Dertig RESSEN onder het mes
Voor 1 oktober moeten alle dertig regio’s hun concept regionale energiestrategie inleveren. Gezamenlijk doel: 35 terawatt aan hernieuwbare energie. Wat is het beeld dat uit de RESsen opdoemt? Hoe realistisch zijn ze? Vier experts aan het woord.
Voor 1 oktober moeten alle dertig regio’s hun concept regionale energiestrategie inleveren. Gezamenlijk doel: 35 terawatt aan hernieuwbare energie. Wat is het beeld dat uit de RESsen opdoemt? Hoe realistisch zijn ze? Vier experts aan het woord.
Algemeen beeld
Van de meeste concept-RESsen is intensief overleg voorafgegaan tussen overheden in de regio’s en de verschillende stakeholders. Volgens senior consultant Jesse Wiltink van Berenschot is het een enorme sprong vooruit vergeleken met het begin van de RES-overleggen: ‘Als je bedenkt waar we twee jaar geleden waren, dan hebben we in korte tijd ontzettend veel gedaan. In de meeste regio’s begon men met beperkte kennis en data over energietransitie en weinig zicht op de richting. Dat is veranderd. De samenwerkende partijen hebben een enorme betrokkenheid laten zien. Met de energietransitie zelf, maar ook met elkaar. Ook de netbeheerders zijn van grote waarde geweest.’
Te hard
Volgens adviseur Rijk van Voskuilen van bureau Over Morgen hebben de RES-regio’s veel voortgang geboekt. ‘Maar in sommige regio’s wordt nu gevraagd: zijn we niet te hard gegaan? Misschien is het tijd voor een kort moment van bezinning, en voor een terugkoppeling naar de gemeenteraden en Provinciale Staten. Veel tijd is er niet, want we moeten volle kracht vooruit om die doelen te halen.’
Bovendien is er op kennisgebied nog veel werk te verzetten, ziet afdelingshoofd energie Vincent Jansen van ingenieursadviesbureau Sweco. ‘Er zijn zeker veel meer data beschikbaar dan toen we begonnen. Maar er is ook nog veel om te ontginnen en te verrijken. In veel regio’s weet men nog nauwelijks of de bedachte oplossingen – wind- of zonne-energie – technisch mogelijk zijn, of dat er wellicht verstorende factoren zijn. Er is meer diepgang nodig.’
Regionaal
Ook volgens de Groningse hoogleraar energiesysteem-analyse en wetenschappelijk directeur van TNO Energie André Faaij is het een goede keuze geweest om het energievraagstuk in eerste instantie
op het regionale niveau in te zetten. ‘Maar we moeten ervoor waken dat er binnen de regio’s een idee ontstaat dat er daarmee een definitieve streep is gezet onder de oplossingen die we uiteindelijk kiezen. Het zou best eens kunnen dat we straks meer wind op land nodig hebben dan nu in de RESsen wordt ingetekend.’
Zon
Wat iedereen opvalt: er wordt in de concept-RESsen opvallend vaak gekozen voor zon-oplossingen. De regio’s zijn huiverig om al te ijverig windmolens in te tekenen. Of er worden windmolens voorgesteld die te laag zijn om een substantiële bijdrage te kunnen leveren. Van Voskuilen: ‘De verhouding wind-zon is soms dramatisch. Je ziet vaak dat in een werkatelier waarbij de belangen uit de omgeving worden betrokken, de keuze voor een lage windturbine snel wordt gemaakt. Maar het helpt als betrokken grote energie-ontwikkelaars kunnen uitleggen dat zo’n oplossing eigenlijk geen oplossing is.’
Opmerkelijke verschillen
Alle dertig RES-regio’s hebben hun eigen opzet en samenstelling en betrokken naar eigen inzicht derde partijen bij het proces. Ze pakken het proces ook verschillend aan, zegt Wiltink. ‘Dat is niet zo verwonderlijk, want de samenstelling varieert enorm. Sommige regio’s, zoals Friesland, vallen precies binnen de grenzen van een provincie. Maar Zuid-Holland bestaat weer uit zeven verschillende regio’s, die ook nog eens erg van samenstelling wisselen. Je ziet ook een duidelijk verschil in de snelheid van het proces, wat te verklaren valt door het samenwerkingsverleden van een regio. Sommige regio’s werken al jaren bestuurlijk of ambtelijk samen op andere terreinen, bijvoorbeeld in een vervoersregio.’
De rol van de overheden in dat proces kan sterk verschillen. Jansen: ‘Vaak doen de regio’s het met alle overheden, inclusief gemeenten, samen. In andere regio’s is de gemeentelijke rol veel kleiner. Dan wordt aan het eind gevraagd: wat vind je ervan?’
Lees het volledige artikel in Binnenlands Bestuur nr18 (inlog)
Reacties: 4
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.
Die NIMBY burger wil geen enkele verandering in de eigen leefomgeving. Geluid, uitzicht, rust, alles is belangrijker dan veiligheid op de lange termijn. Het is dringend nodig om de crisis- en herstelwet op de hele energietransitie toe te gaan passen.
Maar wie heeft daar tijd voor? De stikstof manie slokt die tijd helemaal op. Straks zijn er wat plantjes gered, die vervolgens worden uitgeroeid door de temperatuurstijging. Het lijkt Corona wel. Te veel mensen kiezen voor lol, kiezen voor NIMBY, gaan hun verantwoordelijkheid voor de samenleving als totaal uit de weg. Nee die verantwoordelijkheid zal ze worst wezen.