Advertentie
ruimte en milieu / Achtergrond

Wolf wacht bed van regels

De wolf rukt op. Verrijking van de natuur of toch vooral schapenverslinder? Provincies hopen met het ‘draaiboek wolf’ de dialoog op gang te brengen. ‘Het is logisch dat de wolf het in Nederland probeert, bijna 150 jaar nadat het dier hier is uitgeroeid.’

08 juni 2018

Bij de comeback van een omstreden roofdier

Veehouder Klaas Heida te Bontebok (Friesland) is op een mooie meiochtend mest aan het uitrijden als hem een wolf tegemoet draaft. ‘Hij keek niet rond en ging rechtdoor’, vertelt Heida in de Leeuwarder Courant. ‘Het beest hield er goed de gang in en was in een oogwenk vertrokken.’ En dit is niet de eerste wolf dit jaar in Nederland. Ook de provincies Groningen, Overijssel, Gelderland en Limburg rapporteren meerdere wolven.

Maar Drenthe spant de kroon. Alleen al in maart en april zijn er negen wolven gezien, waarvan zeker twee verschillende wolven schapen hebben aangevallen. Eind mei brengt Staatsbosbeheer het nieuws dat een wolf vermoedelijk al enige maanden in natuurgebieden in Midden-Drenthe verblijft. ‘Ook rond het Drents-Friese Wold is al enige tijd een wolf aanwezig’, aldus Staatsbosbeheer. Het kunnen zwervende wolven zijn, maar het langdurige verblijf kan ook een teken zijn dat de dieren een territorium zoeken om zich definitief te vestigen.

Staatsbosbeheer probeert met camera’s de permanente aanwezigheid vast te stellen en ook via DNA-analyse van keutels te achterhalen wat de herkomst is van de wolven. Gedeputeerde Henk Jumelet (CDA) van onder meer landbouw en natuur in Drenthe is niet trots dat de wolf voor zijn provincie lijkt te kiezen. Jumelet zit enigszins in een spagaat tussen zijn beide portefeuilles. ‘De een ziet het als een bedreiging en vreest schade aan zijn schaapskuddes.

De ander ziet het als een succes van het natuurbeleid. Ik heb er als bestuurder geen emoties bij. We moeten ons goed voorbereiden’, zegt Jumelet. De provincie organiseerde in april en eind mei een voorlichtingsbijeenkomst en een dialoog tussen Staatsbosbeheer, boeren, schaapsherders en het Faunaloket/BIJ 12 dat over schadevergoeding gaat. ‘We moeten geen spookverhalen en geen sprookjes à la Roodkapje vertellen, maar gedegen kennis verspreiden over de wolf’, aldus Jumelet.

Eerste wolf
Ruim drie jaar geleden was het voor het eerst dat een wolf zich uitgebreid liet zien. Het dier liep door Drenthe en Groningen, om na vier dagen weer terug te keren naar Duitsland. Uit DNA-onderzoek, zeg maar de genetische vingerafdruk, aan intussen aangereden wolven en ook schapen die door wolven zijn doodgebeten, blijkt dat de meeste solitaire wolven in Nederland uit roedels (wolvenfamilies) uit Duitsland en Polen afkomstig zijn. Daar planten ze zich vooral voort in Sachsen, maar ook dichter bij Nederland, zoals op de Lüneburger Heide, waar minstens tien roedels leven.

‘Jongen verlaten na één of twee jaar de roedel om een eigen territorium te vinden en een nieuwe roedel te stichten. Elke roedel heeft namelijk een gebied van 15 bij 15 kilometer nodig’, zegt Maurice la Haye, zoogdierdeskundige bij Wolven in Nederland, een samenwerkingsverband van een groot aantal natuurbeschermingsorganisaties. ‘Het is logisch dat de wolf het in Nederland probeert, bijna 150 jaar nadat het dier hier is uitgeroeid.’

In 1869 werd de laatste wolf gedood bij Schinveld (L). La Haye noemt de terugkeer van de wolf het succes van het Neder landse natuurbeleid van de laatste dertig jaar, ‘vooral dankzij de Ecologische Hoofdstructuur met zijn verbindingszones tussen vaak geïsoleerde natuurgebieden’, aldus La Haye die erop wijst dat de wolf conform het verdrag van Bern (1982) een beschermde diersoort is.

Maar boeren zijn niet blij met de terugkeer van het roofdier. ‘Wij vinden Nederland te druk voor de wolf. Recreatie, infrastructuur, bebouwing en ook landbouw maken Nederland niet geschikt’, zegt Maarten Leseman, woordvoerder van LTO Nederland, ronduit. Is er echter een maatschappelijk draagvlak te vinden voor een welkom terug van de wolf, dan wil LTO zich constructief opstellen, verzekert Leseman. ‘Wij willen dan een goede schadevergoeding voor getroffen schapenhouders, dat wil zeggen geen ‘paarse krokodil’, maar een snelle afwikkeling. En verder moeten we snel kennis opdoen hoe we ons kunnen teweerstellen tegen eventueel wolvengeweld. In Duitsland en Polen is veel meer ervaring met rasters en andere beschermingsmaatregelen.’

LTO vindt ook dat er meer experts moeten komen die met DNA-monsters snel kunnen vaststellen of de wolf inderdaad de dader is van het doodgebeten schaap. ‘Er zijn nu slechts elf experts in Nederland’, aldus Leseman. Een van die experts is Hugh Jansman, wild-ecoloog bij Wageningen Univerity & Research (WUR). Hij kijkt met belangstelling uit naar de comeback van de wolf in ‘stadspark Nederland’. Misschien komt het door sprookjes als Roodkapje en de Wolf en de zeven geitjes, maar Jansman snapt niet dat er mensen bang zijn voor de wolf. ‘Collega’s in Oost-Europa halen gerust wolvenpups uit een roedel om ze te bestuderen. De moeder kijkt toe.’

Allerminst vijanden
Van nature zijn de wolf en de mens allerminst vijanden, zegt Jansman. ‘Niet voor niets is de hond een gedomesticeerde wolf. Wolven vallen geen mensen aan. En schapen zijn niet hun hoofdvoedsel, zo is de ervaring in Duitsland.’

Die wijsheid staat ook in het Draaiboek Wolf, dat in 2015 door het Interprovinciaal Overleg (IPO) is opgesteld. Alleen solitaire wolven doden schapen, vooral omdat ze het gebied niet kennen en voor een gemakkelijke prooi gaan, zo is te lezen. Eenmaal niet meer alleen, maar samen in een roedel, voeden wolven zich met zwijnen, herten, bevers en hazen. Ze kunnen dan dus de overlast van deze dieren verminderen. De meeste schade aan schapen en geiten wordt aangericht door honden. Het wolvendraaiboek moet de provincies helpen bij de terugkeer van de wolf.

Het document bevat twaalf protocollen, waaronder het protocol ‘huilen’ en het protocol ‘keutelvondst’. Het draaiboek helpt om vast te stellen wat een probleemwolf is (‘afleggen schuwheid, agressief gedrag’). Het IPO-draaiboek maakte gewag van een wolvenplan met een wolvenbureau, maar dat idee redde het niet. De provincies onderscheiden vijf fasen, van fase 1 (af en toe een zwervende wolf), via fase 2 (wolf zoekt territorium), fase 3 (een territoriaal wolvenpaar), fase 4 (het paar heeft jongen) tot fase 5 (tien jaar na de voortplanting).

Op dit moment wordt het draaiboek herschreven, want de meldingen van zwervende solitaire wolven en de schadeclaims van gedode schapen zijn zo talrijk, dat Nederland al aan fase 2 van het draaiboek toe lijkt te zijn, zoals ook blijkt in Drenthe. Expert Jansman van WUR vindt het verstandig om het draaiboek verder uit te schrijven. ‘Burgemeesters zullen steeds vaker beslissingen moeten nemen, en een goed draaiboek voorkomt dat ze daarbij ad-hoc te werk aan en minder aan sentimenten van de bevolking toegeven.’

Tegelijk kan het draaiboek het draagvlak bij boeren en burgers doen toenemen. ‘De overheid moet actief en open over de wolf communiceren, zowel met de burgers als met de boeren.’ Hoewel hij denkt dat de wolf geen mensen aanvalt, ziet Jansman wel gekke dingen gebeuren. ‘Mensen zetten kinderen op de rug van Schotse hooglanders, mountainbikers rijden dwars door een kudde heen en mensen gaan dieren bijvoeren omwille van de foto. Door onhandigheid en onwetendheid kan er een conflict ontstaan. Communicatie is belangrijk.’

Maling aan grenzen
Een wat vreemde situatie is dat het natuurbeleid is gedelegeerd naar de afzonderlijke provincies, maar zeker een wolf heeft maling aan provinciegrenzen. Door de kwestie naar het IPO te delegeren, is de kans op een consistent nationaal beleid daarom het grootst, meent Jansman. Maurice la Haye van Wolven in Nederland denkt dat fase 2 in het draaiboek meer aandacht en geld voor communicatie betekent en ook voor beschermingsmaatregelen om de naar schatting 800.000 schapen in Nederland te beschermen. Het huidige wolvendraaiboek rept van fladderlinten aan een koord tussen palen, eventueel vervaardigd door sociale werkplaatsen. Gaasrasters (duur) en elektrische draadrasters (goedkoper en flexibeler, maar diefstalgevoelig) zijn opties. De circa tien gesubsidieerde schaapskuddes met herders die Drenthe doortrekken, zouden, net als de circa 8.500 professionele schapenhouders een Pyrenese herdershond kunnen aanschaffen.

In het Wolvendraaiboek is alvast een afkorting verzonnen: ‘KBH’, kuddebewakingshonden. De 18.000 hobby-schapenhouders met gemiddeld elf schapen zouden hun dieren ’s nachts binnen moeten halen. En zo wordt de comeback van de wolf in een bed van regels gegoten. Drents gedeputeerde Jumelet denkt dat niet altijd DNA-onderzoek nodig is. ‘Ik hoor mensen zeggen dat je zo kunt zien of een schaap is gedood door een wolf of een hond. Als we daar een protocol voor ontwikkelen, dan kunnen we boeren binnen een dag zekerheid geven in plaats van na drie maanden.’ Jumelet wijst op de kosten. ‘Een DNA-analyse kost 250 euro. De schadevergoeding voor een dood schaap is 150 euro.’

Ook in Limburg vindt gedeputeerde Hubert Mackus (CDA) van onder meer landbouw en natuur dat we met de wolf moeten leren leven. Mackus ziet daarbij ook een kans. ‘De wolf kan als toppredator bijdragen om populaties van andere soorten, zoals reeën, herten, wilde zwijnen en bevers, in toom houden.’ Mackus denkt dat de boeren zich moeten aanpassen. ‘Het is onvermijdelijk dat er in de schapenhouderij veranderingen in de bedrijfsvoering worden doorgevoerd, gericht op preventie van schade. Denk aan het ’s nachts ophokken van schapen, het gebruik van elektrische afrasteringen en kuddebewakingshonden. Het is belangrijk daar op tijd mee te beginnen.’

In de herziene versie van het wolvendraaiboek moet ook duidelijk worden in hoeverre de provincies gaan meebetalen aan de voorzieningen die de boeren moeten treffen. Maar daarover wil niemand uitspraken doen.

Plaats als eerste een reactie

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

Advertentie