De beste stuurlui staan aan wal
De kosten van de gezondheidszorg blijven de gemoederen in Nederland bezighouden. Deze week verscheen weer een boek waarin uitgelegd werd dat het in Nederland allemaal veel goedkoper kan. Papier is geduldig en ook de schrijvers van dit boek weten het weer heel mooi uit te leggen. Als je het zo globaal leest, dan lijkt het nog logisch en geloofwaardig ook.
Wat me wel een beetje stoort is het feit dat veel van de mensen die aan anderen wel even zullen uitleggen hoe het moet, zelf weinig tot geen praktijkervaring hebben. Deze schrijvers, ‘zelfbenoemde zorgondernemers’, blijken na bestudering van hun eigen prestaties zelf niet zo succesvol te zijn. Ik blijf mij verbazen over rapporten en boeken die door dit soort mensen geschreven worden. Het valt wat mij betreft dan ook in de categorie ‘de beste stuurlui staan aan wal’.
Maar goed, de kern van het nieuwe boek is dat de ziekenhuizen in Nederland te groot zijn en dat het bijzonder inefficiënt is dat alle ziekenhuizen in Nederland hetzelfde aanbieden. De schrijvers geven het voorbeeld dat door het concentreren van de staaroperaties in tien ziekenhuizen, er jaarlijks 32 miljoen euro kan worden bespaard. Zij pleiten dus voor concentratie van ziekenhuizen én voor het stoppen met het geven van steun aan ziekenhuizen die in de problemen gekomen zijn. Er zijn er toch teveel, dus mag er best een aantal omvallen en/of verdwijnen.
Mensen die mijn eerdere columns gelezen hebben, zullen niet verbaasd zijn als ik zeg dat ook ik van mening ben dat er nog grote besparingen in de zorg mogelijk zijn. Maar eigenlijk zeg ik liever dat er voor het geld dat nu in de gezondheidszorg omgaat veel meer en betere zorg geleverd kan worden.
Ik heb bedenkingen tegen het ontstaan van ziekenhuizen en klinieken die zich op één, of een beperkt aantal, medische handeling(en) toeleggen. Ik denk dat het uitvoeren van operaties’ aan de lopende band’ er voor gaat zorgen dat medisch specialisten en verpleegkundigen wel steeds meer ervaring krijgen in de standaardaandoening, maar steeds minder in de aandoening die niet aan die standaard voldoet. Er treedt een verschraling van kennis op. En hiervan kan de patiënt met een aandoening die niet in de standaard past, dan weer de dupe worden. De grootste knelpunten die in de gezondheidssector zijn ontstaan, zijn juist het gevolg van het belangrijker maken van proces in plaats van de patiënt.
In het genoemde voorbeeld van de cataracten, gaat het veelal om patiënten die aan meer aandoeningen lijden. Verschraling of versplintering van zorg is niet alleen patiënt-onvriendelijk, maar gaat ook voorbij aan de lange termijn (financiële)voordelen die multidisciplinaire aanpak met zich kan meebrengen.
Vanochtend heb ik met bewondering het zogenaamde ‘interne ochtendrapport’ in het Slotervaartziekenhuis bijgewoond. Alle interne medische disciplines vertegenwoordigd door specialisten, die samen dagelijks alle in ons ziekenhuis opgenomen patiënten van de afgelopen 24 uur bespreken. Een werkwijze die in Nederland vrijwel nergens meer in deze vorm wordt toegepast. Vanuit financieel oogpunt gezien wellicht zeer inefficiënt, vanuit de patiënt gezien een uitstekende methode. Het creëert een omgeving, waar vanuit verschillende disciplines en inzichten aandacht wordt besteed aan de huidige patiënten en zodoende de beste behandeling te bieden, alsmede een omgeving waar vanuit de huidige voorbeelden, geleerd wordt toekomstige patiënten nog beter te kunnen bedienen.
Een omgeving waar de multidisciplinaire aanpak meest optimaal wordt toegepast, is wat mij betreft de omgeving die op lange termijn de beste (financiële) en behandelresultaten levert. Deze omgevingen zouden alleen al verder gestimuleerd moeten worden om te bevorderen dat er straks helemaal geen cataractoperaties hoeven plaats te vinden. Wie weet is de methode over een aantal jaren alweer ingehaald door innovaties die voortkomen uit de gouden driehoek: algemene patiëntenzorg, opleiding en wetenschappelijk onderzoek.
Aysel Erbudak
Voorzitter van de Raad van Bestuur van het Slotervaartziekenhuis
Ik kan mij voorstellen dat dat niet efficient is en nergens meer wordt toegepast. Een dergelijke overdracht zou immers een uur of acht duren... Bedoelt u misschien de overal in Nederland gebruikelijke overdracht van "interne" (lees: internistische ) opnames?