Bijstand als broedplaats
De gemeente Breda is sinds kort ‘sociaal aandeelhouder’ van een coöperatie van en voor mensen in de bijstand. De gemeente levert de klanten, de coöperatie is de re-integratie. ‘We willen mensen de mogelijkheid geven om hun talenten te ontplooien en er daadwerkelijk geld mee te verdienen.’
Gemeente Breda faciliteert ‘scharrel-ondernemers’
Minister Plasterk kwam er half november speciaal voor naar Breda: de ondertekening van de overeenkomst die de bijzondere relatie tussen coöperatie De Vrije Uitloop en de gemeente bekrachtigt. De Vrije Uitloop, met tien tot vijftien leden, is een broedplaats voor ‘scharrelondernemers’: mensen die (voorlopig) niet helemaal zonder bijstand kunnen, maar zich wel willen ontplooien.
‘Wij zien bij mensen in de bijstand veel moedeloosheid’, zegt een van de initiatiefnemers, Erna Smeekens. ‘Door de jaren heen hebben ze angst en argwaan opgebouwd jegens de sociale dienst. Ze durven niet goed uit hun schulp te kruipen. Aan de kant zien we de gemeente die heel erg gewend is om zoveel mogelijk te helpen en te regelen. Ongetwijfeld met de beste bedoelingen, maar in feite zijn bijstandsklanten de afgelopen veertig jaar onmondig en afhankelijk gemaakt. Daar willen wij doorheen breken.’
Smeekens heeft zelf een bijstandsgeschiedenis, net als haar mede-initiatiefnemer Hans Udo. ‘We zagen al jaren dat mensen met een bijstandsuitkering via vrijwilligers werk wel degelijk iets bleken te willen en kunnen. Onze coöperatie is daaruit ontstaan. We willen mensen de mogelijkheid geven om hun talenten te ontplooien en er daadwerkelijk geld mee te verdienen.’
Zo zag coöperatie De Vrije Uitloop eind 2013 het levenslicht. De gemeente stond er sympathiek tegenover en zag het collectief ondernemerschap als een vernieuwende en misschien kansrijke route naar de arbeidsmarkt. Ze gaf de coöperatie toestemming om drie jaar te experimenteren met deze nieuwe vorm van re-integratie. De leden van de coöperatie mogen werken met behoud van uitkering, ze zoeken zelf hun weg naar betaalde arbeid en de gemeente legt hun geen aanvullende eisen op zoals sollicitatieplicht.
Weerstand
Ondanks de goede intenties stuitte de coöperatie in de praktijk op gemeentelijke weerstand. Die kwam vooral van klantmanagers van de sociale dienst. ‘Klantmanagers aarzelen om door te verwijzen’, zegt Smeekens. ‘Dat komt doordat ze worden afgerekend op uitstroom, op het afvinken van bijstandsklanten. Ze scoren wanneer iemand uit het bestand kan worden geschrapt. Dat is voor De Vrije Uitloop niet het belangrijkste doel. Het gaat ons in de eerste plaats om mensen meer zelfstandigheid, zelfredzaamheid en eigenwaarde te geven. Of ze volledig loskomen van de uitkering is van minder belang. Dat is voor die klantmanagers niet prettig.’
Dankzij het doorzettingsvermogen van de initiatiefnemers en de steun van de ambtelijke leiding kreeg het experiment een nieuwe wending. ‘We wilden geen verhouding van wij tegen zij’, zegt Udo. ‘Wij willen dat scharrelondernemers niet meer bang zijn voor ambtenaren en dat ambtenaren niet meer bang zijn voor vernieuwende initiatieven van burgers. We zijn gaan zoeken naar een manier waardoor De Vrije Uitloop iets van Breda kon worden, een gemeenschappelijk belang.’ Dat werd uiteindelijk gevonden via het sociaal aandeelhouderschap. ‘Dat is uniek in Nederland en bevestigt hoe serieus de gemeente ons neemt’, zegt Smeekens.
Op 14 november tekenden wethouder Marianne de Bie (werk en inkomen, D66) en de initiatiefnemers van de coöperatie een ‘overeenkomst van sociaal aandeelhouderschap’. Daarin is onder meer geregeld dat de gemeente zeggenschap krijgt in de coöperatie. De coöperatie mag bijvoorbeeld niet zonder toestemming van de gemeente de statuten wijzigen. In een ‘bijzonder statuut’, een soort preambule op de statuten die er al lagen, hebben de leden van de coöperatie hun maatschappelijke doel en de verhouding tot de gemeente vastgelegd.
‘We hebben een gezamenlijke verantwoordelijkheid vanuit een gelijkwaardige relatie’, zegt wethouder De Bie. ‘Wij hebben dat gedaan vanuit het besef dat je als gemeente de verantwoordelijkheid voor maatschappelijke rendementen moet delen met maatschappelijke partners. Ook als je daar geen subsidierelatie mee hebt.’
Rechten en plichten
De overeenkomst van sociaal aandeelhouderschap brengt wederzijdse rechten en plichten met zich mee. De Bie: ‘De coöperatieleden conformeren zich aan de regels die de gemeente Breda stelt en die zijn verankerd in de Participatiewet. De gemeente verplicht zich tot aanleveren van kandidaten uit het bijstandsbestand en laat het re-integratietraject over aan de coöperatie.’
Leden van De Vrije Uitloop mogen zich volledig richten op het ontwikkelen van hun eigen bedrijf. Zolang ze binnen de coöperatie werken aan hun eigen ontwikkeling en daarmee een klein inkomen verdienen, voldoen ze voor de gemeente aan de plicht tot arbeidsinschakeling en hoeven ze niet te solliciteren.
De Bie verwacht dat de overeenkomst ook leidt tot een doorbraak bij de klantmanagers. ‘In het verleden zagen klantmanagers De Vrije Uitloop niet staan of ze stuurden er de gevallen heen waar ze echt niks meer mee konden. Dat zijn natuurlijk ook niet de ideale kandidaten voor zelfstandig ondernemerschap binnen de coöperatie.
De afspraak is nu dus dat we gaan leveren, waarbij we ook het belang van De Vrije Uitloop in ogenschouw nemen. Daar hebben ze behoefte aan een goeie mix van mensen, zodat de coöperatie levensvatbaar wordt en mensen elkaar stimuleren om zich te ontwikkelen. En ja, misschien moeten we dan als gemeente ook tevreden zijn wanneer mensen niet volledig uitstromen, maar slechts een deel van hun uitkering zelf verdienen. Voor een deel van de cliënten is dat de realiteit. Dan kunnen we daar maar beter eerlijk over zijn.’
Om te voorkomen dat afspraken sneuvelen bij een politieke koerswijziging – een grote klacht bij burgerinitiatieven – is de overeenkomst tussen gemeente en coöperatie voor de duur van vijf jaar aangegaan, met in principe verlenging van nog eens vijf jaar.
Duidelijke regels
Ondertussen heeft coöperatie De Vrije Uitloop duidelijke regels opgesteld voor de scharrelondernemers die zich willen aansluiten. Udo: ‘We beginnen we met een proefperiode van drie maanden. Daarna beslissen de coöperatieleden of een kandidaat erbij past of niet. Als er een klik is en als we genoeg potentie zien, dan krijgen de nieuwkomers zes maanden de tijd om zich in te werken. Daarna moeten ze gemiddeld 100 euro per maand verdienen.
Blijkt dat na verloop van tijd niet te lukken, dan nemen we weer afscheid van elkaar, want dan sluit het scharrelondernemerschap kennelijk niet aan bij de persoon.’ Zelf krijgen de ondernemers hun verdiende geld nooit in handen. Ze mogen ‘bedrijfsaannemelijke kosten’ declareren uit een pot geld die ze met hun verdiensten zelf hebben opgebouwd. ‘Eens per jaar storten we al het geld dat een scharrelondernemer meer heeft verdiend dan 500 euro naar de gemeentekas, waarmee ze dus een deel van hun uitkering zelf hebben verdiend.’
Verder gaat coöperatie De Vrije Uitloop de klantmanagers helpen. ‘Geef ons de gelegenheid om mensen in de bijstand te ontmoeten. Wij stellen een brief aan hen op, waarin we hen uitnodigen om een keer bij De Vrije Uitloop te komen kijken. Zodat veel meer mensen de kans krijgen om te beoordelen of het scharrelondernemerschap iets voor hen is. Het enige wat die klantmanagers nog hoeven te doen is die brief te versturen. Ik snap dat het allemaal heel nieuw is. Wij begeven ons als burgerinitiatief in het publieke domein en nemen een deel van het gemeentelijke re-integratiewerk over. In feite creëren we een domein tussen publiek en privaat in. Dat is wennen, maar tijd dat de hulpinstanties het allemaal beter weten dan de mensen zelf is echt voorbij.’
Proef bijverdienen in de bijstand
Onlangs gaf staatssecretaris Klijnsma van Sociale Zaken en Werkgelegenheid aan maximaal 25 gemeenten toestemming om experimenten te starten met geld verdienen bovenop de bijstandsuitkering. Breda twijfelt nog. Het is een wens van coöperatie De Vrije Uitloop. Erna Smeekens: ‘We bieden mensen hoop en nieuw perspectief, maar tegelijkertijd blijven ze arm. Als je mensen de mogelijkheid zou geven om iets van hun zelf verdiende geld te houden, zou dat het enthousiasme alleen maar vergroten. En het is ook wel prettig om naast het declareren van bedrijfsaannemelijke kosten ook een keer een nieuwe wasmachine te kunnen kopen.’
In ieder geval gaan Utrecht, Groningen, Wageningen en Tilburg ermee experimenteren. Breda staat ook op het lijstje van de 25 gemeenten, maar twijfelt nog, zegt wethouder De Bie. ‘Aan het experiment dat de staatssecretaris toestaat zitten zoveel restricties dat ik me afvraag of we er iets mee opschieten. Zo moet je, naast de groep die je meer ruimte geeft, een controlegroep samenstellen waarvoor je juist veel strengere regels moet gaan toepassen. Dit omdat de staatssecretaris wetenschappelijk bewezen wil zien welke prikkel het beste werkt. Ik weet niet of ik zo’n onderscheid tussen bestandscliënten wel wenselijk vind.’ Ondertussen pleitten de Kamerleden Pechtold (D66) en Samsom (PvdA) eind november in de Volkskrant voor ruimere mogelijkheden om bij te verdienen in de bijstand.
De Tweede Kamer spreekt binnenkort over de initiatiefnota ‘De herovering van de publieke samenleving, naar coöperatief overheidsbestuur’ van de Kamerleden Samsom (PvdA) en Segers (CU).
Plaats als eerste een reactie
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.