De nieuwe melketier
Als het aan staatssecretaris Jetta Klijnsma (Sociale Zaken) ligt, gaat er een Haags taboe sneuvelen. Tijdens een werkbezoek aan de Verenigde Staten liet de PvdA-bewindsvrouwe in New York weten een voorstander te zijn van permanent gesubsidieerde banen voor langdurig werklozen.
Ooit stonden die bekend als ‘Melkertbanen’, maar van die benaming wil niemand meer horen op het Binnenhof. De kosten waren hoog en van de doelstelling dat ze op termijn tot een vaste baan moesten leiden, kwam bitter weinig terecht.
Toen in een vorig kabinet staatssecretaris Van Hoof (VVD) met een verruimde wettelijke regeling kwam voor werken met behoud van uitkering, haastte hij zich dan ook te zeggen dat het hier geen Melkertbanen betrof, maar ‘terugkeerbanen’. Die weinig realistische betiteling maakte spoedig plaats voor ‘participatiebanen’, die in principe een looptijd hadden van twee jaar. Verder mochten ze geen bedreiging vormen voor bestaande banen en al evenmin een gesubsidieerde vorm van gewone arbeid zijn. Het moest blijven bij nuttige activiteiten voor de samenleving.
In werkelijkheid lichtten werkgevers en reïntegratiebedrijven fors de hand met deze bepalingen. Bijstandsgerechtigden met een participatiebaan waren voor werkgevers goedkope arbeidskrachten en voor reïntegratiebedrijven aantrekkelijke winstmakers bij doorverhuur aan commerciële bedrijven.
Veel bleef onduidelijk rond de participatiebanen. Hoe lang kon een bijstandsgerechtigde in de praktijk zo’n baan blijven bezetten? En wat gebeurde er nadien met zo iemand? Hoe groot is het verdringingseffect? Leidt strengere handhaving van de regels tot een afname van het aantal participatiebanen?
Ondanks al die vaagheid staat het buiten kijf dat een grote groep bijstandsgerechtigden alleen via structureel gesubsidieerde banen aan het werk kan komen. Divosa schatte hun aantal een paar jaar geleden op de helft van alle bijstandsgerechtigden, oftewel 175.000 mensen. En die groep zal in de komende crisisjaren alleen maar groter worden, terwijl intussen aan de onderkant van de arbeidsmarkt veel werk blijft liggen.
Het idee van de staatssecretaris verdient dan ook op voorhand alle steun. En die zal Klijnsma nodig hebben ook, want haar plan ligt politiek gevoelig, niet alleen bij politieke partijen maar ook bij de sociale partners. Nog afgezien daarvan wachten er nog veel vragen op een antwoord. Bij voorbeeld: wie betaalt welk deel van de uitvoering? Wie is er uiteindelijk op aan te spreken? Gaan de participatiebanen op in het plan van Klijnsma, en zoniet, in hoeverre zullen ze elkaar dan beconcurreren?
Maar allereerst is het van belang te constateren dat het idee van de staatssecretaris van realisme en moed getuigt. Een gewone baan vinden is voor grote groepen werklozen te hoog gegrepen en zeker de komende jaren volstrekt illusoir, maar in een beschaafde maatschappij mag dat niet betekenen dat die mensen, met behoud van uitkering, aan hun lot worden overgelaten.
Barry van Heijningen
Plaats als eerste een reactie
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.