'Wegbestemmen’ van bedrijf

Schoonderbeek Installatietechniek maakt zich in 1990 los van een uit 1923 stammend bedrijf en strijkt neer aan de Tweede Loosterweg in Hillegom. In 1998 krijgt het bedrijf een vergunning en vrijstelling voor een uitbreiding. In 2003 koopt het bedrijf het perceel van de buren voor een nieuwe uitbreiding.

Namens Schoonderbeek opent Willem Heij al in 2002 het overleg over de plannen met de gemeente. De bouwvergunning vraagt hij pas aan in 2008 en eind van dat jaar wordt deze verleend. Dat het zo lang duurt voordat Heij besluit de vergunning aan te vragen, komt omdat B en W en gemeenteraad niet duidelijk weten wat zij met dit gebied willen. Uiteindelijk legt de gemeenteraad pas eind 2008 in de structuurvisie vast dat er geen woningbouw komt. De bestemming van het gebied blijft dezelfde als die is vastgelegd in het bestemmingsplan De Zanderij. Dit plan dateert uit 1962 en is in 2007 geactualiseerd.

Daarbij heeft de gemeenteraad de huidige planologische situatie vastgelegd en de mogelijkheid geopend voor enkele nieuwe Dit bestemmingsplan is echter onduidelijk over de toekomst van Schoonderbeek. Het bedrijf wordt namelijk niet met zoveel woorden genoemd in de zogenoemde ‘staat van bedrijfsactiviteiten’. En op de plankaart wordt, op de plaats waar het bedrijf gevestigd is, alleen vermeld ‘bedrijf categorie 2'.

Schoonderbeek is echter een bedrijf uit de categorie 3. Gezien de afstanden die een bedrijf uit deze categorie in acht moet nemen tot de omgeving zou Schoonderbeek daar niet mogen zitten. ‘Wij werden dus feitelijk wegbestemd’, zegt Willem Heij.

Wanneer Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland het bestemmingsplan 2007 goedkeuren, stapt Heij dan ook naar de Raad van State. Daar probeert beleidsmedewerker Gerard Bijnsdorp uit te leggen wat de gemeente al uitgebreid in de processtukken had gezet: dat Schoonderbeek wel degelijk valt onder de categorie 2 en dus valt binnen de geldende bestemming.

De Raad heeft er geen oren naar. De stichting Advisering Bestuursrechtspraak, het onderzoeksbureau van de Raad van State, heeft namelijk geconcludeerd dat Schoonderbeek op grond van de meest recente versie van de VNG-handreiking Staat van bedrijfsactiviteiten tot categorie 3 behoort. De Raad van State vindt daarom dat uit de planvoorschriften, die samenhangen met de staat van bedrijfsactiviteiten, niet duidelijk is af te leiden of de percelen van Schoonderbeek ‘overeenkomstig het huidige gebruik bestemd zijn’. Temeer omdat het bedrijf ook niet specifiek wordt aangegeven op de plankaart. De Raad vindt deze onduidelijkheid in strijd met de rechtszekerheid.

Op de zitting bij de Raad van State krijgt beleidsmedewerker Bijnsdorp wel de gelegenheid om toe te geven dat het beter was geweest als Schoonderbeek specifiek was bestemd als elektrotechnisch installatiebedrijf.