De Krom, hou het simpel
De hervorming van de regelingen aan de onderkant van de arbeidsmarkt - Wajong (Wet arbeidsongeschiktheid jonggehandicapten), Wwb (Wet Werk en bijstand) en Wsw (Wet sociale werkvoorziening) - is al één van de grote opgaven van dit kabinet genoemd.
Dat is niet voor niets. Het gaat niet alleen over het inkomen van naar schatting meer dan 500 duizend mensen, maar ook over de verdeling van de publieke re-integratiemiddelen die beschikbaar zijn om participatie en deelname aan betaalde arbeid van deze groep te bevorderen. Ook moet de nieuwe regeling het antwoord zijn op systeemfouten in de huidige regelingen: betaald werk moet lonen, de voorziening moet voor iedereen gelijk toegankelijk zijn, effectieve besteding van re-integratiemiddelen en werkgevers krijgen te maken met één set voorwaarden. In het regeerakkoord is aan deze hervorming nog een miljardenbezuiniging toegevoegd.
Tot voor kort leek er een breed politiek en maatschappelijk draagvlak te bestaan voor één regeling voor de onderkant van de arbeidsmarkt. Onder de noemer van het door de commissie-De Vries geïntroduceerde ‘werken naar vermogen’ leken de meeste politieke partijen en organisaties als de VNG, Divosa en Cedris het op hoofdlijnen met elkaar eens. Toch lijkt op dit moment sprake van een flinke kink in de kabel. De door de staatssecretaris toegezegde brief naar de Tweede Kamer over één regeling is uitgesteld, Uit uitgelekte voorlopige voorstellen blijkt dat er in plaats van minder juist meer regelingen komen. Wajongers gaan werken naar vermogen, maar niet allemaal, want voor de groep tot 2010 geldt de oude regeling, voor de groep van 2010-2012 geldt weer wat anders. De huidige Wsw-ers met een dienstverband worden ontzien, maar voor hen wordt wel het budget ingekrompen. Voor de nieuwe instroom komt er de regeling ‘beschut werken’, maar dan wel op een andere leest geschoeid dan de huidige Wsw en zonder geoormerkt budget. Daarnaast blijft voor één groep de Wwb gewoon bestaan. Voor dit alles komt er één ontschot budget waar gemeenten verantwoordelijk voor worden.
In een gezamenlijke open brief begin februari prikkelden VNG, Divosa en Cedris staatssecretaris De Krom om toch vooral door te gaan met één regeling. Als de plannen van de staatssecretaris doorgaan, gaan leerwerkbedrijven die de Wsw uitvoeren en herintreders werk bieden, zware tijden tegemoet. Gemeenten krijgen veel minder budget. Een belangrijk deel hiervan ligt vast in de oude Wsw. Jaarlijks zullen gemeenteraden zich buigen over de verdeling van het budget. Dat heeft gevolgen voor de marktpositie en bedrijfsvoering van de uitvoeringsbedrijven. Dit alles gaat ten koste van de mogelijkheden op passend werk voor degenen die wel zijn aangewezen op beschut werken, maar ook voor de huidige Sw-ers. Daarnaast leidt het tot de teloorgang van de regionale infrastructuur van re-integratie en opleiding.
Recent viel in dit dossier herhaaldelijk de naam van Mark Rutte. Hij bleek immers, als toenmalige staatssecretaris van Sociale Zaken, wel in staat om de Wwb door het politieke mijnenveld van de Tweede Kamer te loodsen. Juist doordat deze wet ruimte laat aan gemeenten, werd dit een succes. Wij denken dat de huidige staatssecretaris De Krom best in staat is eenzelfde prestatie te leveren. Maar er lijken hogere politieke machten in het spel te zijn. Hierin zien wij voor onze huidige premier ook nu weer een uitdaging. Als architect van het regeer- en gedoogakkoord kan hij er voor zorgen dat de PVV de zaak niet op slot zet door symbolische zekerheid te regelen voor een beperkte deelgroep (huidige Wsw-ers).
En waar zijn de andere politieke partijen? Waarom is het CDA hierin onzichtbaar, terwijl de doelgroep altijd tot de natuurlijke achterban hoorde? Waarom hullen de andere linkse oppositiepartijen zich in stilzwijgen? Wachten zij misschien af om in een volgende regeerperiode de scherpe kantjes van het product van dit kabinet af te schaven?
500 duizend mensen wachten op een regeling die de kansen op het verwerven van een zelfstandig arbeidsinkomen optimaliseert. Werkgevers hebben belang bij een regeling zonder veel rompslomp, zeker omdat het kabinet erop rekent dat zij de benodigde werkgelegenheid faciliteren. Gemeenten durven de uitdaging aan, maar moeten dan wel de vrijheid en middelen krijgen daarvoor in de eigen gemeente of regio de geschikte infrastructuur in stand te houden. Het onderbrengen van de beschikbare middelen in één regeling lijkt hiervoor de beste mogelijkheden te bieden. Wie redt de onderkant van de arbeidsmarkt?
Cees van der Vlist, wethouder Liesveld en voorzitter dagelijks bestuur Avelingen Groep (Wsw-uitvoerder zeven gemeenten in Alblasserwaard/Vijfheerenlanden; Arnie Faro, wethouder Gorinchem; Paul Letterie, wethouder Hardinxveld-Giessendam;
Gerda Derksen, algemeen directeur Avelingen Groep.
Buitengewoon laf om de zwakste groepen op de arbeidsmarkt op te zadelen met de kosten van de crisis die de banken veroorzaakt hebben.
In het verleden zou de politiek er niet over gepiekerd hebben rechten van gehandicapten aan te tasten. Waar is het fatsoen gebleven ?