45-plussers nog niet geholpen met Participatiewet
Het aantal 45-plussers in de bijstand is tussen de invoering van de Participatiewet in 2015 en december 2018 met 20.000 gestegen. Zij maakten eind 2018 maar liefst 54 procent van het bijstandsbestand uit, blijkt uit de Factsheet Uitvoering Participatiewet van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid.
Het aantal 45-plussers in de bijstand is tussen de invoering van de Participatiewet in 2015 en december 2018 gestegen met zo’n 20.000 man. Zij maakten eind 2018 maar liefst 54 procent van het bijstandsbestand uit, blijkt uit de Factsheet Uitvoering Participatiewet van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid.
Aandeel jongeren gelijk, aandeel ouderen groter
Vanaf de invoering van de Participatiewet steeg het aantal mensen met een bijstandsuitkering van 436.000 naar een piek van 472.000 in maart 2017. Sindsdien slonk het bestand weer tot 433.000 in december 2018. Het percentage jongeren tot 27 jaar in de bijstand bleef nagenoeg gelijk rond de 9 procent, terwijl het percentage bijstandsgerechtigden tussen de 27 en 45 jaar afnam van 42 naar 37 procent. De procentuele afname in dat cohort is weer de toename in de groep van 45 jaar tot de AOW-leeftijd, die in aandeel van 49 naar 54 procent groeide. Het aantal bijstandsgerechtigden in die leeftijdsgroep steeg van 213.640 naar 233.820.
Langdurig
Tegelijkertijd is ook een stijging van het aantal langdurig bijstandsgerechtigden te zien. 137.000 mensen zaten in het eerste kwartaal van 2015 vijf jaar of langer in de bijstand. Dat waren er in het derde kwartaal van 2018 174.000. Daarmee steeg hun aandeel in het totale bestand van 31 naar 40 procent. Van die 174.000 langdurig bijstandsgerechtigden is 40 procent 55 jaar of ouder.
BUIG-systematiek en re-integratiebezuinigingen
Daaruit ontstaat het beeld dat gemeenten relatief weinig oudere bijstandsgerechtigden hebben kunnen bemiddelen. Dat beeld wordt herkend bij Divosa. ‘Ruwweg spelen daar vier ontwikkelingen’, laat de woordvoerder weten. ‘Ten eerste is het zo dat jongeren na een economische crisis sneller aan het werk komen dan ouderen. Daarnaast groeit deze groep vanwege het opschuiven van de AOW-leeftijd en is een aantal bijstandsgerechtigden van het ene naar het andere leeftijdscohort opgeschoven. Het klopt ook dat gemeenten onder druk van de BUIG-systematiek en de bezuinigingen op de re-integratie zich gedwongen zagen om zich te concentreren op de groep met de grootste kansen op de arbeidsmarkt. De allerkansrijksten werd regelmatig gevraagd om het zelf te doen, dus zonder re-integratievoorzieningen.’
75 procent meer jongeren met voorziening
Het beeld dat gemeenten flink extra hebben ingezet op de jongere bijstandsgerechtigden komt ook naar voren uit de re-integratiecijfers. Het aantal mensen met re-integratie- of ondersteuningsvoorziening steeg van 203.000 in januari 2015 naar 270.000 in december 2018, een toename van ongeveer 33 procent. In die periode steeg het aantal jongeren met een dergelijke voorziening met maar liefst 75 procent. Uit de factsheet blijkt overigens dat de 55-plussers ook meer aandacht kregen; het aantal mensen uit deze groep met een voorziening steeg met 49 procent. In september 2018 was drie kwart van de mensen met een voorziening uitkeringsgerechtigd. Het overige kwart bestond toen uit niet-uitkeringsgerechtigden en werkenden met een ondersteuningsbehoefte.
Veel middelen naar jongere arbeidsgehandicapte
De instrumenten voor arbeidstoeleiding voor mensen met een arbeidsbeperking (loonkostensubsidie, jobcoaching en beschut werk) worden in groten getale voor de jongeren ingezet. 47 procent van de mensen die met loonkostensubsidie aan de slag zijn, zijn onder de 27 jaar. 57 procent van de mensen met een jobcoach en 44 procent van de werknemers in beschut werk vallen eveneens in die leeftijdsklasse.
Reacties: 3
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.