Amsterdam handhaaft onvoldoende bij problemen in kinderopvang
De gemeente Amsterdam schiet tekort in de handhaving nadat er problemen in de kinderopvang zijn geconstateerd.
De Inspectie van het Onderwijs heeft Amsterdam daarom opgenomen in de actie ‘Achterblijvende Gemeenten’. Dat betekent dat de stad een verbetertraject heeft moeten opstarten, waarop de inspectie toezicht houdt.
Amsterdamse inspecteurs hebben regelmatig gecontroleerd bij ‘t Hofnarretje, de crèche waar de hoofdverdachte werkte in de misbruikzaak die onlangs aan het licht kwam. Daarbij werden onregelmatigheden geconstateerd, zoals te weinig personeel en reglementen die niet op orde waren. Wat er met die constateringen is gebeurd, is één van de onderwerpen waarnaar een door de gemeente ingestelde commissie, onder leiding van Louise Gunning-Schepers, onderzoek doet.
Naar aanleiding van de Amsterdamse zaak is een storm van kritiek losgebarsten op de inspectiepraktijk. GGD Nederland vindt bijvoorbeeld dat gemeenten te vaak laks optreden bij een negatief rapport. Inspecties gaan te veel over details en te weinig over hoofdzaken, zoals bijvoorbeeld de aanwezigheid van voldoende goed opgeleid personeel.
Vier criteria
De actie ‘Achterblijvende Gemeenten’ begon in 2009 op initiatief van Sharon Dijksma, de toenmalige verantwoordelijke PvdA-staatssecretaris. Aanleiding was een inspectierapport over 2007 waaruit bleek dat een groot deel van de gemeenten toezicht en handhaving in de kinderopvang niet goed had geregeld. De inspectie kreeg opdracht de ‘achterblijvende’ gemeenten op te sporen en met hen verbeterafspraken te maken.
De inspectie beoordeelt aan de hand van vier criteria of een gemeente achterblijver is: het toezicht door de GGD’s, uitvoering van de handhaving, het handhavingsbeleid en de volledigheid van het register van de kinderopvang. ‘De handhaving weegt daarin extra zwaar’, zegt de woordvoerder van de Onderwijsinspectie Jan Willem Swane.
In Amsterdam ontbreekt het aan eenduidig beleid en een uniforme werkwijze. Er zijn geen richtlijnen voor de handhaving. Bovendien is het register niet compleet. Afgelopen november zijn de Amsterdamse stadsdelen begonnen met het verbetertraject, dat nog tot het voorjaar loopt. Hoeveel gemeenten verder in het programma zitten kan Swane niet zeggen.
Zeer kiritsch
Het toezicht op de kinderdagverblijven is sinds 2005 een taak van de GGD’s. Sindsdien heeft de Inspectie voor het Onderwijs twee keer een zeer kritisch rapport geschreven over de kwaliteit van de controles op de kinderopvang. In 2007 had de helft van de gemeenten het toezicht en de handhaving niet op orde. Dat was een jaar later wel verbeterd, maar nog steeds werden niet alle kinderdagverblijven jaarlijks gecontroleerd, zoals wel wettelijk is vereist.
Bovendien duurde het veel te lang voor een gemeente in actie kwam na ontvangst van een GGD-rapport: gemiddeld 9 weken. Omdat de GGD’s er ook al erg lang over doen om een rapport af te ronden, is de gemiddelde tijd tussen constatering van een overtreding en handhaving meer dan 4 maanden. In het eerste kwartaal van het volgend jaar komt de Inspectie met een nieuw jaarverslag.
Plaats als eerste een reactie
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.