Achterstallig onderhoud scholen splijtzwam
De afgelopen jaren is er veel te doen geweest over niet goed geventileerde klaslokalen, asbest in scholen, gemeenten die hun onderwijshuisvestingsbudget niet volledig inzetten, ontoereikende bouwbudgetten en leegstand in krimpgebieden. Reden voor de Algemene Rekenkamer om onderzoek te doen naar het functioneren van het onderwijshuisvestingsysteem.
Dalende aantallen leerlingen en verouderde schoolgebouwen zorgen voor spanningen tussen school- en gemeentebesturen. Renovatie dreigt volgens onderzoek van de Algemene Rekenkamer een splijtzwam te worden.
De afgelopen jaren is er veel te doen geweest over niet goed geventileerde klaslokalen, asbest in scholen, gemeenten die hun onderwijshuisvestingsbudget niet volledig inzetten, ontoereikende bouwbudgetten en leegstand in krimpgebieden. Reden voor de Algemene Rekenkamer om onderzoek te doen naar het functioneren van het onderwijshuisvestingsysteem.
Verouderde gebouwen
‘We zien prachtige schoolgebouwen, pareltjes waar we onze kinderen graag naar toe sturen. Maar er zijn ook verouderde gebouwen uit de jaren zestig of zeventig waarvan je je afvraagt: is het nu echt nodig dat onze kinderen daar nog naar heen gaan?’, zegt Kees Vendrik, collegelid van de Algemene Rekenkamer. Het zal een hele opgave worden om daar verbetering in te brengen, want er is een stormachtige periode op komst in de onderwijshuisvesting. De leerlingendaling waar het basisonderwijs nu al sinds 2008 mee te maken heeft, bereikt dit jaar het voortgezet onderwijs. Er zijn regio’s waar de overcapaciteit in het basisonderwijs al is opgelopen naar 30 procent. Dat vraagt een kostbare sanering.
Bijna vier van de tien scholen hebben het eind van hun levensduur bereikt. Dat betekent dat er de komende jaren duizenden scholen moeten worden vervangen of gerenoveerd. Bovendien moeten bestaande schoolgebouwen worden aangepast aan grote onderwijskundige ambities als de invoering van passend onderwijs en digitalisering.
Fors prijskaartje
Alles bij elkaar ‘een dijk van een opgave’ waar ‘een fors prijskaartje aan hangt’, aldus Vendrik. Daarom vindt de Rekenkamer het ‘opmerkelijk’ dat het kabinet vorig jaar 256 miljoen euro uit het gemeentefonds heeft gehaald, ongeveer 17 procent van het onderwijshuisvestingsbudget. Motivatie: het geld werd door de gemeenten niet uitgegeven aan scholenbouw. Het is dus niet meer beschikbaar voor onderwijshuisvesting.
De greep in de gemeentekas heeft de goede samenwerking tussen schoolbesturen en gemeenten niet bevorderd, terwijl het daar toch al vaak aan schortte. Gemeenten willen de bouwbudgetten zo laag mogelijk houden, terwijl schoolbesturen willen besparen op exploitatiekosten. Een energiezuinig gebouw, vraagt extra investeringen. ‘Gemeenten en schoolbesturen moeten samenwerken in een stelsel dat niet vanzelf leidt tot het beste resultaat. Er zitten prikkels in het systeem die de doelmatigheid niet bevorderen’, aldus Vendrik. En dat leidt tot wrijving en conflicten.
Goede voorbeelden
Toch vindt de Rekenkamer dat het stelsel niet volledig op de schop hoeft. ‘We zien ook veel voorbeelden van goede samenwerking tussen gemeenten en schoolbesturen, waarbij op een professionele en zakelijke manier de onderwijshuisvesting ter hand wordt genomen.’
De Rekenkamer gaat voor verbetering van het huidige systeem. De belangrijkste aanbeveling: leg in de wet vast wie er verantwoordelijk is voor renovatie. Staatssecretaris Dekker heeft dat niet gedaan toen de basisscholen vorig verantwoordelijk werden voor het buitenonderhoud. Hij ging ervanuit dat gemeenten en schoolbesturen er samen wel uit zouden komen, maar renovatie dreigt een nieuwe splijtzwam te worden. Terwijl een levensduurverlengende renovatie vaak de meest doelmatige oplossing is. ‘Wij denken dat je duidelijkheid moet scheppen. Niet alleen om te voorkomen dat schoolbesturen en gemeenten blijven bekvechten over wie er moet opdraaien voor de renovatiekosten – het heeft ook implicaties voor de begrotingen’, stelt Vendrik. ‘Als een school verantwoordelijk is voor renovatie moet daar ook voor worden gereserveerd. Als het tot de gemeentelijke taken hoort, moet de gemeenteraad weten welke kosten daarvoor in de begroting moeten worden opgenomen. Zolang er onduidelijkheid is, reserveert er waarschijnlijk niemand.’
Lees het hele artikel in Binnenlands Bestuur nr. 3 van deze week (inlog)
Reacties: 2
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.