‘Financier de culturele sector vanuit andere domeinen’
In het sociaal domein wordt kunst en cultuur vaak als hulpmiddel ingezet. Dat legitimeert domeinoverstijgende financiering.
Bewustwording rond veiligheid, patroondoorbreking binnen de zorg, of het stimuleren van zelfredzaamheid en sociale cohesie. De invloed van kunst en cultuur gaat veel verder dan enkel de culturele sector en mag daarom ook best gefinancierd worden uit andere domeinen. Dat adviseert Berenschot in het onderzoeksrapport ‘In de schijnwerpers’ dat het adviesbureau in opdracht van de Tweede Kamer heeft opgesteld.
Cultuurdebat
Op 29 juni staat in de commissie Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW) van de Tweede Kamer het cultuurdebat op de agenda. Dan wordt gesproken over de culturele basisstructuur. De vaste commissie voor OCW heeft Berenschot gevraagd onderzoek te doen naar de bijdragen van de cultuursector aan maatschappelijke opgaven. Centraal stond het vergroten van het verdienvermogen van de sector.
Inkomsten cultuur groeien niet
Berenschot concludeert dat de inkomsten van de culturele sector niet veel toenemen. Sinds 2005 zijn de totale inkomsten van de gesubsidieerde organisaties toegenomen met 22 procent. De totale overheidsgaven namen in dezelfde periode toe met 46 procent. Daarbij komt dat de grootste groei van de culturele inkomsten tussen 2005 en 2009 plaatsvond. Sinds 2009 zijn de inkomsten met slechts 4 procent toegenomen. Vooral de hoeveelheid subsidie is afgenomen. De gevolgen van de coronacrisis zijn hierin nog niet verwerkt.
Weinig private opties
Het lukt de sector niet om culturele geldstromen te vergroten, aldus Berenschot. De sector zelf en de regering willen drempels verlagen en de toegang tot kunst en cultuur niet beperken. Daarom is het verhogen van toegangsprijzen bijna geen optie. Bedrijven blijken maar beperkt bereid om als sponsor op te treden. Private cultuurfondsen investeren wel, maar enkel op projectbasis. Culturele organisaties kunnen echter niet actief blijven op basis van incidentele bijdragen. Daarnaast is het speelveld aan bedrijven en cultuurfondsen dat bereid is te investeren klein en ontbreekt de toegang tot andere domeinen.
Het groeipotentieel van de culturele sector ligt in andere domeinen.
Voorbeelden zijn er
Dat is opmerkelijk, omdat de verbinding met andere domeinen er in de praktijk wel degelijk is. Berenschot heeft om dit aan te tonen een aantal voorbeelden verzameld. Projecten als ‘ZuidZone’, een openluchttheater in een wijk in Geleen waar veel mensen leven van een uitkering. Of de 'Kleinkijkacademie’, een leerlijn voor zorgprofessionals die alledaagse zorgtaken omtovert tot een culturele beleving.
Ruimtelijk en sociaal
‘Een mooi voorbeeld vind ik het project 'Nieuwe Helden Next Level' dat verschillende Limburgse steden plaatsvindt’, zo vertelt Bastiaan Vinkenburg, sectorleider Kunst & Cultuur bij Berenschot. ‘Daarbij wordt in samenwerking met de gemeenten en de woningcorporaties door een kunstcollectief kunst gemaakt in de openbare ruimte. Door hangjongeren uit de wijk te betrekken bij die kunstzinnige en culturele uiting krijgt het een sociaal component, naast de positieve ruimtelijke impact.’
Verbinding legitimeert financiering
In die brede impact ligt volgens Vinkenburg het groeipotentieel van de culturele sector. Het is goed te legitimeren dat andere domeinen, die indirect profiteren van culturele activiteiten, ook financieel bijdragen aan de sector. Op dit moment worden kunstprojecten die duidelijk inspelen op maatschappelijke problemen, in het sociaal domein of elders, vrijwel volledig betaald van cultuursubsidies. Dit terwijl er in andere sectoren veel meer te besteden is.
Sociale potjes veel groter
‘De gemeentelijke potjes voor jeugdzorg of participatie zijn veel groter dan die voor cultuur’, zo verklaart Vinkenburg. ‘Daarbij komt dat in veel gemeenten 80 procent van de beschikbare subsidie gereserveerd is voor grote en gevestigde culturele instellingen als de bibliotheek of het theater. Er is heel weinig vrije bestedingsruimte, terwijl die er in andere budgetten wel is.’ Berenschot adviseert gemeenten dan ook om in de budgetten binnen het sociaal domein te zoeken naar bestedingsruimte voor cultuur.
Preventief
Toch worstelen veel gemeenten nu al met de financiering van het sociaal domein. ‘Daarom is het ook belangrijk dat overheidslagen met elkaar samenwerken. Ons rapport is een advies aan de Tweede Kamer, maar de meeste meerwaarde van de culturele sector is op lokaal niveau te behalen.’ Verder is een focus op enkel de kosten te simplistisch. ‘Op dit moment gaat het bijvoorbeeld in de zorg heel veel om curatie, maar culturele projecten hebben een preventieve functie. Bewijs daarvoor is er in overvloed. Daarmee nemen de zorgkosten op de lange termijn af.’
1. In de begrotingen van de Overheden behoort voor cultuur een vast percentage te worden opgenomen dat verder gaat dan alleen een bijdrage aan een bibliotheek, monumenten en/of een muziekschool. Net als voor andere onderdelen van de samenleving kunnen op deze wijze de jaarlijkse uitgaven voor cultuur meestijgen. Ook cultuuronderwijs op de basisscholen, kunstuitleen en creatieve werkplaatsen behoren met subsidies van de Overheden in stand te worden gehouden.
2. Evenals voor de wegen en groen- en speelvoorzieningen behoort in de exploitatieopzet/exploitatieovereenkomst voor een nieuwbouwproject een bedrag te worden opgenomen voor de aankleding van de buurt/wijk in de vorm van kunstuitingen.