Breng de moraal terug in de economie
Werklozen die niet willen verhuizen of zich niet willen bijscholen, moeten hard worden aangepakt. Dat was de strofe die de minister van Sociale Zaken afgelopen week toevoegde aan het lijflied van zijn ministerie: zorg dat het moreel van mensen zonder werk wordt opgekrikt; vergroot hun gevoel van kracht, hun zelfvertrouwen, hun geestkracht, hun moed, hun fut, hun werkkracht en hun strijdlust.
Al kabinetten lang zingt het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid hetzelfde lied: herstel goedschiks of kwaadschiks het moreel van uitkeringsgerechtigden. De conditie die daarvoor nodig is wordt stelselmatig over het hoofd gezien: de moraal moet terug in de economie!
Werklozen die niet willen verhuizen of zich niet willen bijscholen, moeten hard worden aangepakt. Dat was de strofe die de minister van Sociale Zaken afgelopen week toevoegde aan het lijflied van zijn ministerie: zorg dat het moreel van mensen zonder werk wordt opgekrikt; vergroot hun gevoel van kracht, hun zelfvertrouwen, hun geestkracht, hun moed, hun fut, hun werkkracht en hun strijdlust. Het weghalen van minimale bestaanszekerheden is voor het huidige kabinet de geijkte weg om het moreel terug te brengen bij de werklozen: als de uitkering verlaagd wordt of wegvalt gaat men vanzelf aan het werk. Waarom al die immigranten uit Oost-Europa hier binnenhalen als onze eigen mensen aan de kant staan? De aardbeien, de appels en de kersen kunnen ook geplukt worden door mensen die nu met een uitkering thuis op de bank zitten en die het wel goed vinden zolang de gemeente hen voorziet van een leefbaar inkomen. Verlaag dat inkomen of schrap het helemaal en je zult zien dat de mensen hun werkkracht hervinden. Dat is de filosofie achter de aanscherpingen van de Wet werk en bijstand die per 1 januari 2012 ingaan en het is de kerngedachte van de Wet werken naar vermogen die per 1 januari 2013 moet ingaan. De minister en staatssecretaris van Sociale Zaken voegen iedere week een nieuwe strofe toe aan dit bekende clublied. Maar hoe vergaat het de mensen die op verwijtende of straffende toon worden toegezongen? En hoe vergaat het eenvoudige wethouders die als Huzaren van Moreel niets te veel mag zijn om uitkeringsgerechtigden aan het werk te krijgen en de cijfers van de gemeentebegroting uit het rood?
Vorige week zondag was ik als wethouder betrokken bij een lokaal initiatief om in gesprek te gaan met vertegenwoordigers van de duizenden Poolse arbeidsmigranten die in de regio werkzaam zijn in de tuinbouw en in de industrie. Aanvankelijk kwam geen enkele arbeidsmigrant opdagen. Na een paar telefoontjes kwamen uiteindelijk toch vier jonge Poolse mensen, ondanks het verbod van hun uitzendbureau om naar deze bijeenkomst te gaan. De in het Pools gestelde uitnodigingen voor deze bijeenkomst waren ook door tussenpersonen onderschept. Aarzelend vertelden deze jonge arbeidsmigranten over hun situatie. Er kwam een beeld naar voren van volslagen afhankelijkheid van hun uitzendorganisatie. In Polen was voor hen geen werk. Ze waren per bus naar Nederland vervoerd met de belofte van werk. Ze werden gehuisvest op een camping, met vier personen in een caravan, waarvoor ze € 65 per persoon per week moesten betalen. De ene dag was er wel werk, de andere dag niet. Soms werden ze wit betaald, soms zwart. Sommigen van hen waren verzekerd, anderen niet. De ene kreeg taalles van iemand die overigens geen woord Pools sprak, de ander werd juist ontmoedigd om Nederlands te leren. De mensen waren afhankelijk, voor werk, voor huisvesting, voor contacten met instanties. Afhankelijk en daarom heel bang. Vandaag zaten ze hier en het kon zijn dat ze morgen het bevel kregen om binnen een half uur hun spullen te pakken, omdat ze ergens anders gehuisvest moesten worden.
Het was alsof ik een update kreeg van een sociale roman van John Steinbeck die ik 50 jaar geleden op de middelbare school las. Moet ik ‘mijn’ uitkeringsgerechtigden aansporen dat soort werk van deze Poolse arbeidsmigranten over te nemen, afgezien van de vraag of ze dat fysiek wel aan kunnen? Veel Haagse politici pleiten daarvoor en ze ontvangen veel bijval. Maar die bijval komt niet van mij. Dergelijke dagloners-toestanden moeten we niet willen in Nederland. Dat hoort niet thuis in onze samenleving. Het is een veeg teken dat delen van onze economie terugvallen naar dit soort sociale wanpraktijken. De economie die na de Tweede Wereldoorlog is opgebouwd en waar Nederland welvarend mee geworden is, was een economie die in ieder geval enige fatsoensnormen kende. Die economie werd ooit bestempeld als ‘het kapitalisme met het menselijke gezicht’. De laatste twintig jaar zijn die fatsoensnormen ‘eruit-geglobaliseerd’. De vraag is of we dat moeten accepteren. Naar mijn idee kan geen enkele samenleving zo’n onfatsoen in de economie verdragen. Niet het gebrek aan moreel onder uitkeringsgerechtigden is het grootste probleem, maar veeleer het gebrek aan moraal in onze huidige economie. Daar zouden bewindslieden van Sociale Zaken en Werkgelegenheid wat meer over kunnen praten. We hebben dringend behoefte aan een fatsoenlijke economie, waar ook mensen die minder kunnen presteren een gerespecteerde plek kunnen verwerven. Daar wil ik me als wethouder voor inzetten. En ik prijs me gelukkig dat ik werkgevers in mijn gemeente ontmoet die bereid zijn daar mee de schouders onder te zetten. Gewoon omdat ze vinden dat dit hoort tot hun kerntaak: op maatschappelijk verantwoorde wijze ondernemer zijn.
Raf Janssen
Kennelijk zijn lezers van de site van BB (vooral ambtenaren) niet bijster geïnteresseerd in het onderwerp "terugbrengen van moraal in de economie". En ook niet in out-of-the-box-denken daarover. Waar is de betrokkenheid? En het kan ook nog eens anoniem, voor wie bang is!
Nou vooruit, laat ik dan op één punt mijn eigen verhaal bekritiseren: de laatste alinea. Als er straks door de vergrijzing veel zeventigers zijn die zelf geen zwaar fysiek werk kunnen doen maar het wel heel goed kunnen coördineren, dan hebben die zeventigers natuurlijk ook veel stemmen bij de verkiezingen. Dat weten politieke partijen, en die zullen de belangen van deze zeventigers dus zwaar laten wegen. Resultaat: een grote groep van senioren zullen via democratische verkiezingen een kleinere groep van jonge Nederlanders dwingen om zwaar onderbetaald het vuile werk op te knappen. Behoorlijk immoreel...
Of klopt ook dit scenario niet? Misschien kiezen jonge Nederlanders in zulke omstandigheden voor emigratie, bijvoorbeeld naar Polen, en moeten ze met goede salarissen weer worden teruggelokt.