Advertentie
sociaal / Column

35 Regionale Werkbedrijven: hoe verzinnen ze het! (2)

Nou, daar kunnen we weer een fijn legertje ambtenaren mee aan het werk houden dacht ik zo. En zo creëert het arbeidsmarktbeleid haar eigen werkgelegenheidsproject.

22 mei 2013

In mijn vorige column heb ik aandacht besteed aan het zogeheten sectorbeleid van werkgevers en werknemers. In de praktijk stelt dit weinig voor, maar financieel gezien is het bepaald geen klein bier.

Dubieus sectorbeleid

De meeste bedrijfssectoren hebben fondsen. Deze fondsen worden gevuld met bijdragen van werkgevers en werknemers. Werknemers zijn verplicht bij te dragen door een deel van hun loon af te staan aan hun fonds. Landelijk zitten op deze manier honderden miljoenen euro ‘s verstopt in deze fondsen. Hoe dit wordt bestuurd en wat er met dit geld gebeurt, was een paar maanden geleden te zien in het TV-programma Brandpunt. Alle old boys vriendjes en vriendinnetje van vakbonden en werkgevers zitten in de besturen en verdelen de het geld over bevriende bureautjes. Het gaat dan om onderzoek, opleiding, training en meer van dit vage gedoe. Stafmedewerkers van de vakbonden worden via een speciale constructie en tegen een tarief van  € 150 euro per uur aan het werk gezet. Als u de moeite neemt deze aflevering terug te zien, wordt uw aandacht automatisch getrokken door juffrouw Ooievaar, de penningmeester van de FNV. Op hoogharige toon praat zij recht wat krom is. Haar redenatie is simpel: het is nu eenmaal zo afgesproken en dus is het legaal. Met andere woorden, als ik met mijn buurman afspreek dat ik bij hem de ramen mag ingooien, is dit vanaf dat moment legaal. Moreel besef is er niet, laat staan de vraag naar de effectiviteit van dit alles. Het in stand houden van de eigen instituties is het hoogste doel. Moeten wij als gemeenten ons nu inlaten met deze praktijken van de sociale partners in de nieuw te vormen regionale werkbedrijven?

Loonwaarde

Een ander onderdeel van de regionale werkbedrijven is de uitvoering van de loonkostensubsidies. Dit moet geschieden op basis van het principe van loonwaarde. En daar hebben we meteen weer een volgend bureaucratisch monster te pakken. De theorie is simpel. Een normale werknemer (wie dit ook moge zijn) doet 100 handelingen per dag en een arbeidsgehandicapte verricht bijvoorbeeld 60 handelingen per dag. Zijn beperking is uitgedrukt in een percentage waardoor automatisch de loonwaarde is vastgesteld. In dit voorbeeld is de beperking 40% en dus de loonwaarde 60%. Hier wordt de loonkostensubsidie op gebaseerd. Helaas is de werkelijkheid niet zo simpel. Ondanks dat ik (voor zover ik weet) niet arbeidsgehandicapt ben, zal mijn eigen loonwaarde erg laag zijn als ik aan een freesbank wordt gezet of op een bouwsteiger stenen moet metselen. Postbezorger, magazijnmedewerker of brugbediende zal me waarschijnlijk beter afgaan. Mijn loonwaarde stijgt dan spectaculair. Ik denk zelfs dat ik als beleidsmedewerker of afdelingshoofd bij een gemeente nog wel aardig zal scoren op de loonwaardemeter. Alhoewel, je weet maar nooit. De berekening van loonwaarde is dus erg dynamisch, subjectief en situationeel bepaald. Zelfs sociale omstandigheden kunnen van invloed zijn op de productiviteit. Bijvoorbeeld de sfeer op een afdeling of de verhouding met collega’s en leidinggevenden. Dit vereist dus maatwerk. En dit is nu juist wat werkgevers en werknemers blijkbaar niet willen. Regels moeten er komen! Stel je toch eens voor dat we onderscheid gaan maken.

Financiering loonkostensubsidie

Als je denkt dat je alles hebt gehad komt er nog een verrassing. Dit is de beloning van de arbeidsgehandicapten en de financiering van de loonkostensubsidie. Ook weer zo heerlijk ingewikkeld. Afgesproken is dat de beloning aansluit bij de cao van de werkgever. Dit kan ook de cao van de gemeente zijn. Het verschil tussen 100% Wettelijk minimumloon en de loonwaarde komt voor rekening overheid. Waarbij de loonkostensubsidie maximaal 70%  van het minimumloon mag bedragen. Het verschil tussen cao-loon en 100% minimumloon  is voor rekening van de werkgever.

Nou, daar kunnen we weer een fijn legertje ambtenaren mee aan het werk houden dacht ik zo. En zo creëert het arbeidsmarktbeleid haar eigen werkgelegenheidsproject.

Rik Bolhuis

Meer columns van Rik Bolhuis leest u hier

Plaats als eerste een reactie

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

Advertentie