Akkoord over landelijk tarief jeugdbescherming
Het nieuwe tarief vraagt een investering van 60 miljoen euro, waarvan het rijk de helft bijdraagt.
Het rijk en de VNG hebben een akkoord bereikt over een landelijk tarief voor de uitvoering van jeugdbescherming en de jeugdreclassering. Het rijk draagt vanaf 2024 een bedrag van 30 miljoen euro bij om de nieuwe tarifering te bekostigen. De Tilburgse wethouder Marcelle Hendrickx was namens de VNG betrokken bij het overleg en hoopt dat het tarief zorgt voor rust en ruimte binnen bij de Gecertificeerde Instellingen (GI’s).
Motie
Medio 2021 nam de Tweede Kamer een motie van het CDA en de PvdA over een landelijk minimumtarief voor GI’s. Daarmee zou volgens de indieners van de motie de continuïteit van de zorg beschermd worden. Jeugdbescherming moet overal ‘in gelijke mate en op vergelijkbare wijze beschikbaar’ zijn, stelden René Peters (CDA) en Attje Kuiken (PvdA). Jeugdbescherming Nederland riep al eerder op tot het vaststellen van een uniform minimumtarief. ‘Sinds 2019 verkeert de jeugdbescherming in een crisissfeer’, zegt Hendrickx. ‘Niet alleen zijn er op lange termijn grote veranderingen nodig, onder andere via de Hervomingsagenda Jeugd, ook waren er zorgen over de toenemende caseload en financiële problematiek.’
Eerst onderzocht
Het overleg tussen de VNG en het ministerie is afgerond, zo mogen de gemeenten en Justitie & Veiligheid vandaag bekendmaken. Minister Franc Weerwind heeft de Kamer inmiddels geïnformeerd. Het heeft een paar jaar geduurd, maar er moesten dan ook wat flinke noten gekraakt worden, vertelt Hendrickx. ‘Er waren complicerende factoren. Zo moesten we uitzoeken wat een goed en realistisch tarief zou zijn. Daarover bestonden verschillende opvatting en. Naast dat onderzoek heeft er een gesprek plaatsgevonden over de verantwoordelijkheden. Voor de VNG is het ontzettend belangrijk dat de GI’s zelf hun bedrijfsvoering op orde hebben.’
Bijdrage rijk
‘Ook was het voor ons onbespreekbaar dat gemeenten de kosten volledig zelf zouden moeten dragen. Dat was in eerste instantie een pittig gesprek, maar toen er nieuwe bewindslieden aanschoven is er een hele andere sfeer ontstaan.’ Het onderzoek naar een dekkend landelijk tarief wees uit dat hiermee een extra investering van 60 miljoen euro op jaarbasis gemoeid zou zijn. Uiteindelijk zijn het rijk en de gemeenten overeengekomen dat beide partijen de helft betalen. Gemeenten die relatief weinig betalen aan GI’s zullen meer extra investeringen moeten doen dan gemeenten die al ruimere prijsafspraken hebben.
Overgangsjaar
Ondanks de inzet van de VNG om het minimumtarief al volgend jaar in te laten gaan blijkt dit niet meer haalbaar. ‘Gegeven de krapte op de arbeidsmarkt en de tijd die het kost om jeugdbeschermers op te leiden, is het niet realistisch om in 2024 in alle regio's al volledig volgens de nieuwe landelijke normen te werken. Afgesproken is dat de financiële middelen gereed staan voor de bekostiging van extra jeugdbeschermers, als- en zodra die beschikbaar zijn.’ Het jaar 2024 geldt als een overgangsjaar. ‘ in 2025 moeten gemeenten de lagere workload geregeld hebben’, zegt Hendrickx. ‘Maar ik verwacht dat veel lokale overheden hier direct mee aan de slag gaan.’
Kwetsbare kinderen
‘Dit wil je gewoon goed geregeld hebben. De dienstverlening en de workload die er is staat in veel regio’s niet meer in verhouding tot de tarieven die in aanbestedingen betaald werden. Hierdoor kunnen de GI’s hun werkzaamheden niet meer goed uitvoeren. Dat raakt de meest kwetsbare kinderen.’ Voor de regio’s die al hogere prijzen met aanbieders hadden afgesproken verandert er niet veel. ‘De extra middelen vanuit het rijk zouden zij bijvoorbeeld kunnen inzetten op een stukje preventie. Ik denkt dat dit landelijke tarief ook recht doet aan de investeringen die deze regio’s de afgelopen jaren wel al hebben gedaan.’
Arbeidsmarkt
De extra middelen vanuit het rijk komen bij gemeenten binnen via het gemeentefonds. Zij moeten het nieuwe tarief hanteren in prijsafspraken met de GI’s. Een voorbeeld: Voor een ondertoezichtstelling moet vanaf 2024 minimaal €13.525,- worden betaald. Een belangrijke limiterende factor om de middelen ook daadwerkelijk te kunnen investeren is de arbeidsmarktproblematiek. ‘Als de GI’s een tekort hebben aan mensen kunnen ze de kwaliteit alsnog niet garanderen. Ik hoop dat deze landelijke prijsafspraken ook iets doen voor de waardering deze belangrijke medewerkers krijgen. Die indruk heb ik wel.’
Plaats als eerste een reactie
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.