedje. En zo ging het jaar in jaar uit. De uitgaven bij de AWBZ stegen met miljarden euro’s per jaar. Maar de AWBZ-premie zat goed verstopt in het ondoorzichtige loonstrookje, dus “who cares”. Feest vieren en de rekening naar iemand anders sturen. Man, man wat een tijd.
Superieure gemeenten
En toen kwam het gevreesde jaar 2007. De huishoudelijke verzorging ging over naar de gemeenten en kwam terecht in de Wmo. De thuiszorgorganisaties dachten dat het feest gewoon doorging, maar ze vergisten zich danig. De tarieven gingen fors omlaag en veel van de hooghartige organisaties legden het loodje. Gemeenten zijn erin geslaagd de miljardenoverschrijdingen een halt toe te roepen. Iets dat de rijksoverheid nimmer lukte. De wachtlijsten zijn verdwenen en de tevredenheid bij de cliënten is hetzelfde gebleven. Hulde dus voor de gemeenten.
Gewiekste lobby
Zorgaanbieders en verzekeraars spraken met elkaar af dat ze niet voor de tweede keer hun feestje zouden laten verstoren. De zorglobby heeft een mooie troef: Jos de Bok. Deze directeur van Buurtzorg Nederland is een graag geziene gast in de media. Met zijn verschijning in een simpel T-shirt is hij de lieveling van de sector en de politiek. In al zijn optredens verkondigt hij grote rampspoed als de gemeenten meer zeggenschap over de zorg krijgen. (“Moet ik dan met 400 gemeenten zaken doen?”) Maar hij is ook gewoon ondernemer. Met zijn Buurtzorg heeft hij een miljoenenbedrijf. En de schoorsteen moet wel blijven roken. Zoals wegenbouwers pleiten voor meer asfalt, aannemers pleiten voor meer huizen en de farmaceutisch industrie pleit voor meer medicijnen in het basispakket; zo is Jos de Bok tegen de persoonlijke verzorging naar de gemeenten. Deze mensen weten drommels goed dat bij de zorgkantoren en de verzekeraars het grote geld zit en niet bij de gemeenten. Over de rug van de cliënten (“bij ons bent u tenminste in goede handen”) wordt de strijd gevoerd. En dan is het geweldig nieuws als de wethouder van Deventer het merkwaardige plan heeft om werklozen en vrijwilligers in te zetten in de zorg. Zo’n fraaie voorzet van de gemeente Deventer aan de zorgaanbieders heeft zelfs Sjaak Swart nog nooit gegeven.
De lobby heeft succes. Er is een nieuwe functie gecreëerd, namelijk de thuisverpleging. Een miljardenomzet is veilig gesteld. Hey guys, let ’s have a party!
Rik Bolhuis
Meer columns van Rik Bolhuis leest u hier.
Reacties: 4
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.