‘Dat is zo mooooi!’
Onconventioneel, met een heel persoonlijke benadering. Marco Florijn is volgens Binnenlands Bestuur de Beste Lokale Bestuurder 2009. Minister worden? ‘Later als ik groot ben.’
Samen met zijn secretaresse houdt Marco Florijn de dossiers bij van zo’n tachtig Leeuwardenaren die het moeilijk hebben. Dossiers van mensen met schulden, daklozen, zieken. Hij kent hen persoonlijk en zij kennen de jonge wethouder van Werk en Inkomen en Sport. Ze hebben zijn 06-nummer, kunnen altijd mailen en spreken Florijn aan als hij gaat eten bij ‘minimarestaurant’ Van Harte. Hij probeert daar elke week te komen.
Florijn haalt inspiratie uit hun verhalen, maar stuurt zijn organisatie ook nadrukkelijk op basis van die individuele gevallen aan. Hij haalt in gesprekken graag het voorbeeld van Joke aan. Deze nierpatiënte had een uitkering, vond het moeilijk om bijzondere bijstand aan te vragen en bouwde schulden op. Door de geldzorgen verwaarloosde ze haar dieet en het ging lichamelijk steeds slechter. Joke meldde zich bij de kredietbank. Maar ja, wie zich daar meldt voor een schuldhulptraject krijgt standaard de opdracht de auto weg te doen. De steeds slechter lopende Joke werd veroordeeld tot een geïsoleerd bestaan.
Toen Florijn hiervan hoorde, ging hij meteen verhaal halen bij de ambtenaren. Cliëntelisme, zeggen critici. Maar daar kan Florijn niks mee. ‘Met een beetje cliëntelisme is niks mis. Je kunt besturen op afstand, maar dat kun je ook prima doen in combinatie met die hele kleine verhalen. De lijn die ik uit het verhaal van Joke haalde, is dat je als kredietbank dus niet zomaar een blauwdruk kunt opleggen. Dus wat ik dan doe, is kijken of we het in dit geval anders kunnen regelen en vervolgens hoe we onze organisatie daar dan op inrichten om dat in de toekomst te voorkomen.’
Cambuur
Het is mede die onconventionele en persoonlijke aanpak die Florijn de titel van Beste Lokale Bestuurder van 2009 heeft opgeleverd. In zijn nog prille wethouderscarrière – sinds 2006 – viel hij op met creatieve projecten en zijn vermogen veel verschillende mensen en partijen bij zijn beleid te betrekken. Het project Training Cambuur Werkt is maar één voorbeeld. Daarin worden jongeren met een bijstandsuitkering bij de lokale voetbalclub klaargestoomd voor werk of een opleiding. Als arbeidsmarktambassadeur lobbyt Florijn persoonlijk bij werkgevers voor stage- en werkplekken. Het heeft er mede voor gezorgd dat ondanks de crisis de uitstroom uit de bijstand in Leeuwarden relatief op peil blijft.
‘Kleine knoopjes leggen’, zo omschrijft de PvdA’er zelf zijn drijfveer: ‘Je kunt als wethouder écht wat betekenen voor mensen en dat hoeft helemaal niet alleen met geld. Dat kan ook omdat je weet wat er gebeurt in de stad en dingen bij elkaar brengt. Je hebt overal overzicht over, je kent al die stichtingen, die instellingen, die bedrijven, en je komt overal makkelijk binnen. Als wethouder kom je in contact met mensen die in de knel zitten. Op sociale zaken is dat soms, nou, echt droevig. Dat je echt denkt, wow, wat hebben mensen soms toch een rotleven. En daar kun je dan echt wat aan dóen.’
Het had niet veel gescheeld of Florijn was helemaal geen wethouder geworden. Na zich 4 jaar als gemeenteraadslid tegen de lokale politiek te hebben aanbemoeid, vond hij het in 2003 een mooi moment om weer eens over de grens te gaan kijken. Florijn, toen 28 jaar, tekende een contract bij Ahold als internationaal organisatieadviseur. Een baan die hem onder andere naar New York en Scandinavië beloofde te brengen. Maar nog voor hij bij het supermarktconcern kon beginnen, was daar de monsterzege van de PvdA bij de gemeenteraadsverkiezingen. De partij deed een beroep op hem: Florijn kon wethouder worden.
‘Ik had als raadslid altijd heel veel kritiek op de wijze waarop we niet echt goed met sociale zaken omgegaan zijn. Leeuwarden stond er slecht bij op dat gebied. Toen de wethoudersvraag kwam, werd erbij gezegd “Dan kun je eindelijk wat doen aan je praatjes”. En daar voelde ik me natuurlijk heel erg op aangesproken.’
Helderziende
Het aanbod stelde Florijn voor een ‘duivels dilemma’: de hele wereld over bij een multinational of gaan voor de publieke zaak op het Leeuwardense stadhuis. De manier waarop hij toen de knoop doorhakte is misschien ook wel tekenend voor zijn gedurfde aanpak nu: Florijn consulteerde een helderziende.
‘Als organisatieadviseur deed ik dat ook weleens als ik bij groepen kwam die helemaal vastzaten. Dat werkte vaak uitstekend, want het ontregelt mensen en zo iemand voelt je gewoon aan. Dus ik dacht, dat moet ik zelf ook doen. En zij zei dat ik naar Ahold moest vertrekken. Want, zei ze, “Ik zie je rennend over Schiphol met tassen versus opgesloten op het stadhuis van Leeuwarden.” En daar pakte ze natuurlijk precies mijn angst mee. Ik houd van inhoud, dus wat dat betreft leek het wethouderschap ideaal, maar ik wilde niet vast komen te zitten in Leeuwarden.’
Hoe precies met de vinger op de zere plek ook, Florijn volgde het advies van de helderziende niet. ‘Ik dacht als ik nu wethouder hier word en zorg dat ik heel veel in Den Haag doe en in clubs hier ga zitten en niet te veel alleen maar hier in de stad rondhang, dan kan ik van mijn wethouderschap iets maken waar ik me ook echt goed bij voel.’ Twitter
De jonge wethouder valt ook op door de manier waarop hij laagdrempelige communicatiemiddelen als Hyves, LinkedIn en Twitter gebruikt. (Zijn bio op Twitter: Tango lover, Politician 4 social democrats (wethouder@Leeuwarden + landelijk partijbestuur PvdA), gadget freak, wannabe columnist, lifehacking, wine.) De Leeuwardense ambtenaren zijn het inmiddels gewend om Hyvesberichtjes doorgestuurd te krijgen.
‘Ik heb heel veel aan die media. Een kritiekpunt was dat ik mijn 06-nummer gewoon op internet zette. Nou, ik word nooit voor gekke dingen lastiggevallen hoor. Ik zoek allerlei manieren om contact te hebben. Je weet gewoon dat Hyves veel meer bij jongeren en bepaalde groepen gebruikt wordt. En Twitter heb ik heel bewust gedaan omdat het wethouderschap een black box is voor veel mensen. Die weten niet wat ik doe. Dit is een manier om dat te ontsluiten. En het is ook gewoon handig. Ik vroeg bijvoorbeeld op Twitter hoe we in de campagne nieuwe media kunnen inzetten. Daar kreeg ik maar twee reacties op, maar dat waren wel meteen twee geniale ideeën waar ik direct ook wat mee kon.’
Met zijn destijds 28 jaar was Florijn een van de jongere wethouders bij zijn aantreden. Echt onzeker over zijn kunnen is hij niet geweest. Lachend: ‘Ik spring graag in het diepe zonder al te veel na te denken. Ik redeneer zo: als je ergens maar energie van krijgt en denkt dat je het zou moeten kunnen, dan moet je het doen.’ Jong zijn heeft in deze functie zijn voordelen, vindt hij. ‘Het is een eigenschap waar ik niks aan kan doen, maar die ik prima kan inzetten en die me bij bepaalde groepen echt wel helpt.’
Zeepkist
Toegankelijkheid en leiderschap. Dat zijn de eigenschappen die Florijn zelf in een bestuurder bewondert. Die hij ‘moooooi’ vindt. En staatssecretaris Klijnsma (Sociale Zaken) is een voorbeeld voor hem. ‘Daar zie je iemand die geroerd raakt door de mensen die ze tegenkomt en die dat ook met alle soorten mensen kan hebben. Ze kwam hier een keer bij een clubje architecten, die hebben het door de crisis heel zwaar. Hoe zij dan met hen praat en echte betrokkenheid toont... Niet uit een soort sneuheid. En hoe ze ook leiderschap laat zien. Vraagt wat iemand zelf kan doen, duidelijk maakt wat zij wel en niet wil en kan doen. Grenzen stellen. Daar ben ik ook in aan het oefenen.
'Mijn leerpunt is zorgen dat ik mensen niet overbelast. Dat ze te veel moeten, dat ik te veel ontwikkeling eis. Als er een evenement wordt georganiseerd dan wil ik dat er ook meteen een marketingpakket ligt om de rest van Nederland ook hierheen te krijgen, anders slaat het natuurlijk nergens op. Dan krijg je dus terug dat mensen het zwaar vinden om dat allemaal te doen, ook al kom ik rustig over. Ik kan soms zo boos worden als ik zie dat het niet goed gaat! Dan ga ik nog meer proberen om mensen mee te krijgen. Maar een goede bestuurder moet op het zeepkistje staan en inspireren, en ook zorgen dat het in de uitvoering goed gaat.’
Beste lokale bestuurder van 2009 was Florijn volgens de lezers en redactie van Binnenlands Bestuur. Maar vindt hij zichzelf een goed bestuurder? Na een lange stilte: ‘Voor de portefeuilles die ik nu heb denk ik wel. Zou ik een goede ziekenhuisbestuurder zijn of burgemeester? Dat denk ik niet. Toen ik hier begon, was het nodig de boel op te schudden; ik denk dat ik daar wel goed in ben. Maar dat hoeft op andere dossiers niet zo te zijn.’
Nestor
Na de verkiezingen gaat hij graag door. ‘Als ik weer in het college zou komen, dan ben ik de langstzittende bestuurder, oftewel de nestor. Dat is natuurlijk heel bizar, en dat raakt me wel. Ik hou erg van de stad en de mensen met wie ik samenwerk. Dat maakt dat ik andere ambities ook voor me uitschuif.’
Maar Florijn droomt ook van een baan bij een multinational. Voor het Kamerlidmaatschap hoeven ze niet bij hem aan te kloppen. ‘Ik vind besturen het interessantst. Je hebt een grote begroting. Ik heb op sociale zaken 65 miljoen te besteden, dat heb je als Kamerlid niet.’ Staatssecretaris of minister dan? ‘Dat lijkt me op mijn 50e – later als ik groot ben – nog weleens mooi om mee te maken.’
Marco Florijn
Marco Florijn (32) is van huis uit organisatieadviseur. Hij studeerde hotel- en vrijetijdsmanagement en heeft een master international leisure studies van de London Metropolitan. Tijdens zijn studie werkte hij als adviseur bedrijfswetenschappen. Sinds 2006 is hij wethouder te Leeuwarden. Op dit moment heeft hij in zijn portefeuille: sport, werk&inkomen, recreatie&toerisme en dienstverlening.
Plaats als eerste een reactie
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.