Advertentie
ruimte en milieu / Column

Wat er op het platteland wel kan

Laten we het uitkopen van boeren overslaan en leren van ervaringen van 30 jaar geleden, betoogt Trees van der Schoot.

14 oktober 2022

Onlangs was een Limburgse boerenbelangenbehartiger op de radio. Zijn uitleg van het rapport van Remkes was, dat 2030 toch niet zo’n harde datum is, dat alleen de ergste piekbelasters uitgekocht hoeven te worden en dat ook Rockwool moet inleveren. Et cetera, et cetera, zou ik haast willen zeggen.

Het zijn dezelfde argumenten als in de jaren negentig werden gebruikt bij de Nadere Uitwerking Brabant Limburg. Dat was de toenmalige gebiedsgerichte aanpak ter uitvoering van rijksbeleid, die voor verbetering van milieukwaliteit moest zorgen. ROM-beleid heette dat: ruimtelijke ordening en milieu niet apart, maar samen aanpakken. Dat zou resulteren in varkensvrije zones, extensiveringsgebieden, verwevingsgebieden en landbouwontwikkelingsgebieden.

Ik werkte toen als beleidsambtenaar in een gemeente. Daar kreeg ik meteen bij aantreden van de sectordirecteur te horen dat ‘inkrimping van de veestapel’ nooit in mijn adviezen mocht staan. De gemeente had toen 400.000 varkens en drie miljoen kippen. Er moest een varkensmestpijpleiding aangelegd worden van een groot agrarisch bedrijf naar de proeffabriek voor mestverwerking in de aangrenzende gemeente. Ik zag heren feestelijk proosten met een glaasje water afkomstig uit mest bij de opening van de fabriek. Een van de dorpen was toen nog niet volledig aangesloten op de riolering.

In 1992 zat de gemeente RO-technisch helemaal op slot vanwege stankcirkels. De dorpen konden niet uitbreiden en de boeren hun bedrijven ook niet. We besloten met een structuurplan naar oplossingen te zoeken. We zagen het bestemmingsplan en artikel 19 WRO-vrijstellingen niet langer meer als doorslaggevend, maar als uitvoering van het nieuwe beleid. Dat gingen we maken met klankbordgroepen en heel veel inspraak, vanaf het allereerste begin, opdat het beleid en de oplossingen ook draagvlak zouden hebben.

We bespraken – geholpen door een communicatiebureau – alle onderzoeksresultaten en scenario’s met de mensen en belangenbehartigers uit het gebied voordat we samen het beleid bedachten. Toen al Omgevingswetproof. We moesten wel. Even goed leverde het bestemmingsplan buitengebied 343 zienswijzen op. Algemeen belang en eigen belang waren ook toen echt wat anders.

In 2021 had deze gemeente 581.885 varkens. Weliswaar 60.000 minder dan het jaar ervoor, maar toch. Het beleid alleen heeft de toename dus niet kunnen voorkomen. 

In 1993 ging ik samen met mijn man, zwager en schoonmoeder naar Oekraïne. Familie zoeken van mijn schoonmoeder in een onafhankelijk land dat altijd Russisch had moeten zijn. Ik zag er akkers zover ik naar alle kanten kon kijken. Later las ik dat als onze landbouwtechniek voor het kweken van kool daar op een veld zou worden toegepast, de productie zou vertienvoudigen. Ik weet nog dat ik destijds dacht: als ze dan maar niet ons gifgebruik – sorry gebruik van gewasbeschermingsmiddelen – kopiëren. Het gaf hoe dan ook te denken over onze intensieve agrarische sector.

In 1994 zat ik oververmoeid thuis. Ik dacht door die reis zo anders over dingen, dat ik overal tegen muren leek op te lopen. Wel schreef ik nog namens het college een reactie op het streekplan van de provincie. Met als idee, dat je bij vrijkomende agrarische bedrijfsgebouwen vanwege stoppende boeren beter kon kiezen voor regelen wat wel kan in plaats van wat niet kan. Dat milieu- en ruimtelijke kwaliteit centraal horen te staan en de bestemming volgend en dus flexibeler of globaler moest zijn. Dat een buitengebied ook anders te benutten was dan alleen agrarisch.   

Nu gaat het weer over de kwaliteit van het buitengebied met als oplossing: boeren uitkopen. Het geld daarvan belandt – zoals Arjan Lubach terecht stelde – vooral bij de Rabobank. Het resultaat? De boer en zijn familie zijn verjaagd van een geliefde plek. De overheid zit met veel te duur betaalde grond waarvan alsnog bedacht zal moeten worden ‘wat dan wel’.

Ik zou zeggen, laten we het anders doen en leren van 30 jaar geleden. Laten we het uitkopen overslaan. Laten we geld investeren in omscholing van mensen en in omschakeling van bedrijven. Er komt immers een nieuwe economie, waarvoor plasticvervangers (olifantengras) en bouwmaterialen zijn te kweken. Voedsel kan anders worden gekweekt. De gebouwen zijn anders te benutten. En er is voorlopig werk genoeg.

Omgevingskwaliteit en milieukwaliteit voorop, functies volgend. Oog voor de menselijke kant. Het bespaart ons allemaal een volgende (financiële) kater. En het is Omgevingswet in uitvoering.

Plaats als eerste een reactie

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

Advertentie