Gemeenten: krappe planning voor 'woest aantrekkelijke' uitkoop
Gemeenten bezorgd over hun ambtelijke capaciteit voor de invoering van de Omgevingswet en uitvoering van de stoppersregelingen voor boeren.
Afgelopen maandag bracht het kabinet zijn twee uitkoopregelingen voor boeren naar buiten, die een eerste oplossing moeten bieden voor de stikstofproblematiek. Maar op het congres van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) werd woensdag een motie aangenomen waarin zorgen worden geuit over de snelheid waarmee gemeenten de uitkoopregelingen moeten uitvoeren.
Het gaat om de Landelijke beëindigingsregeling veehouderijlocaties met piekbelasting (Lbv-plus), waar bijna één miljard voor beschikbaar is, en de Landelijke beëindigingsregeling veehouderijlocaties (Lbv), waar een half miljard klaar voor staat. De VNG moet het kabinet nogmaals op het hart drukken, zo staat in de motie, dat de planning wel 'realistisch' en 'haalbaar' moet zijn.
Stallen en silo's slopen
De regeling van minister Christianne van der Wal van Natuur en Stikstof stelt nu dat uiterlijk zes maanden na de subsidieverlening een schriftelijke overeenkomst gesloten moet zijn tussen de boer en de rijksoverheid. Na twaalf maanden moeten dan alle dieren van het erf en uit de stallen verdwenen zijn. Tot slot moeten na 28 maanden de stallen, silo's en mestopslagen zijn gesloopt.
Dat is een krappe planning, vindt het college van de Noord-Brabantse gemeente Reusel-De Mierden. Al blijkt de slooptermijn vier maanden langer dan de gemeente dacht toen ze de motie indiende. Het probleem blijft dat gemeentes voldoende beleidsmedewerkers ruimtelijke ordening moeten hebben, terwijl de vereiste vakkennis schaars is op de arbeidsmarkt. Bovendien zijn de voorradige ambtenaren ook al druk met de invoering van de Omgevingswet volgend jaar, de woningbouwplannen en de energietransitie. Tegelijk weegt het herbestemmingsplan van de gemeente mee in de keuze van de boer of hij of zij zich laat uitkopen.
Geld voor invoering Omgevingswet?
Een gebrek aan ambtelijke capaciteit speelt ook mee in een tweede opvallende motie die op het congres met acclamatie werd aangenomen. Die betreft de invoering van de Omgevingswet per 1 januari 2024. De eenmalige kosten hiervoor zijn ruim een miljard euro hoger dan gedacht, berichtte Binnenlands Bestuur.
De Zuid-Hollandse gemeente Hoeksche Waard draaide al proef met de Omgevingswet, en ontdekte naar eigen zeggen dat de ambtelijke armslag met tientallen procenten moet worden uitgebreid. Daarom wil het collegebestuur dat het rijk met 'structureel financiële middelen' komt, als ook met extra financiering voor de overbruggingsperiode tot 1 januari.
Een andere motie over de Omgevingswet, van onder andere gemeente De Bilt, vraagt nog voor 1 juli dit jaar duidelijkheid over de financiering door het rijk van de invoeringskosten. Ook volgens het VNG-bestuur is er nog altijd geen concrete helderheid over de door het rijk wel toegezegde financiële hulp.
Reacties: 1
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.