Besluit sluiting jeugdzorginstelling moet uitgesteld
De Inspecties Gezondheidszorg en Jeugd en Justitie en Veiligheid hebben nog geen plan gezien van de dertien Zeeuwse gemeenten om de zorgcontinuïteit van kwetsbare kinderen, die nu worden begeleid door Intervence, te borgen. Zonder plan kunnen de inspecties geen oordeel vellen. Zonder oordeel kunnen de Zeeuwse gemeenten geen besluit nemen.
De colleges van de dertien Zeeuwse gemeenten kunnen dinsdag geen besluit nemen over het beëindigen van het contract met de Gecertificeerde Instelling (GI) Intervence per 1 januari. De Inspecties Gezondheidszorg en Jeugd en Justitie en Veiligheid hebben van de gemeenten nog geen plan ontvangen voor een zorgvuldige overgang van cliënten en medewerkers. Pas als dat er is, kunnen de inspecties een oordeel vellen. En pas als het oordeel er is, mogen de colleges een besluit nemen.
Zorgcontinuïteit
Het noodzakelijke geachte plan was vrijdagmiddag nog niet bij de inspecties binnengekomen, zo laat een woordvoerder van de Inspecties Gezondheidszorg en Jeugd desgevraagd weten. De Inspecties hebben vier werkdagen nodig voor de beoordeling van het plan. ‘Een uitgewerkt plan over hoe de komende maanden de kwaliteit en continuïteit van de jeugdbescherming in Zeeland gewaarborgd zal worden en de overdracht plaatsvindt, is voor de inspecties voorwaardelijk om tot een oordeel te komen. Op basis van dit plan (…) willen de inspecties kunnen beoordelen of er voldoende waarborgen zijn voor kwaliteit en zorgcontinuïteit (op korte en langere termijn) voor huidige en toekomstige jeugdbeschermingscliënten in Zeeland’, schreven beide Inspecties eerder deze week aan beide ministeries. De inspecties gaan ervan uit dat de Jeugdautoriteit de (financiële) waarborgen voor zorgcontinuïteit beoordeelt.
Grote zorgen
Beide Inspecties maken zich grote zorgen over het voornemen van de dertien colleges. Het gaat om de meest kwetsbare kinderen en gezinnen in onze samenleving. Ook vrezen de inspecties leegloop bij het personeel. Het tempo waarin de colleges de zorg willen overdragen aan drie andere GI’s baart de Inspecties eveneens zorgen. ‘De ervaring met andere, deels vergelijkbare trajecten zoals Juzt en Pluryn, heeft geleerd dat zelfs met een uitgewerkt plan, een periode van negen maanden tot een jaar meer realistisch is.’ De dertien gemeenten hebben een overgangsperiode van zes tot negen maanden in gedachten.
Motie
De raad van Middelburg is ook bezorgd. Donderdagavond nam de Middelburgse raad een motie aan waarin het college van Middelburg wordt opgedragen met een tijdig en realistisch plan te komen voor de continuering van zorg. Als dat niet lukt, moet het besluit worden opgeschort of herzien. Uit een reactie van de Zeeuwse gemeenten blijkt dat pas nadat de colleges aanstaande dinsdag een besluit hebben genomen, wethouders de opdracht krijgen om het transitieplan volledig uit te werken. 'Uitgangspunt hierbij is, dat het plan van aanpak dat na de formele besluitvorming uitgewerkt dient te worden waarbij aandacht wordt besteed aan de aspecten die door de Jeugdautoriteit en inspecties in hun brieven hebben benoemd.'
Kamerdebat
De Tweede Kamer debatteert maandag met de minister Blokhuis (VWS) en Dekker (Rechtsbescherming) over de dreigende sluiting van Intervence. In aanloop naar dat debat hebben Intervence en Jeugdzorg Nederland in brieven aan de Tweede Kamer hun zorgen over de Zeeuwse plannen geuit. Al eerder had Intervence de ministers om ingrijpen verzocht. Na berichtingeving hierover in Binnenlands Bestuur lieten de ministers, na verzoek van de Kamer, in een Kamerbrief weten dat ‘gemeenten de wettelijke plicht hebben om erop toe te zien dat de bestaande hulpverleningsrelaties zoveel mogelijk worden voortgezet bij de nieuwe instellingen’. De ministers vinden het belangrijk dat de jeugdbeschermers en -reclasseerders ‘die het werk nu uitvoeren dit ook kunnen blijven doen’. Dat zal een belangrijk onderdeel zijn bij de beoordeling door de Jeugdautoriteit en de inspecties.
Stelselverantwoordelijkheid
In aanloop naar het Kamerdebat van maandagochtend roept Intervence de Tweede Kamer op er bij minister Dekker aan te dringen om gebruik te maken van zijn stelselverantwoordelijkheid. ‘Er dreigt nu een besluit genomen te worden waarbij kwetsbare kinderen, gezinnen en de betrokken professionals gedupeerd worden. Dwing af dat de continuïteit echt geborgd is en dat er geen onnodige risico’s worden genomen.’ Ook Jeugdzorg Nederland vindt dat Blokhuis en Dekker gebruik moeten maken van hun stelselverantwoordelijkheid. ‘Er wordt een zeer ingrijpend besluit gecommuniceerd, dat al op zeer korte termijn hele grote gevolgen heeft, maar er is geen helder plan beschikbaar.’
Update na afspraken bestuurlijk overleg
De dertien Zeeuwse gemeenten en Intervence sluiten een overbrugginscontract af voor in ieder geval de eerste zes maanden van 2021. Dat is een van de afspraken die in het bestuurlijk overleg tussen de minister Dekker (Rechtsbescherming) en Blokhuis (jeugdzorg), betrokken wethouders en de vier in Zeeland werkzame gecertificeerde instellingen (GI’s) zijn gemaakt. Ook worden geen onomkeerbare beslissingen genomen totdat een transitieplan is goedgekeurd door de Inspecties Gezondheidszorg en Jeugd en Justitie en Veiligheid en de Jeugdautoriteit. Gemeenten en de GI’s nemen maatregelen om het verloop van personeel bij Intervence te minimaliseren, om zo de continuïteit en kwaliteit van de zorg voor kinderen te waarborgen. De uitkomst van het bestuurlijk overleg, dat vrijdagmiddag plaatsvond, is na publicatie van bovenstaand artikel bekend geworden.
Nadat het transitieplan is goedgekeurd, draagt Intervence de zorg geleidelijk aan over aan de andere drie GI’s, zo laat een woordvoerder namens de Zeeuwse gemeenten weten. ‘Nadat alle jongeren en gezinnen zijn overgedragen houdt Intervence alsnog op te bestaan.’ (…) ‘De gezinsmanagers van Intervence blijven de gezinnen ondersteunen, totdat ze die kunnen overdragen naar een andere GI. Hiermee hoopt Zeeland om een zorgvuldige overdracht nog meer te borgen in het belang van de kinderen, gezinnen, medewerkers en alle andere betrokkenen.’ Dekker en Blokhuis benadrukken in antwoorden op Kamervragen van Attje Kuiken (PvdA) dat pas als het transitieplan definitief is vastgesteld, kan worden overgegaan tot een zorgvuldige overdracht van de kinderen die door Intervence worden begeleid. ‘Vooruitlopend hierop mogen er geen onomkeerbare stappen worden gezet.’
Plaats als eerste een reactie
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.