Advertentie
ruimte en milieu / Achtergrond

Van vrijstaat tot modelpark

Huisvesting van ‘moeilijke bevolkingsgroepen’ vormt voor gemeenten een hoofdpijndossier. Dat het anders kan bewijzen Zeist (woonwagenbewoners) en Loon op Zand (arbeidsmigranten). Gestold wantrouwen tussen bestuur en bewoners werd overwonnen. Een tweeluik.

09 maart 2018
woonwagencentrum-Beukbergen-web.jpg

Huisvesting van ‘moeilijke bevolkingsgroepen’ vormt voor gemeenten een hoofdpijndossier. Dat het anders kan bewijzen Zeist (woonwagenbewoners) en Loon op Zand (arbeidsmigranten). Gestold wantrouwen tussen bestuur en bewoners werd overwonnen. Een tweeluik. 

Zeist breidt woonwagencentrum Beukbergen uit

‘De huizen stonden te dicht op elkaar en waren illegaal uitgebreid met een plekje voor de auto of een schuur. Het was niet meer brandveilig. En ook de openbare ruimte oogde sterk verslonsd’, vat burgemeester Koos Janssen van Zeist de toestand van woonwagencentrum Beukbergen samen bij zijn aantreden in 2006. Over hoe het in het bos gelegen centrum moest worden gemoderniseerd, hadden woonwagenbewoners en gemeentelijke bestuurders jaren van bakkeleien achter de rug. Zonder resultaat. Grosso modo was de uitkomst, zegt Janssen, ‘dat beide partijen vooral met hun eigen dingen bezig waren en het goed uitkwam niet al te veel op elkaar te letten. De overheid, heette het op Beukbergen, die zag je nooit, behalve als ze wat te corrigeren hadden. En met die kampbewoners, was de visie bij bestuurders, viel domweg niet samen te werken. Over en weer bestond animositeit.’

Dit weekend heropent woonwagencentrum Beukbergen. Waar gemeenten er doorgaans voor kiezen om ‘kampers’ te verspreiden over spaarzame snippers openbare ruimte, breidde Beukbergen met bijna een derde uit: van 170 naar 220 wooneenheden. Daarmee is het met afstand het grootste woonwagencentrum van Europa. Veel belangrijker: de relatie tussen gemeente en bewoners herstelde. Van ‘vrijstaat’ Beukbergen is geen sprake meer. Laat burgemeester Janssen dat woord overigens niet horen. ‘Vrijstaat is typisch overheidstaal. In de ogen van de Beukbergenbewoners ging het om door de overheid verwaarloosd land. Het is maar net door welke bril je kijkt.’

Mooiste verhalen
Als nieuw benoemde burgemeester kreeg hij Beukbergen meteen in zijn portefeuille. ‘Op dat moment aanvaard je alles nog in dankbaarheid’, lacht Janssen. ‘Maar ik merkte al snel dat Beukbergen voor mijn komst opvallend vaak van verantwoordelijk bestuurder was gewisseld.’ Hij besloot eerst eens met de bewoners te gaan praten. ‘De mensen keken me aan, zo van: daar heb je de zoveelste van de gemeente die iets van ons wil of iets komt beloven.’ Hij had geen verborgen agenda. ‘Ik wilde weten hoe het de mensen was vergaan, waar ze trots op waren. Kreeg je de mooiste verhalen.’ Janssen sprak met losse bewoners, groepjes ouderen, de centrumcommissie. ‘Allemaal met verschillende wensen. Iedereen had zijn eigen verhaal. Toen heb ik de bewoners één ding beloofd: ik grijp het onderwerp vast en ik laat pas los als het helemaal klaar is.’

De diversiteit die Janssen in het kamp aantrof, gold ook voor de gemeentelijke kant. Beukbergen was ondergebracht in een gemeenschappelijke regeling voor het woonwagenschap van vier gemeenten: De Bilt, Utrechtse Heuvelrug, Wijk bij Duurstede en Zeist. ‘Iedereen praatte maar, het schoot niks op. Toen heb ik gevraagd of de andere gemeenten eruit wilden stappen, mits ze het jaarlijkse financiële tekort dat zo ontstond in het vervolg voor hun rekening zouden nemen. Ik zou ze dan niet meer over Beukbergen lastig vallen. Dat hebben ze allemaal gedaan. Zo maakte ik het schap leeg en kon ik het probleem Beukbergen in mootjes hakken. Zeist moest het voortaan zelf oplossen. Met als voordeel dat de mensen op het centrum met nog maar één partij te maken kregen.’

Het Zeister college en de raad kreeg hij mee door ze ‘deelgenoot van het proces te maken’, zegt Janssen. ‘Gezamenlijk bezoekjes aan Beukbergen afleggen. Laten zien dat als je alleen naar het verleden kijkt, je aan de toekomst niet toekomt. Niet door blijven praten over oude plannen, oud gedoe. Want ik zag: alles zat vast.’ Hij kreeg de boel los door ‘om te denken’. Janssen: ‘Dit woonwagencentrum moest helemaal niet kleiner worden, zoals eigenlijk overal in Nederland het beleid is, maar juist groter. Konden we meteen de wachtlijst oplossen, waar inmiddels vijftig mensen op stonden.’ Niet direct een gemeentelijke taak, want ‘een gemeente is geen verhuurder. Dus dacht ik: bij het park moet een woningcorporatie worden betrokken.’

Drie jaar sprak Janssen met de drie Zeister corporaties voordat een van hen bereid was om huurwoningen op Beukbergen te bouwen. ‘Zij wezen vooral naar elkaar. Wie zou de risico’s durven lopen? Ik bleef maar zeggen: joh, er zíjn helemaal geen risico’s. Je moet gewoon huizen bouwen en die verhuren tegen redelijke prijzen. En rekening houden met de wensen van de bewoners. Als je goeie huizen bouwt, heb je huurders zat.’

Op een menukaart konden de bewoners aangeven wat ze aan voorzieningen wilden. Janssen: ‘Iedereen moest kleur bekennen. Er zijn op individueel niveau bijna tweehonderd contracten gesloten. De ene wilde van wagen X naar huurwoning Y, de ander wilde de wagen weg maar de grond huren en daar z’n woning op – het is een gedifferentieerde bedoening geworden.’ Het moeilijkste moment van het proces was het uiteindelijke plaatsingsplan. ‘Alle plekjes op het kamp waren aan iemand toegewezen en iedereen moest ‘ja’ zeggen. Ik zei tegen de mensen: ik ga pas weg als we het er allemaal over eens zijn. Drie uur hebben we zeker gepraat. Maar aan het eind gingen alle handen omhoog: zo gingen we het doen.’

Ook de nieuwe buitenste rand van het park werd op die avond verdeeld. Mogelijk geworden door de sluiting van het nabijgelegen vliegveld Soesterberg, waardoor er ook binnen de ringen van de voormalige geluidscontouren mocht worden gebouwd en de wachtlijst grotendeels werd weggewerkt.

Van de 220 wooneenheden op Beukbergen is nu bijna een derde sociale huur. Een bewonerscommissie van het centrum praat de komende jaren met de corporatie mee over de toewijzing van vrijkomende huizen en standplaatsen. Bij verkoop van eigen wagens geldt het woongemeenschapsbeginsel: iemand met een Beukbergens verleden of familiebanden met bewoners krijgt voorrang boven andere geïnteresseerde kopers. Want hoeveel meer Beukbergen inmiddels ook op een normale woonwijk is gaan lijken, de bijzondere geschiedenis moet ook na de opknapbeurt levend blijven.

Wat was, achteraf, de sleutel tot het succes? Janssen: ‘Dat we vanuit de gemeente zijn gestart met ontmoeting en gesprek. Zo zijn we oprecht geïnteresseerd geraakt in elkaars verhalen. En dat de Zeister politiek me altijd heeft gesteund zonder dit ingewikkelde vraagstuk te politiseren. Er is in de raad nooit een hakfestijn van gemaakt. Ze voelden zich echt verantwoordelijk voor het centrum.’

Geknetterd
Natuurlijk heeft het onderweg ook geregeld geknetterd. ‘Een bewoner kreeg zijn zin niet van een gemeentelijk medewerker en die laatste werd toen meteen gediskwalificeerd. Daar viel zogenaamd niet mee samen te werken. Dan moet je als bestuurder luid en duidelijk zeggen: ik heb het niet over wie hier wonen, jullie hebben het niet over wie er in ons team zitten.’ Ook was er die ene bloedhete zomeravond. ‘Een van de grappenmakers van het centrum had de verwarming bewust op de hoogste stand gezet. Kwam ik daar zaken doen. Het zweet stond op mijn kop. Pas na twee uur werden we het eens.’

Lachend: ‘Ach, een andere keer zet je hen weer even klem. Dat soort grappen haalden we allebei uit. ’ Misschien, zegt Janssen, is dat wel het meest tekenend voor de nieuwe verstandhoudingen op Beukbergen: ‘Dat je na tien jaar gestaag samenwerken dit soort zaken over en weer kunt benoemen.’

Plaats als eerste een reactie

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

Advertentie