'Vlot begin maken met overgang jeugdzorg naar gemeenten'

CJG
‘We weten al voor een groot deel hoe we willen dat het eruit gaat zien. We kennen de inhoudelijke koers al op hoofdlijnen. Daarom moet er snel een begin gemaakt worden’, vindt Baecke. Hij denkt dat  allereerst de Centra Jeugd en Gezin (CJG) goed ontwikkeld moeten zijn. Dat zijn goede bases van preventie en vroegsignalering. ’Als dat zo is, dan kunnen we van daaruit verder, kunnen zwaardere taken overgedragen worden’, zegt Baecke.

Brief
Binnenkort komt staatssecretaris  Marlies Veldhuijzen van Zanten (VWS) met een brief aan de Tweede Kamer waarin ze uitlegt hoe ze de transitie van provincie naar gemeenten gestalte wil geven. Er zijn verschillende manieren waarop die transitie kan plaatsvinden. Dat kan via de tekentafel waarbij er eerst gezord wordt dat er een uitgewerkt wettelijk kader komt. Daar lijkt de VNG een voorstander van.

Geen garantie
'De gedachte daarachter is dat het meer garanties biedt dat we uitkomen waar we nu beogen uit te komen', zegt Baecke.  De voorbereiding hiervan kan echter lang duren. En, zo concludeert Baecke naar aanleiding van de implementatie van de huidige Wet op de jeugdzorg, 'dat is nog geen garantie dat het goed gaat. Zo werd de met de wet bedoelde ene toegang en de voorgenomen nieuwe financiering niet gerealiseerd.'

Samenwerking
Baecke wijst erop dat met een stelselwijziging alleen niet alle knelpunten in de jeugdzorg opgelost worden. Uit de evaluatie van BMC uit 2009 bleek dat het niet goed functioneren van de jeugdzorg vooral te maken heeft met de professionaliteit en effectiviteit van de werkwijzen in de sector. Naast een stelselwijziging moet er dus ook beter samengewerkt worden tussen bijvoorbeeld leerplichtambtenaren, gezinscoaches en  Diensten Wonen. Baecke ziet daarbij een coördinerende rol  weggelegd voor de Centra Jeugd en Gezin (CJG) als het gaat om kleine kinderen en de Zorg en  Advies Teams (ZAT´s)voor schoolgaande kinderen. Die samenwerking moet ervoor zorgen dat het kind centraal komt te staan in de hulpverlening en dat er een beroep moet worden gedaan op de eigen kracht. ´Niet overnemen, maar ondersteunen´, aldus Baecke.

Verschillende tempo's
Niet alle gemeenten zijn even ver met het ontwikkelen van de CJG’s. Maar in veel grote gemeenten werken de CJG’s al redelijk goed. In een groot aantal kleinere gemeenten moet er nog veel gebeuren. Baecke denkt daarom dat verschillende tempo’s aangehouden moeten worden in de transitie. Hierbij ziet hij een belangrijke taak voor de provincies. Die zullen het transitieproces moeten ondersteun en taken overdragen wanneer dat kan.

Het evaluatierapport van BMC uit 2009 kunt u vinden in onze Whitepaper bibliotheek.