Cao-bod in referendum verworpen

Ruim dertigduizend gemeenteambtenaren stemden in een vorige week gehouden referendum over het cao-eindbod in grote meerderheid nee. Ruim 90 procent van de deelnemers - ook niet-vakbondsleden mochten meedoen – wees het finale bod van hun werkgever af. Nu de vakbondsonderhandelaars zich in zulke grote mate gesteund weten door hun achterban, houden ze vast aan hun looneis van 1,5 procent erbij in 2009 en nog eens 1,25 procent erbovenop in 2010. Volgens Ruud Kuin, onderhandelaar namens Abvakabo FNV, gaat het om niet meer en niet minder dan koopkrachtbehoud. ‘Hoe het verder gaat? Wij zijn bereid om weer aan de onderhandelingstafel te gaan en wachten op een uitnodiging van de werkgevers. Zij zijn aan zet’, zegt hij.

Hans Schirmbeck, cao-onderhandelaar namens de gemeentelijke werkgevers, wil nog niet vooruitlopen op de volgende zet. Zeker niet voordat hij offcieel op de hoogte is gesteld van de definitieve referendum- uitslag. Dat kan nog wel even duren, want de bonden hebben de feestdagen nodig om alle stemmen goed te tellen. De gegeven uitslag een voorlopige, gebaseerd op een eerste scan. ‘We willen zeker weten dat er geen dubbele stemmen in zitten. Verwijten in die richting willen we voorkomen. De trend is echter duidelijk en die kun je niet negeren’, aldus Kuin.

Crisis

Kuin bestrijdt dat het ambtenaren is ontgaan dat er sprake is van een economische crisis. Tijdens debatten die voorafgingen aan het referendum, lieten ze volgens hem blijken daar wel degelijk oog voor te hebben. ‘Ze geven aan werkzekerheid net zo belangrijk te vinden als koopkrachtbehoud’, zegt hij. Kom bij de bonden niet aanzetten met het argument dat gemeentelijke werkgevers de financiële ruimte niet hebben voor een structurele loonsverhoging van opgeteld 2,75 procent tot en met 2010.

‘In 2009 hadden ze een plus van bijna een miljard euro: 668 miljoen euro uit het Gemeentefonds en 370 miljoen euro extra uit lokale lasten. Volgend jaar krijgen ze opnieuw 668 miljoen euro extra uit het Gemeentefonds. Voor 2010, zo is de afspraak, krijgen ze bovendien 0,48 procent loon- en prijscompensatie uitgekeerd van het Rijk. Dat geld steken ze dus in eigen zak als ze op de nullijn gaan zitten’, stelt Kuin. Bovendien houden de gemeentelijke werkgevers geld over als voor 2009 de salarissen worden bevroren.

Gemeenten hielden in hun ramingen voor dit begrotingsjaar immers rekening met een gemiddelde loonstijging van 3 procent. ‘Wij vragen maar de helft’, zegt Kuin. ‘Anders gezegd, als we nu voor 2009 op een looneis van 1,5 procent gaan zitten, houden gemeenten nog genoeg over om tegenvallers op te vangen.’

Ruimte zouden de gemeenten ook kunnen vinden door minder extern personeel in te huren. Abvakabo FNV schat de totale kosten die gemeenten daaraan uitgeven rond de 1,7 miljard euro. Kuin: ‘Dat is veel te veel. Zeker omdat de werkgevers voor de eigen medewerkers 4 jaar willen vasthouden aan de nullijn. De financiële gevolgen van de crisis worden pas in 2012 merkbaar. Als dat de belangrijkste reden is om nú twee jaar 0 procent te bieden, dan gaan ze na 2012 zeker geen loonsverhoging doorvoeren. Het gaat dus niet om 2 jaar, maar om minstens 4 jaar nul.’

Het verschil met de salarissen in de markt kan daardoor, zo vreest hij, oplopen tot 10 of 15 procent. ‘Het resultaat is dat gemeenten straks achteraan staan op de arbeidsmarkt.’ De bond vindt daarom dat gemeenten nú moeten investeren in de eigen medewerkers in plaats van steeds meer externe medewerkers in te huren.

Werkzekerheid in Enschede

Bezuinigingen of niet, Enschedese ambtenaren zijn in de toekomst verzekerd van werk. De ambtenarenvakbonden en de gemeentelijke werkgever zijn een nieuw sociaal statuut overeengekomen. Belangrijkste onderdeel is dat de Enschedese gemeenteambtenaren zeker zijn van werk, ook al moet de organisatie veranderen, moet er worden bezuinigd of het aantal personeelsleden worden ingekrompen.

In ruil voor deze werkgarantie wordt van de ambtenaren wel ‘maximale mobiliteit en flexibiliteit’ gevraagd. Volgens CDA-wethouder Middelen Jeroen Goudt is de garantie op werk ‘een recht dat zekerheid biedt aan werknemers’. Groot voordeel voor de werkgever is dat het nieuwe sociaal statuut de mobiliteit van medewerkers vergroot. ‘Onze organisatie wordt veel flexibeler, de herplaatsingsmogelijkheden van medewerkers nemen behoorlijk toe. Dat kan overigens wel betekenen dat werknemers, in bepaalde gevallen, een (beperkte) teruggang in salaris moeten accepteren.’

De bonden zijn blij dat wat op landelijk niveau in de cao-onderhandelingen niet blijkt te regelen, op lokaal niveau wel lukt. ‘Voor de vakbonden is behoud van werkgelegenheid één van de speerpunten van beleid’, aldus regiobestuurder Hans Strootman van CNV Publieke Zaak.