Analyse: Afpakken jeugdzorg mistig gebeuren
Gemeenten zijn behoorlijk ontstemd over de ingrepen die ministers De Jonge (VWS) en Dekker (J&V) willen doen in de jeugdzorg. De Haagse ‘coupe’ verdient niet de schoonheidsprijs, hoe nodig ook voor kwetsbare kinderen.
![sociaal---jeugdzorg.jpg](https://cdn.binnenlandsbestuur.nl/styles/imported_hero/cloud-storage/bb_migrate/images/Uploads/2018/10/sociaal---jeugdzorg.jpg?itok=hNLrH3St)
Gemeenten zijn zeer ontstemd over de ingrepen die ministers De Jonge (VWS) en Dekker (J&V) willen doen in de jeugdzorg. Hoe nodig ook voor kwetsbare kinderen, vanuit gemeenteperspectief bezien verdient de Haagse ‘coupe’ niet de schoonheidsprijs. De eerste overheid is aan de kant gezet. Op de voorgestelde maatregelen valt bovendien een en ander af te dingen.
Roer om
De Jeugdwet was hard nodig, maar de beloften van de Jeugdwet zijn nog onvoldoende ingelost, schrijven De Jonge en Dekker in hun brief aan de Tweede Kamer. ‘Kinderen met complexe problemen ontvangen nog niet altijd op tijd de hulp die ze nodig hebben. Jeugdprofessionals ervaren een hoge werkdruk en zijn veel tijd kwijt aan administratie.’ Instabiele regio’s, de continuïteit van weinig voorkomende complexe hulp die onvoldoende geborgd is, instellingen die te maken hebben met een variëteit aan inkoopvoorwaarden en tarieven die onder druk staan, maken het dat de ministers het roer gaan omgooien.
Forse ingrepen
Het zijn forse ingrepen die De Jonge en Dekkers voorstellen en die de beleidsvrijheid van gemeenten evenzo fors inperken. Zo gaat ‘Den Haag’ bepalen welke gemeenten in welke regio’s verplicht moeten gaan samenwerken. Er wordt in principe uitgegaan van de huidige 42 jeugdzorgregio’s, die gemeenten aan de vooravond van de decentralisatie van de jeugdzorg verplicht waren op te tuigen. Dat ging destijds moeizaam, en sommige van die regio’s zijn al (deels) uiteengevallen. Het wordt nog een fikse klus om die regio’s weer bij elkaar te krijgen en in harmonie te laten samenwerken. Daarnaast komt de democratische legitimiteit verder onder druk te staan. Als meer jeugdtaken (boven)regionaal worden belegd, hebben de gemeenteraden nog minder grip op de jeugdzorg dan ze nu al hebben. De rekening belandt echter wel bij de gemeenten. De ministers gaan daarnaast nadere eisen stellen aan die (boven)regionale samenwerking. Ook bepalen VWS en J&V welke jeugdzorg waar thuishoort: lokaal, regionaal of bovenregionaal.
Actieve bemoeienis
‘Den Haag’ gaat zich tevens actiever bemoeien met de inkoop van de zorg, de tarieven en deels ook met de minimale taken die in de lokale wijkteams moeten worden geborgd. Mogelijk worden zelfs minimale eisen aan de gemeentelijke toegang/lokale wijkteams wettelijk vastgelegd. Er komt een Algemene Maatregel van Bestuur (AMvB) zodat het rijk regels kan stellen ten aanzien van ‘reële prijzen’ die gemeenten met aanbieders moeten afspreken. Die AMvB verplicht gemeenten in ieder geval prijsindexaties in de tarieven te verwerken. De ingrepen in de tarieven zullen tot stijging van de kosten voor gemeenten leiden, terwijl ze al fors moeten bezuinigen.
Wakker geschud
Al met al stevige ingrepen. Het is de vraag waarom de bewindslieden pas nu ingrijpen. Gemeenten, branche-, beroeps- en cliëntbelangenorganisaties, vakbonden en kinderrechters hebben geregeld aan de bel getrokken. De indringende rapporten van de inspecties hebben de bewindslieden blijkbaar pas echt wakker geschud. Het is ook de vraag waarom ze in het hele stelsel ingrijpen, en niet alleen in de jeugdbescherming en -reclassering. Transformatie heeft tijd nodig en die wordt gemeenten nu niet gegund. De te krappe budgetten die van rijk naar gemeenten zijn overgeheveld, hebben de afgelopen jaren niet bijgedragen aan een goed werkend jeugdzorgstelsel. Ook is het de vraag waarom de minister van Binnenlandse Zaken, als coördinerend bewindspersoon decentralisaties, in de voorgestelde stelselherziening geen enkele rol heeft gespeeld. Mogelijk is dat een bewuste keuze. Niet zo heel lang geleden schreef de minister van BZK dat zij zich steviger wil inzetten ‘om vanuit het rijk verplichte samenwerkingsverbanden of verplichtingen tot samenwerking te beperken en de kaders te verruimen waarbinnen gedecentraliseerde taken moeten worden uitgevoerd.’ Dat staat haaks op de plannen van De Jonge en Dekker.
Uitvoeringsloket
Als de voorgestelde stelselwijziging doorgaat − de wet gaat voor de zomer volgend jaar in consultatie − is geen sprake meer van een decentralisatie jeugdzorg. De weinige sturingsmogelijkheden die gemeenten hebben, worden hen verder afgenomen. Gemeenten worden een uitvoeringsloket van het rijk. De Haagse ingrepen komen bovendien niet ten goede aan de toch al broze interbestuurlijke verhoudingen.
Als dit alles maar niet ten koste gaat van kwetsbare kinderen.
Het enige dat ontbreekt is een ongelofelijk fysiek pak slaag voor de verantwoordelijken, ha, ha, de 'eerste overheid', kennelijk volstrekt onmachtig ook maar iets van hun opgave waar te maken.
Je zou je haast wensen dat die hele bestuurslaag aan de kant geschoven wordt en gewoon weer alles wat met zorg en jeugd te maken heeft vanuit Den Haag bepaald wordt, en dat uiteraard op kosten van de gemeenten zelf die er zo'n onmachtige puinhoop van hebben laten komen.
En dan ook een tik voor de redacteur van dit artikel, dat in kennelijke afhankelijkheid van de broodheren is opgesteld, bah!
'Ten koste van de kwetsbare kinderen', wat een gehuichel, die kinderen zwemmen al vijf jaar in het badwater boven het putje.