De Krom overtuigd van terugkeer Wwnv

De Wet werken naar vermogen mag het dan net niet gered hebben in de Tweede Kamer, staatssecretaris Paul de Krom is ervan overtuigd dat de insteek – één regeling aan de onderkant van de arbeidsmarkt – binnenkort weer op tafel ligt. Dat zei hij in een gesprek met Binnenlands Bestuur.

Catshuisoverleg
Het wetsvoorstel voor de Wet werken naar vermogen, waar De Krom sinds zijn aantreding als staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid hard aan had gewerkt, was net behandeld in de Tweede Kamer. Eind april zou er dan eindelijk over gestemd worden. Maar het mislukken van het Catshuisoverleg gooide roet in het eten. Einde minderheidskabinet, (voorlopig) einde Wet werken naar vermogen.

1,8 miljard bezuinigingen
‘Ik vond het dramatisch’, vertelt demissionair staatssecretaris De Krom vier maanden na dato. ‘Ja, ik baalde ervan. Als een stekker. Niet alleen op het ministerie, maar ook in het land waren ze op talloze plekken bezig om vooruitlopend op de invoering van die wet veranderingen door te voeren.’ De timing voor de strenge wet die gepaard zou gaan met zo’n 1,8 miljard aan bezuinigingen leek goed. Twee VVD’ers op het ministerie, een Kamermeerderheid van VVD, CDA, PVV en SGP, een voorstel dat slechts enkele dagen verwijderd is van het verworden tot een echte wet. ‘Maar ineens was het momentum voorbij. Gelukkig heb ik wel gezien dat in de tussentijd veel gemeenten toch doorgaan met de hervormingen omdat ze denken dat de wet er toch zal komen. En dat is ook mijn overtuiging.’

PvdA
De Krom denkt dat Nederland het zich niet kan veroorloven geen hervormingen aan de onderkant van de arbeidsmarkt door te voeren. Kijkend naar wat de verschillende partijen aan plannen hebben, en met de verkiezingsuitslag in gedachten, kan hij niet anders dan concluderen dat ‘zijn’ wet niet in de ijskast zal verdwijnen maar hooguit even in de koelkast staat. ‘Als ik naar verschillende verkiezingsprogramma’s kijk dan zie ik in wisselende vorm ook elementen uit die wet gewoon terugkomen. Ook bij de PvdA.’

Poppetjes
De verwachting en de hoop dat de wet er toch in één of andere vorm nog komen gaat, durft De Krom wel uit te spreken. Op de vraag of hij hoopt degene te zijn die de wet door de Kamer loodst, reageert hij minder uitgesproken. ‘Wat ik hoop is dat die wet wordt ingevoerd, omdat het zo belangrijk is. Maar het gaat hier niet om de poppetjes. Ik wacht de formatie rustig af en dan zien we het wel.’

Rutte mag bellen
Toch kan hij de indruk niet wegnemen dat zijn handen jeuken het karwei af te maken. Mag premier Rutte hem bellen om in een volgend kabinet zitting te nemen? ‘Ja hoor, meneer Rutte mag mij altijd bellen. Ik bel graag met hem’, lacht De Krom. Om er meteen heel correct aantoe te voegen ‘maar we wachten de formatie rustig af, want nogmaals: het gaat niet om de poppetjes maar om de zaak zelf, namelijk dat er zoveel mogelijk mensen aan het werk gaan.’