Commissie (on)Geluk?
Erik Gerritsen mist de urgentie over budgettaire duidelijkheid wat betreft de transitie van de jeugdzorg in de rapportage van de commissie Stelselherziening Jeugd.
Boven op de bal van de actuele en hectische ontwikkelingen rondom de transitie jeugdzorg heeft de Transitiecommissie Stelselherziening Jeugd (TSJ) onder leiding van Leonard Geluk vorige week een tussenrapportage over de totstandkoming van de regionale transitiearrangementen (RTA’s) uitgebracht.
Terecht stelt de TSJ dat de totstandkoming van de RTA’s voor zowel een versnelling als een verdieping van het decentralisatieproces bij gemeenten, aanbieders en Bureaus Jeugdzorg heeft geleid. Dat is goed nieuws.
Tegelijkertijd concludeert de TSJ dat het vanwege de voortdurende onzekerheid over het budget 2015 onmogelijk zal zijn om op 31 oktober tot zodanig concrete afspraken te komen, dat voldaan kan worden aan de eisen die de opdrachtgevers (de Staatssecretarissen van VWS en van VenJ en de voorzitters van VNG en IPO) hebben gesteld aan de RTA’s. Dan gaat het om continuïteit van zorg en van zorginfrastructuur en het beperken van de frictiekosten.
Hoe de TSJ dan toch tot de conclusie kan komen dat het algemene beeld positief is, is voor mij een raadsel. Het afgesproken resultaat wordt immers niet behaald. De TSJ spreekt van een serieus risico, maar komt niet verder dan de aanbeveling om dan maar uiterlijk 1 december 2013 helderheid te bieden over het budget voor 2015. De staatssecretarissen hebben daarop inmiddels gereageerd met de toezegging uiterlijk eind dit jaar helderheid te bieden. Rekening houdend met de daaropvolgend noodzakelijke overlegtijd met de jeugdzorginstellingen, zou dit betekenen dat er niet veel eerder dan begin 2015 duidelijkheid is over de vraag of voldaan kan worden aan de eisen van continuïteit van zorg, zorginfrastructuur en beperking van frictiekosten.
Het gemak waarmee 31 oktober als uiterste datum waarop helderheid zou moeten komen naar achteren wordt geschoven getuigt van minachting voor de wereld van de uitvoering. Jeugdzorginstellingen kunnen alleen aan de nu nog geldende subsidieverplichtingen met betrekking tot de zorg voor kwetsbare kinderen voldoen als ze hun huidige personeelsbezetting tot 1-1-2015 enigszins op peil houden. Nu al beginnen met gefaseerde afbouw van personeel betekent wachtlijsten in 2013 en 2014. Per 1-1-2015 in een keer afscheid nemen van een substantieel deel van het personeel betekent hoge frictiekosten die jeugdzorginstellingen niet kunnen dragen. Die zullen zonder financiële compensatie en/of werk naar werk garantie dan massaal omvallen en daarmee is het gedaan met de continuïteit van zorg en zorginfrastructuur.
Elke dag uitstel van helderheid betekent het dichterbij komen van dit rampscenario, dat dan alleen nog kan worden afgewend door uitstel van bezuinigingen of uitstel van de transitie zelf. Geen aantrekkelijk vooruitzicht voor de verschillende betrokken overheden en alle andere voorstanders van de transitie. Ik snap dan ook niet waarom rijksoverheid, provincies en gemeenten niet gewoon per direct hun slimste financiële mensen in een kamer opsluiten met de opdracht om alsnog binnen een week de zo noodzakelijke budgettaire helderheid te scheppen. Met alle respect voor de wereld van het beleid, maar hoe moeilijk kan dat nu zijn?
Erik Gerritsen
De TSJ ziet dat gemeenten en zorginstellingen alles op alles willen zetten om zorgcontinuïteit te waarborgen; daarom geeft de TSJ aanbevelingen zodat de bestuurspartners die maatregelen nemen om de doelstellingen van de RTA te behalen.
Erik Gerritsen spreekt verbolgen over het naar achteren schuiven van de uiterste datum. Daarvoor kan de TSJ begrip hebben, maar de TSJ kan de werkelijkheid niet veranderen. De onduidelijkheid is van dien aard dat dit de nodige tijd zal vergen. Overigens: duidelijkheid voor 1 december 2013 betekent 1 maand uitstel t.o.v. 31 oktober. Erik Gerritsen schetst een negatief scenario van omvallende zorginstellingen. De TSJ benoemt juist de aanbevelingen om dit tij te keren. Daar is ons alles aan gelegen. Het realiseren van continuïteit van zorg gaat hand in hand met het realiseren van continuïteit van instellingen. En om dit te borgen is snel duidelijkheid nodig, zodat het constructieve overleg in die regio’s waarin de onhelderheid over de middelen het RTA in de weg staat alsnog tot een goed resultaat kan leiden. De TSJ is positief over de aard van het overleg in de regio’s en de stappen die zijn gezet –we hebben met 41 regio’s gesproken!- maar de TSJ ziet ook dat het is nu alles op alles moet worden gezet om de transitie te doen slagen. De TSJ zal dit zeer nauwlettend blijven volgen. Vandaar ons tussenrapport. Het definitieve rapport over de arrangementen volgt medio november.
Leonard Geluk, vzt TSJ